p GC h— CO blinkslak, boerenknoopje en grote glansslak. In dat totaal verdroogde milieu was niet veel te verwachten. Aan de andere kant van het pad, op het noordelijke talud van de Liniedijk, werden de meeste soorten wel levend ge vonden. Alleen bij de behaarde slak en de kartuizerslak was het vergeefs zoeken naar levende exemplaren. Een brok beton op het talud gaf nieuws, gelet op het strooiselmon ster dat na het verwijderen van de steen werd verzameld en uitgezocht. De levende grotere slakken wezen op een goede plek, wat ook bleek uit de verzamelde lilliputters geribde en scheve jachthorenslak, dwerg puntje, doorschijnende glasslak, glanzende agaathoren en kleine korfslak. De laatste was een verrassing, het was de eerste keer dat de Slakkenwerkgroep deze soort vond. Misschien strekt dat niet tot eer van de Slak kenwerkgroep; geruststellend is wel dat het om een zeldzame (zz) soort gaat (De Bruyne c.s., 2003). Het zuidelijke talud bood weinig nieuws. In een grote holte, met resten van een stam- voet en enorme stukken (tonder?)zwam, zat een volwassen gewone tuinslak. Deze plek was een vochtige oase, die overigens niet druk bezocht werd door slakken. Aan de voet van dit talud lag een sloot, die groten deels beschaduwd werd door de bomen op de dijk. Het vele gevallen blad maakte deze sloot niet meteen tot een ideaal slak- kenoord. Jaap wist met moeite twee grote diepslakken en twee schijfhorens te vangen. De laatste zijn niet in het veld op soort be noemd en later vermengd geraakt met andere watervondsten. Op de oever van de sloot stonden bossen cyperzegge, riet en pitrus; de onbeschaduwde delen waren dicht bezet met riet. In die oeverbegroeiing kroop een gewone barnsteenslak. Kreek de Moerschans Zuidelijk, op enige afstand van de Liniedijk, ligt de Moerschans. Dit is een diepliggende kreek, die op deze locatie het karakter van een brede watergang heeft. Beneden langs de oever groeide wat riet, maar er waren ook kale stukken. Het water was verder zonder planten. Ik heb daar met een bakje wat slak ken gevist vanonder een grote pitruspol. Zichtbaar waren enkele grote diepslakken en een bronblaashoren. Jaap ving verderop dezelfde soorten, met een visnet tussen en nabij oeverplanten. In de meegenomen bagger zaten verder vele kleine slakjes, te weten riempje, draaikolkschijfhoren, witte schijfhoren en platte pluimdrager. Stadsgracht Eenvolgendekansrijkeplekleekdestadsgracht. Met de auto zijn we naar de Zoutestraat ge reden en hebben de gracht op twee plekken bemonsterd. In beide gevallen leverden het vissen met het net, het afschrapen van de be schoeiing en het opscheppen van bodemgruis geen slakken op. Op het eerste punt is vanaf een kale oever met beschoeiing gevist, het andere punt was een smalle rietzoom nabij de stadspoort. In het water waren geen on dergedoken waterplanten aanwezig. Op de oever zagen we geen landslakken kruipen, waarbij opgemerkt moet worden dat die 'quick scan' misschien iets te vluchtig was. Dat had alles te maken met het feit dat we voor de zoveelste maal een uitgedroogde, zandige bodem zagen, waar niet veel slak- kenleven te verwachten was. En gek, ook op de vochtige grond nabij het water leek geen slak aanwezig. Singel Clingeweg Bij de Berriekreek, ten noorden van de Clinge weg, deden we opnieuw een vispoging. On dergedoken waterplanten ontbraken. Jaap beoordeelde de opgeviste bagger als leven loos, in ieder geval zonder slakken. Hij wilde nog een vispoging in een rietvegetatie wagen, maar het leek me beter een kansrijker stuk op te zoeken. Dat was vlakbij, aan de zuid zijde van de Clingeweg, in het verbrede, westelijke eind van een singel. Het bleek hier een ander watermilieu dan de hiervoor behandelde kreken, die voor doorvoer