Houdt U van stilzitten en genieten era B Pt O Sinds het op de markt verschijnen van de digitale compactcamera wordt er wereldwijd heel wat af'gefotografeerd". Legioenen staren zich suf naar de achterkant van die kleine cameraatjes om het geliefde onderwerp te registreren! Over dit soort fotografie gaat dit verhaal niet, hoewel het een wonder blijft dat zoveel techniek in zo'n klein kastje is samen gebundeld. De serieuze (natuur) fotograaf komt uiteindelijktoch terecht bij de spiegel reflexcamera (met verwisselbare lenzen). Omstreeks 1958 kocht ik mijn eerste camera, een Agfa Isola II, met uittrekbare lenstubus en een negatiefformaat van 6 x 6 cm. De diameter van het lensje was ongeveer een vingertop groot en ik fotografeerde er (met een voor- zetlens, goed verscholen en van dichtbij) mijn eerste koolmees mee. Op een fotorolletje (zwartwit) kon je twaalf opnamen maken, dus je was wel zuinig om op de ontspanknop (toen nog mechanisch) te drukken. Anno 2011 zijn we natuurlijk enorm verwend door Canon, Nikon, Sony, etc. met razend snelle digitale spiegelreflexcamera's, verwis selbare en kwalitatief uitstekende lenzen. Er zijn vele instelmogelijkheden op de camera en voor wie dit allemaal te lastig vindt is er wel een "program-" of "automaatstand" op de camera te vinden. Is het resultaat niet optimaal dan kun je achteraf, met een foto bewerkingsprogramma op je computer, het beeld nog wel wat bij schaven. Eén ding is in al die jaren niet veranderd: het natuurlijke licht waarbij we onze foto's maken. Als je beseft dat fotografie letterlijk"schrijven met licht" betekent ga je al heel anders tegen de materie aankijken. Afhankelijk van het tijd stip van de dag en het weertype is er niets veranderlijker dan licht. Mooi schaduwloos licht hebtje bijv. bij lichte bewolking waarbij de zon net niet door de wolken schijnt. Direct zonlicht op je onderwerp slaat de kleuren vaak dood (landschappen, bloemen). De ruimte hier is te beperkt om alle facetten van de fotografie te vermelden maar geen nood er zijn talloze boeken op de markt om je kennis te vergaren en te vergroten. (Wil je jezelf flink in de materie verdiepen kijk dan eens in het boek "Digitale fotografie Beeldbewerking van Frans Barten). Nog belangrijker is datje je camera door en door leert kennen om snel op wisselende omstandigheden te kunnen inspelen. Daarbij komen zaken als in te stellen diafragma, sluitertijd, scherptediepte, onder en overbelichten, groothoek- standaard- of telelens, compositie, kleur etc. aan de orde. Studeren dus! Begonnen als"vogelfotograaf" (zie boven), heb ik me daarna ook bezig ge houden met landschaps- en macrofotografie. Landschapsfotografie Bij landschapsfotografie is het vooral belang rijk om niet direct naar de camera te grijpen maar eerst eens rustig te kijken hoe en wat je precies wilt fotograferen (ga eerst een tijdje zitten en laat het landschap op je inwerken). Kijk naar compositie scherp tediepte, standpunt, te gebruiken lens, lichtinval enz. Een stevig statief is een erg handig hulpmiddel zodat je, erg handig bij zoomlenzen, de juiste beelduitsnede kunt instellen. Gebruik je een lens met een vast brandpunt loop dan eens een stukje naar voren of achteruit. De uren rond zonsop gang en zonsondergang zijn favoriet door dat het licht mooi zacht is vergeleken met het wat harde licht (vooral bij zonnig weer) op het midden van de dag. Bezit je camera de mogelijkheid om vooraf de spiegel op te klappen maak er gebruik van zodat tril- lingsonscherpte door het opklappen van de spiegelvooral bij lange sluitertijden en te lelenzen, wordt voorkomen. Speel ook eens met de horizon, hoog of laag in je beeld en let op storende dingen in de achtergrond bijv. hoogspanningsleidingen, autoverkeer, lelijke blinkende hangaars etc. Wees bij het bekijken van de resultaten thuis op de computer kritisch voor jezelf en heb je er helemaal niks van gebakken: volgende keer beter. 