V. Muizenkamp 2011 Het plezier van het waarnemen De Vlaamse Gaaien- wie zijn we T3 Zaterdag 25 juni. Met 10 kinderen zetten we bij Eric en Cora aan de Kruisdreef in Zuid- dorpe een echt tentenkamp op. Op onze eerste ronde over het terrein vulden we alle muizenvallen met vers voer en zetten de vallen op scherp. Ook smeerden we een lok middel op de bomen om later in het donker nachtvlinders te kunnen zien. We hebben in dit weekend 10 bosmuizen, 8 rosse woelmuizen en 1 bosspitsmuis gevangen. Er waren 8 vrouwtjes en 10 mannetjes bij. Van de spitsmuis weten we niet of het man of vrouw is, want dat kun je bij spitsmuizen niet zien aan de buitenkant. Wonder boven wonder zaten er in één val wel twee muizen. Rara hoe kan dat? Bij het kampvuur hebben we lekker marsh mallows gebakken. Er zaten volop frambozen aan de struiken. In de lucht vlogen veel vleermuizen rond. En in het gras vonden we kleine kikkertjes. Samen met Bas de Maat en Sander van der Veeken hebben we ge keken naar de verschillende nachtvlinders. We hebben allemaal als rozen geslapen en erg genoten. Hanneke Smulders Bestaat die groep nog? Jazeker, we bestaan nog steeds. We zijn alleen wel met minder en minder actief dan een aantal jaar geleden. We zijn wel een stuk serieuzer geworden. Vroeger (tot 4 jaar geleden) waren we een grote groep met veel activiteiten en actieve leden. Maar zoals bij veel verenigingen be staande uit de leeftijd 12 tot 21 jaar, is het probleem leden behouden. Als jongeren rond de leeftijd van 16 jaar worden gaan velen van hen werken en wordt het liefdesleven belangrijker dan een vereniging. Nu zijn we nog met vier actieve leden over gebleven. NamelijkYanickGijsen, Bas de Maat, Bas van der Maas en Sander van der Veeken. Het is geen mysterie waarom juist wij als actieve leden overgebleven zijn. Onze passie ligt bij de natuur. Drie van de vier studeren in Velp bos en natuur beheer. De activiteiten die we nog doen zijn o.a. in het Gaaienbos werken, met de knotwerkgroep mee en natuurlijk veel inventariseren. De laatste jaren zijn we meer als hobby bezig dan als vereniging. Die verandering komt, omdat we nog maar met een paar zijn en zo dus niet veel hoeven te organiseren. Als we elkaar bellen om mee te gaan bijv. een na<fKtylinderval te legen hoeven we maar een plek af te spreken en kunnen we gelijk aan de slag. Voor ons is deze manier makkelijker omdatwedan nietaltijd de hele rompslomp hebben van aanmelden, en helaas is de ervaring, ook veel afmeldingen. Uit ervaring hebben we geleerd dat het inventariseren interessanter is met alleen echt geïnteresseerde mensen. Zo af en toe organiseren we wel een kamp voor de hele groep maar we zijn dan meestel nog maar met zijn vieren. De toekomst Moet De Vlaamse Gaai wel blijven bestaan als groep? Ondanks dat we minder actief zijn en maar een kleine groep is het goed dat we blijven bestaan. We zijn duidelijk te oud voor de Tussengaaien en doordat we nog studeren is het ook niet makkelijk om bij een groep aan te sluiten die ook door de weeks activiteiten heeft in Zeeuws-Vlaanderen. Door De Vlaamse Gaai te behouden en de organisatie in eigen hand te houden, kunnen we ons breed blijven ontwikkelen. Bijv. met de ene keer nachtvlinders, de andere keer het bosplan voor het Gaaienbos of op kamp gaan met een landelijke organisatie als de Zoogdierwerkgroep. De vraag voor de toekomst is echter: zullen de echte natuurliefhebbers van deTussengaaien naar De Vlaamse Gaaien doorstromen? Of gaat De Vlaamse Gaai verder als een kleine club specialisten? Jongeren die interesse hebben in de activiteiten van De Vlaamse Gaai: Sanderv13@gmail.com Sander van der Veeken I I

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2011 | | pagina 13