van polderwater dienen. Dit water leek vrij van die invloed en hier groeide volop grof hoornblad onder de waterspiegel. Met het vissen van die planten kwamen ook slakjes mee. De diepslakken waren al bekend, maar dit water leverde aanvullend vele tractorwieltjes, twee vlakke schijfhorens en een oorvormige poelslak. Uit de oevervegetatie werd bij toeval een gewone barnsteenslak'gevist', het tweede exemplaar op deze excursie. De trac torwieltjes in dit water behoren tot de forma nautileus;ze missen de grove ribben, waardoor de Nederlandse naam hier misleidend is. Tot slot Met 26 soorten is deze inventarisatie tot een redelijk succes geworden. Helaas werden 5 soorten slechts als leeg huisje gevonden, maar de versheid van de huisjes wijst op een actuele populatie. De opgespoorde slakkenfauna van dit kilometerhok kent geen Rode Lijstsoorten. Een enkele soort, de kleine korfslak, verdient als zeldzame soort 12 de aandacht. Hij leeft op niet al te vochtige, beboste plaatsen. De hoofdverspreiding ligt in de Hollandse binnenduinen; elders zijn verspreid wat waarnemingen gedaan (Gittenberger c.s., 1984). De waterslakken van de Moerschans kunnen wijzen op brakke omstandigheden, zij het dat alleen de grote diepslak wat beter tegen zout kan. De andere soorten overschrijden de grens zwak brak/brak maar net. De grote diepslak is echter geen karakteristieke brak watersoort. De singel langs de Clingeweg is hooguit zwak brak, omdat de vlakke schijfhoren slechts weinig zout verdraagt (Gittenberger c.s., 1998). Literatuur: - Bruyne, R.H. de, H. Wall brink &A.W. Gmelig Meyling, 2003. - Bedreigde en verdwenen land-en zoetwatermollusken in Nederland (Mollusca); basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. - Stichting European Invertebrate Survey- Nederland en Stichting ANEMOON. 88 pp. Gittenberger, E., W. Backhuys &Th.E.J. Ripken, 1984. Landslakken van Nederland. - KNNV. 184 pp. Gittenberger,E.&A.W. Janssen (red.), 1998. De Nederlandse zoetwatermollusken. - Nederlandse Fauna 2. Naturalis, KNNV EIS-Nederland, Leiden. 288 pp. Provincie Zeeland, 1993. Waterhuishoudings plan 1993-1997. - Provincie Zeeland, Dir. Milieu en Waterstaat, Middelburg. 91 pp. Wilderom, M.H., 1973.Tussen Afsluitdammen en Deltadijken IV, Zeeuwsch-Vlaanderen. - Den Boer, Middelburg. 567 pp. (Slakkenwerkgroep KNNV Afd. Bevelanden, rapport nr. 94, d.d. 26-5-2010). Harry Raad Soortenlijst mollusken Liniedijke.o., Hulst (km-hok62-366); inventarisatie 25-5-2010, Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden. levend levend dood dood juv ad juv ad land: huisjesslakken Aegopinella nitidula Bruine blinkslak 1 1 1 1 Balea biplicata Grote clausilia 8 5 11 3 Cepaea nemoralis Gewone tuinslak 1 1 1 Cochlicopa lubrica Glanzende agaathoren 1 1 Discus rotundatus Boerenknoopje 5 4 1 Helix aspersa Segrijnslak 1 Monacha cantiana Grote karthuizerslak 1 Oxychilus draparnaudi Grote glansslak 5 2 Punctum pygmaeum Dwergpuntje 3 10 Succinea putris Gewone barnsteenslak 2 Trichia hispida Haarslak 2 2 Vallonia costata Geribde jachthorenslak 1 Va II on ia excentrica Scheve jachthorenslak 1 Vertigo pusilla Kleine korfslak 1 1 Vitrina pellucida Doorschijnende glasslak 2 land: naaktslakken Arion hortensis s.i. Zwarte wegslak s.l. 1 Deroceras panormita- Zuidelijke akkerslak 1 water: huisjesslakken Anisus vortex Draaikolkschijfhoren 3 1 Bathyomphalus contor- Riempje 1 Bithynia tentaculata Grote diepslak 18 10 Gyraulus albus Witte schijfhoren 4 3 Gyraulus crista Tractorwieltje 12 2 2 Hippeutis complanatus Vlakke schijfhoren 2 Physa fontinalis Bron-blaashoren 1 1 1 R0Exdu(icularia Oorvormige poelslak 1 VgEtdtp cfi^tata Platte pluimdrager 11 3 2 TJ1 Pt

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2011 | | pagina 7