10 Macrofotografie Macrofotografie kent z'n eigen problemen: vooral de zeer beperkte scherptediepte van een macrolens is vaak een probleem. Iets beter in dat opzicht is een groothoeklens die wat meer scherptediepte geeft maar ook wat minder vergroting. Een stevig statief is een must! Een macrofoto valt of staat ook met een rustige achtergrond. Zonlicht op grashalmen of bladeren geven storende lichtgekleurde, onscherpe lijnen of vlekken in je beeld. Om vlinders en libellen te fotografe ren moet je je onderwerp als een sluipende indiaan benaderen en vooral veel geduld hebben. Het is een kwestie van veel doen om erachter te komen tot welke afstand ze jou nog tolereren, 's Morgens vroeg als ze zich nog zitten op te warmen biedt kansen! Onontbeerlijk bij dit alles is een gedegen kennis van je onderwerpen. Denk, als deze beestjes je al een aantal keren te vlug afzijn geweest, ook eens aan rupsen. Oefenen op dit soort onderwerpen en met deze vorm van fotografie kan heel aardig in je eigen achtertuin. Zit al dit moois echter op een wiegelende bloem of grasspriet doordat er zelfs bij weinig wind nog altijd beweging is dan is dit een mooie gelegenheid om je geduld te beoefenen en te wachten tot het even windstil is. Vogelfotografie Voor vogelfotografie tenslotte is een lichtsterke telelens noodzakelijk, eventueel met converter om de brandpuntsafstand te vergroten.Trillings- vrij fotograferen voor het maken van scherpe opnamen vereist specifieke attributen. Om dicht genoeg bij je onderwerp te kunnen komen is een schuilhut of schuiltentje nood zakelijk. Ook fotografie met gebruik van de auto als "schuilhut" biedt goede mogelijkheden. Wil je kleine zangvogels beeldvullend vanuit een schuilhut op de plaat zetten beweeg dan niet heftig achter de zoeker van je camera want als de vogel in de lens kijkt ziet hij elke beweging achter de zoeker, jou dus, haar scherp. Mezen is in dit opzicht de favoriete soort om te oefenen. Zij zijn doorgaans minder schuw dan een roodborst of zwartkop. In mijn schuiltent heb ik een zelf gemaakte ta fel waarop een zak ligt die gevuld is met en kele kilo's rijst zodat ik daar de telelens flink kan indrukken: constructie aanbevolen. Een of langer) even nadenken over je kledij! Wat voor apparatuur je ook hebt, bij dit soort fotografie loop je toch steeds weer tegen dezelfde grenzen aan van sluitertijd (be- wegingsonscherpte), diafragma (scherpte diepte) en ingestelde iso-waarde (ruis). Ideaal is natuurlijk een iso-waarde van 50 of 100 (geeft de minste ruis in je foto) een zo kort mogelijke sluitertijd (bij een 300 mm lens minimaal 1/300 ste seconde, liefst nog kor ter) en een diafragma enkele stops boven de grootste lensopening. In de praktijk zal het echter vaak neerkomen op het zoeken naar een zo gunstig mogelijke combinatie van sluitertijd/diafragma/iso-waarde. Een uitdaging! Doe ook geregeld een lichtmeting want het licht is vaak aan snelle veranderingen onderhevig. Door kennis te vergaren van vogelgedrag (vaste aanvliegroute?) vogel geluiden, vogelvoer en het inrichten van een drinkplaats zijn sommige vogels redelijk voorspelbaar in hoe en wanneer ze voor je lens verschijnen. Vooral bij het fotograferen van kleine zangvogels wordt je kennis en kunde op de proef gesteld. Denk maar eens aan het nerveuze gedrag van een tjiftjaf bij een drinkplaats of een zwarte mees op het wintervoer. Zitten die vogels ooit stil?! Vele opnamen zijn dan ook meteen rijp voor de prullenmand. Tenminste het oog scherp en liefst nog een mooi lichtje erin moet je voor jezelf toch wel als criterium voor een geslaagde foto hanteren. De ontwikkelingen in de cameratechniek en steeds weer betere lenzen gaat onverminderd voort. Ik denk aan HDR fotografie (het combineren van enkele beelden om in je foto meer scherp tediepte te verkrijgen), razendsnelle auto- focussystemen, steeds snellere cameracom puters om beelden weg te schrijven etc. Het belangrijkste onderdeel van je camera blijft echter de gebruikte lens. Laat je hoofd niet op hol brengen en ren niet achter iedere nieuwe ontwikkeling aan. Veel belangrijker is je eigen apparatuur door en door te leren kennen want het is echt niet zo datje betere foto's maakt door steeds meer en vaak niet gebruikte knopjes op je camera. Tot slot nog een opmerking. Vogelfotografie gaat vaak met emoties van de fotograaf gepaard. Andere mensen die je beelden bekijken ervaren deze emotie niet. Wil je een objectieve be oordeling van je fotografische kunde en kennis overweeg dan eens om lid te worden van een fotoclub en wanhoop niet als daar je eerste getoonde beelden direct naar de prullenmand worden verwezen. Maar als je gegrepen bent door het fotografievirus en dus voor stevig statief en ik bedoel daarbij een echt exemplaar voldoet natuurlijk ook prima, uiltentje kan het bloedheet of afhankelijk van het jaargetijde kruipt (meestal voor enkele uren Ul Pt P P P P in P

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2011 | | pagina 6