De libel
Qj
In Nederland zijn er ruim 70 verschillende
soorten libellen.
Hoe ziet een libel eruit?
Twee paar stevige, niet-opvouwbare vleugels
met veel adertjes
De vleugels zijn niet met elkaar verbonden.
Hierdoor kan de libel bijzondere kunstjes
uithalen, zoals stilstaan in de lucht, verticaal
opstijgen en zelfs achteruit vliegen. Libellen
kunnen wel 50 km per uur vliegen, en is daar
om het snelst vliegende insect.
Grote facetogen op een beweeglijke kop
Het bovenste gedeelte van de ogen ziet
scherp op afstand en het onderste dichtbij.
Om licht en donker te kunnen onderscheiden
heeft de libel nog drie enkelvoudige ogen.
Die zie je als kleine bolletjes voor aan de kop.
Een langwerpig achterlijf
Het lange achterlijf bestaat uit tien delen en
is zeer buigzaam en wordt gebruikt om mee
te sturen.
Het borststuk is schuin gericht
Het voorste borstgedeelte zit met beweegbare
verbindingen aan de kop vast. Hierdoor kan
de kop in alle richtingen bewegen.
Twee zeer dunne en korte voelsprieten op de kop
Door de antennes te vervormen, kan de libel
de snelheid meten.
De poten zijn naar voren geplaatst
De poten zijn eigenlijk meer om te jagen
en de prooi vast te houden en niet meer zo
zeer om mee te lopen. Als ze vliegen vormen
de poten een soort vangnet. De kleine stijve
haartjes ('doornen') zorgen ervoor dat de
prooi niet meer kan ontsnappen.
Grote mond
Met de forse monddelen kan een libel hard
bijten, maar ze steken niet.
Waar leven libellen?
Libellen leven een groot deel van hun leven
aan het water, bijv. plassen, moerassen, beken,
rivieren. Volwassen libellen (imago's genoemd)
zijn in Nederland van begin mei tot eind ok
tober te vinden. In de winter vind je alleen
libellen als ei of larve in het water.
Libellen zijn echte zonaanbidders. Bij warm,
zonnig weer zijn libellen actief en vaak te
zien. Bij slecht weer kruipen ze weg of gaan
in bomen hangen.
De meeste soorten vliegen na het uitsluipen
tijdelijk weg van het water, om te jagen, ge
slachtsrijp te worden en nieuwe gebieden
te zoeken. Vooral op zonnige, windluwe
plaatsen zijn ze dan te vinden, ook als er geen
water in de buurt is. Bijv. langs bosranden,
op zonnige bospaden, beschutte heidevelden
en graslanden.
De ontwikkeling van de libel verloopt vanaf
eitje via larve tot volwassen insect met vleugels.
Een volwassen libel leeft ongeveer zes tot
acht weken.
Vóór de paring brengt het mannetje zijn
sperma over naar zijn secundaire geslachts
orgaan. Het mannetje grijpt het vrouwtje bij
het halsschild of achter de kop, waardoor ze
in tandem gaan vliegen. Vervolgens wordt het
paringswiel gevormd doordat de onderlijven
bijeen gebracht worden. Het vrouwtje neemt
dan het sperma over van het mannetje; be
vruchting vindt pas plaats bij de eiafzet. De
paring kan enkele seconden tot meerdere
uren duren.
Eitjes
De eitjes worden door het vrouwtje afgezet
met haar legapparaat. Bij veel soorten wordt
het vrouwtje tijdens het leggen nog steeds
vastgehouden door het mannetje dat haar
heeft bevrucht. Het ei-afzetten verschilt per
soort. Op waterplanten of in de modder net
onder het wateroppervlak of door verstrooiing
over het water. De meeste eitjes hebben
ongeveer twee tot vier weken nodig om tot
larve te groeien. Eitjes worden bedreigd door
uitdroging en wespen. De vrouwtjes van sluip
wespen leggen hun eitjes graag in libelleneieren.
jtgekomen larve is zeer gevoelig
arom gaat ze zich vaak en snel
vervellen om daarna te kunnen overwinteren.
Larven lijken wel op volwassen libellen. De
ogen zijn wel kleiner, en het lijf korter en ze
hebben geen vleugels. Larven blijven van
een paar maanden tot vijfjaar onder water,
dit kan per soort verschillen. Ze vreten veel
en jagen op kleine waterdiertjes en zelfs
kleine visjes. Ze hebben hiervoor een ver
lengde onderlip die ze heel snel kunnen
uitklappen. Maar larven kunnen ook zelf
opgegeten worden door vissen, kikkers,
waterinsecten en zelfs door andere libellen
larven.
Voor de laatste vervelling, van larve naar
volwassen libel, verlaten ze het water. Dit is
best gevaarlijk voor de libel, omdat het soms
uren duurt om op te drogen en het diertje
droge vleugels en een droog lichaam moet
hebben voor het kan vliegen. Na het uit
sluipen van een libel blijft het larvenhuidje
achter op een plant, waar het vaak nog best
een tijd blijft hangen. Zoek maar eens goed
in planten die langs of in het water staan.
Larvenhuidjes kunnen, mits droog, lange
tijd bewaard worden in bijvoorbeeld lege
fotoroldoosjes. Je kunt ze ook aan een in-
sectenspeld prikken en bewaren als in een
insectenverzameling. Je moet het huidje
dan wel met een druppeltje lijm aan de
speld vastplakken, anders schuift het naar
beneden.
Wist je dat er een leuk boek te koop is over
libellen? Het heet'Libellen in Zeeland'. Het
kost 15,- en is te bestellen bij Het Zeeuwse
Landschap.
Elisabeth Hoek
Ph
O
O
Foto: Watersnuffei, facet en puntogen zijn goed te zien
- Ommie Calle
C
S
O
3
Qj
2
CQ
C
Qj
CQ
Qj
P
Foto: Tengere grasjuffer, de vangpoten zijn goed te zien
- Sandra Dobbelaar
O)
O)
in