1
Broedvogels inventariseren in riet-
moerassen, over snorren, rietwouwen
en woudaapjes
7
V
GC
KjjK,
Wat ik er nu zo leuk aan vind om in de
zomer's morgens vroeg of's avonds laat
door en langs rietvelden te banjeren,
wordt me regelmatig gevraagd. "Ga een
keer mee, dan kun je wat beleven" is dan
steevast mijn antwoord.
Dit jaar mocht ik weer vogels inventariseren in
het verdronken land van Saeftinghe, waar
een nieuw Broedvogel Monitoring Project
(BMP) -inventarisatiepiot was uitgezet in riet.
Samen met een tiental andere vrijwilligers
werden op acht verschillende data tussen
april en juli een vijftal plots geteld. Een nieuwe
uitdaging voor mij: vele grote monotone
rietvelden doorsneden met onzichtbare, soms
enkele meters diepe geulen, afgewisseld
met een gevarieerd landschap van schor
met geulranden en kommen. Goed voor je
conditie en ideaal voor vele vogelsoorten.
Op 13 juni liep ik 's morgens vroeg over de
Dam van de Noord in Saeftinghe. Het was
werkelijk schitterend om de zon op te zien
komen met de ochtendnevelslierten boven
het riet. Direct hoorde ik links van de dam een
snor zingen, een laag monotoon urrrrrrrrrr-
rrrrrrrrrr-geluid. Plotseling hoorde ik rechts
van de dam nog een snor zingen. Heel speciaal:
een stereosnorren geluid! Eén van de snorren
liet zich van dichtbij bekijken. Met opgerichte
borst en kop liet de vogel zijn zanggeluid
horen, terwijl hij zijn snavel geopend heen
en weer bewoog. De staart was bijna geheel
verticaal. Die dag had ik een record van wel
elf verschillende snorren geteld, waarvan
vijf in het BMP-plot.
Iets verderop hoorde ik het geluid van een
grote karekiet, tegenwoordig ook een zeld
zaamheid. Hij liet zich nog even bewonderen,
zittend op het einde van een rietstengel,
voordat hij het riet in sloop.
X
Al struinend door de hoge dichte rietvelden
hoorde en zag ik ook nog vele territoriale
paartjes baardman (33), soms voedselaan-
brengend, alarmerend of baltsend in een
groepje adulte exemplaren.
Een keer zag ik een eigenaardig ritueel bij
een baardmankoppeltje. Hij bracht haar een
insect, maar dat wilde ze niet. Vervolgens gingen
ze dicht naast elkaar zitten en streken ze
de snavels tegen elkaar. Ze wilde het goed
maken door het hem zachtjes in de nek te
pikken. Mogelijk vanwege het ontdoen van
ongedierte. Even later gingen ze over in
een gezamenlijk waspatroon. Het zag er erg
aandoenlijk uit.
Ploeterend door het riet en de geulen en
de koeien ontwijkend had ik veel soorten
gezien, waaronder lepelaars, waarvan men
vermoedt dat ze ergens in Saeftinghe gebroed
hebben. Verder nog wat verlate oeverlopers
en in het BMP-plot nog twee paar baltsende
rietwouwen of bruine kiekendieven, kleine
karekieten (57), rietgorzen (24), blauwborsten
(12), waterrallen (minstens 7), een tiental
gele kwikstaarten aan de randen van de
geuloevers, slechts een vijftal rietzangers
en enkele graspiepers.
Sprinkhaanzangers heb ik in het oostelijke
deel van Saeftinghe slechts eenmaal gehoord,
al komen ze tegenwoordig weer iets meer
voor. In het middendeel van Saeftinghe werden
vier territoria vastgesteld. Zijn geluid wordt
soms verward met dat van de snor, echter
de triller is veel hoger, namelijk: "siirrrrrrrrr-
rrrrrrrrrrrrrrr" en schijnt te lijken op het ge
luid van een werphengel.
In het onbeweide deel met veel zeebies
hoorde ik een keer een record aantal van 46
waterrallen. Op een andere avond hoorde ik
slechts één roepende waterral.
Op de zanddam had ik nog een schitterende
ervaring. Twee vossen maakten zich al keffend
uit de voeten om zich vervolgens te verschuilen
in een rietveld. De jonge vosjes hielden zich
waarschijnlijk schuil in het hoge gras. Het
gekef bleef zeker nog een kwartier aanhouden
tot ik uit het zicht verdwenen was. Vossen-
keutels had ik al gezien op de dammen en
zelfs tot diep in het schor.
Bij de Vlaamse kreek had ik nog iets speciaals.
Naast de waarneming van een mogelijke
roodsterblauwborst in april hoorde ik op
15 mei heel vroeg in de ochtend op twee
plaatsen een heel rauw karakteristiek ge
luid, dat klonk als "WRooooW". Volgens mij
"i, maar ik kon ze niet zien. Ook die
^ter tijdens inventarisatierondes,
orchideeënexcursie, lieten ze
zich niet zien, soms wel horen. Vissers hadden
op een gegeven moment iets eigenaardigs
laag over het water zien vliegen, een kauw-
achtig beest met licht en donker. Het leek
op de woudaap in de vogelgids, maar bewijs
was er nog niet. De woudaap van de Vlaamse
kreek, ik blijf erin geloven. Misschien volgend
jaar?
Elk jaar verbaas ik me over de vogelrijkdom
van de Vlaamse kreek en Saeftinghe. Landelijk
nemen de rietvogels weer toe, de noodklok
luidt nu voor de weidevogels. Grutto's hebben
het zwaar, kemphanen zijn bijna verdwenen-
In 1982 heb ik deze vogels nog baltsend en
zelfs parend in Saeftinghe gezien, de laatste
keer! Maar er is hoop, want dit jaar zag ik
een baltsende watersnip in Saeftinghe bij
de rijksdam. De tureluur is voor wat betreft
Saeftinghe ook een uitzondering. Binnendijks
kom je genoemde weidevogels helaas echter
steeds minder tegen. Het zal blijken na de
weidevogelinventarisatie dit jaar.
Indien u geïnteresseerd bent geraakt, kunt
u een keer een inventarisatie meemaken en
misschien kunnen we u als medeteller in ons
team begroeten. Enige vogelkennis is wel
handig, evenals administratieve vaardigheden
en een redelijke conditie. U kunt contact op
nemen met ondergetekende of de coördinator
Mare Buise.
Huub Bun
cS
cc
(O
Pt
P
O
P
P
m
o»
P