8 B We kunnen het toch zeker ook wel zonder gif? o vegetatie centraal. De grondsoort van de dijken is zavelig of zanderig en de zon kan de dijk goed beschijnen. De zuidelijk gele gen taluds warmen flink op en hier ontstaat een speciaal menu waar planten kunnen groeien die normaal gesproken voorkomen in zuidelijker gelegen streken. Tot enige tientallen jaren geleden is het beheer lange tijd perfect geweest om een gevarieerde vegetatie te krijgen. Schaapskuddes trokken door de streek en begraasden de dijken. De kuddes zorgden er ook voor dat zaden van planten tussen de verschillende gebieden uit konden wisselen. Verder werden delen van vegetatie was hersteld konden ook voor deze dijken beheersubsidies aangevraagd worden. Het optimale dijkenbeheer is relatief duur. Een dijk moet minstens eenmaal per jaar gemaaid worden en het maaisel dient afgevoerd te worden om de voedselrijke vegetatie te verschralen. Op de steile dijkta- luds is dit niet eenvoudig. Vervolgens komt het volgende probleem. Waar blijf je met het maaisel? De beheersubsidie was in veel gevallen niet toereikend voor het uit te voeren beheer. Dit is een van de redenen dat veel particulieren en landbouwers geen contract hebben afgesloten met de overheid (subsi- dijken gehooid. Na het verdwijnen van schaaps kuddes en ander vee werd het beheer van de dijken anders. Landbouwers in Zeeland specialiseerden zich meer in akkerbouw. Door het achterwege blijven van beheer verdwenen ook de specifieke natuurwaarden. Bloemrijke vegetaties maakten plaats voor brandnetel- en bramenvegetaties en de be roemde Zeeuwse bloemdijken waren bijna nergens meer te zien. Daarom is door de provincie Zeeland het actieplan "van ruigte tot bloemenzee" opgesteld. Terreinbeheerders kregen dijken toebedeeld om te beheren. De gemiddelde landbouwer wilde graag van deze klus af. Via subsidieregelingen konden beheersubsidies aangevraagd worden. Voor particulieren en landbouwers was op be scheiden schaal een project gestart om op de meest kansrijke locaties achterstallig onder houd weg te werken. Nadat de bloemrijke dieregeling natuur en landschap) voor het beheer van de dijk. Het beheer is ook spe cialistisch. Er komen diverse machines aan te pas en er is veel regelwerk voor nodig. Het is wel zo dat, als men hierbij collectief samen werkt, de kosten kunnen worden verlaagd In het kader van het wegwerken van achterstallig onderhoud is in midden en oost Zeeuws-Vlaanderen circa acht kilo meter bloemdijk in beheer. Als dit beheer niet voortgezet wordt, zullen deze dijken weer verruigen. Dit is niet alleen jammer voor de natuurwaarden, maar ook voor de wandelaar en de fietser als die tijdens een tochtje door het landelijk gebied in de toe komst niet meer zou kunnen genieten van de bloemrijke dijken. Alex Wieland De schappen met insecticiden en pesticiden lijken ieder jaar weer uitgebreider. Nog meer middelen om nog meer dood te maken. Is dat nodig? Of kunnen we er ook op een andere manier mee omgaan? Insecten vormen een belangrijke voedselbron voor veel dieren. Insecten zoals bijen en hommels zijn belangrijke bestuivers voor onze planten en zonder hen zou het een stuk minder mooi zijn buiten en zouden we zelf ook veel minder te eten hebben. Die dieren hebben dus wel degelijk nut en helpen mee aan het biologisch evenwicht. De grootste lastpakken zijn misschien wel de stekers. Jeukende bulten, zwellingen, niet echt een pretje. Maar welke dieren steken er en wat kunnen we eraan doen om dat te voorkomen? De vrouwtjes van muggen hebben ons bloed nodig voor de ontwikkeling van hun eitjes. De mannetjes steken dus niet! Muggen hebben een hekel aan citroengeur en zijn met die lucht of die van lavendel al goed op afstand te houden. Maak ook gebruik van horren. Bijen en wespen steken ons als ze bang zijn en denken zich te moeten verdedigen. Als we dus niet wild gaan zwaaien met onze armen en gaan gillen, dan zal er niet snel wat gebeuren. Blijf dus rustig en loop langzaam weg. Aan het einde van de zomer zijn vooral wespen wel wat opdringeriger, omdat ervoor hen steeds minder voedsel te vinden is de natuur. Onze limonade en ijsjes zijn dan wel erg aantrek kelijk voor hen. Wespenvangers werken met dat gegeven, maar laten wespen verdrinken, terwijl dat helemaal niet nodig is, je kunt ze immers ook gewoon op afstand houden. Nesten worden vrijwel altijd vernietigd, terwijl ze ook verplaatst kunnen worden als ze ten minste niet helemaal klem tussen muren zitten. Bijna alle dieren die op een bij of een wesp lijken worden meestal dood gemept, maar lang niet ieder beestje dat er zo uitziet, is ook daadwerkelijk bij of wesp. Veel zweef vliegen imiteren bijen en wespen om er zelf gevaarlijk uit te zien en dus beter te overleven. Dat werkt misschien wel bij de dieren, maar helaas niet bij de mens. Zweefvliegen kunnen niet eens steken. Je kan ze herkennen aan de korte antennen en hun zwevende gedrag. Dazenkun je op afstand houden door de geur joorn(olie) te verspreiden. Ook een jor wie vee heeft rondlopen. Behalve steken is er nog meer overlast op te noemen, denk maar aan mieren die binnen komen wonen, de luizen die de rozen aan tasten, de rupsen die de kolen opeten en ga zo maar door. Toch is dat niet altijd een reden om naar het gif te grijpen. Er zijn ook zogenaamde grootmoeders middeltjes die prima helpen en waar je het milieu niet mee aantast. Zo komen die mieren niet over koperen bui zen heen en ookslakken kanje zo op afstand houden met kopertape die je op je potten kan plakken. Als je afrikaantjes of andere sterk geurende planten tussen de bonen zet, dan blijven ze luisvrij en dat werkt ook bij rozen. Bovendienlieveheersbeestjes zijn dol op luizen en de mezen zijn dol op rupsen. Onkruid bestrijden gaat heel goed door te schoffelen en tussen de tegels krijg je het weg door een keer kookvocht van aardap pelen erover heen te gieten. Laat de natuur zoveel mogelijk zijn gang gaan en grijp alleen in waar het echt nodig is en probeer dat dan zo vriendelijk mogelijk te doen. 'O/D N Cathy Boogaard M b a> ZP CO rH P P O» iP O» Q

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2012 | | pagina 8