Op zoek naar nectar Bijen halen honing uit bloemen. Dat zegt iedereen. Toch is dat fout. Bijen halen hele maal geen honing, maar nectar. Dat is een dunne zoete vloeistof, die ze met hun tong uit een bloem zuigen. De bijen maken van nectar honing. Dat gebeurt in hun maag en in de bijenkast. Als de nectar wordt ingedikt, ontstaat er pas honing. Niet alleen bijen halen nectar uit bloemen. Je hebt vast wel eens een vlinder op een bloem zien zitten. Als je de vlinder van heel dichtbij bekijkt, zie je dat hij een lange gladde tong in de bloem steekt. En heb je al eens hommels gezien? Ook die halen nectar uit de bloemen. Niet alle bloemen hebben nectar. Alleen bloemen die insecten nodig hebben voor de bestuiving hebben nectar. Andere bloemen niet. Hoe weet een insect nou of er nectar in een bloem zit of niet? Weet jij dat? Bij de witte dovenetel, kun je de nectar goed proeven. Trek maar eens een wit bloemetje af en zuig maar eens aan de onderkant. Het smaakt heerlijk zoet. Sommige bloemen hebben een honing- merk. De nectar zit dan vaak diep verstopt. Een honingmerk bestaat uit figuurtjes of stipjes op de bloemblaadjes. Ze gaan in de bloem en wijzen zo insecten de weg naar de nectar. Bij vingerhoedskruid kun je dat heel goed zien. Kijk maar eens naar verschil lende bloemen. Zie je een honingmerk? willen komen om de soort echt goed te kunnen beschermen. En daar waar het kan, alvast maatregelen nemen, die de boeren zwaluw helpen. Zelf zwaluwen helpen? Woon je zelf in de polder of op de buiten? Verwelkom de boerenzwaluw dan met open deuren! Bied ze nestruimte in stal of schuur. En hang eventueel wat kunstnesten van Vogelbescherming op. In de brochure "Acrobaat op het erf", die je kunt bestellen bij Vogelbescherming, lees je watje allemaal kunt doen om de boerenzwaluw te helpen. Annemarie Murre Insecten halen nectar helemaal onderuit de bloem. Bij platte bloemen, zoals een madeliefje of paardebloem is dat geen probleem. Maar watalsjezo'n lange dunnen boem hebt zoals bij klaver! Dan wordt het moeilijker om bij de nectar te komen. En dan heb je ook nog echte lange bloemen, zoals dovenetels. Bij en kunnen daar niet meer bij komen, maar vlinders wel. Die hebben een heel lange, opgerolde tong. Hommels hebben nog een andere manier ontdekt om bij de nectar te komen. Ze bijten gewoon een gaatje onderin de bloem en steken daar hun tong door heen. Hommels zijn dus inbrekers. Kijk maar eens naar ver schillende soorten bloemen of er een gaatje in zit aan de zijkant Buiten in de natuur is bijna alles groen en bruin, behalve de bloemen. De meeste bloemen zijn maar klein. Van een afstand vallen ze niet meer op, ondanks hun mooie kleuren. Hoe ziet een insect de natuur? Alle groene en bruine kleuren zijn voor hem een grote grijze massa, maar een bloem ziet hij veel beter dan wij. Die bloem heeft voor hem heel andere kleuren. Daardoor valt een bloem voor hem meer op. Misschien wel net zo duidelijk als een ster in de nacht! Insecten zien witte kleuren vaak als blauw. Een groen grasveld met madeliefjes ziet een bij als een grijze vlakte met blauwe sterretjes. Daardoor kan een bij heel makkelijk bloemen vinden. En dat is best handig als je boven een grasveld vliegt. Zelf aan de slag O» Bloemen die insecten willen lokken, hebben vaak vrolijke kleuren. Meestal ruiken ze ook lekker. Dat is niet zomaar. Die heldere kleuren en lekker geurtjes trekken insecten aan. Insecten kunnen dus goed zien en ruiken. Een uitgebloeide bloem heeft geen nectar. Hij ruikt ook niet meer en zijn kleuren zijn minder mooi. Een insect ziet een bloem anders dan wij. Hij ziet heel andere kleuren, kleuren die voor ons niet te zien zijn. Ben je al eens in een discotheek geweest? Dan heb je misschien wel die rare lilapaarse lamp gezien. Die geven een heel vreemd soort licht, waardoor alle kleuren veranderen. Je tanden lijken dan je^Kode trui lijkt groen. Zo ongeveer zjemaieqtein de kleuren. Weet je in de buurt een veldje met veel bloemen? Hoe meer verschillende bloemen hoe beter. Op een dag met veel zon en weinig wind, ga je kijken of je insecten kunt zien. Bijen, vlinders, hommels en misschien zie je ook wel andere insecten zoals zweefvliegen. Zodra er eentje op een bloem gaat zitten, probeer je heel voorzichtig dichterbij te komen. Dit moet je echt heel voorzichtig doen, dat zul je wel merken! Beweeg je heel langzaam. Een insecten oog kan alleen snelle bewegingen goed zien, langzame niet. Nog een tip: zorg er voor dat je schaduw nooit op het insect valt. Je probeert nu goed te zien wat het beestje op de bloem doet. Kun je zijn tong zien? Graaft het diertje in de bloem of steekt hij alleen zijn kop er in? Zie je ook wit of geel poeder op zijn kop zitten? Dat is stuifmeel. Als het beestje naar de vol gende bloem vliegt, is dat dan dezelfde soort? Probeer dezelfde dingen ook eens bij een ander insect waar te nemen. Sandra Dobbelaar O 3d

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2011 | | pagina 12