1 I Op een kleine oppervlakte is van alles te vinden, van veenmossen tot kalkminnaars. Ik heb voor de gelegenheid het aantal Zeeuwse mossoorten eens uitgerekend. Dat blijken er 221 te zijn. Ruim één op de drie Nederlandse soorten komt dus voor in de provincie Zeeland. Dat is, als je er even over nadenkt, nogal opmerkelijk. Ruim 180 daarvan komen voor in Zeeuws-Vlaanderen. Dit zijn, let wel, alleen mijn eigen waarne mingen, het werkelijke aantal ligt in beide gevallen nog iets hoger. En als u mij naar mijn voorkeur vraagt? Ik denk: Zuid-Beveland voor de steenbewoners (de oude dorpen!), Zeeuws-Vlaanderen als geheel voor de bodembewoners (vanwege de af wisseling), de bossen op de zandstrook langs de grens voor de epifyten. Meer weten over mossen Wie iets meer wil weten over mossen, moet eens kijken op www.blwg.nl, de webstek van de Bryologische en Lichenologische Werk groep (lichenologen zijn korstmoskundigen). Mossenstudie heeft de naam moeilijk te zijn, maar mensen die zich met zowel mossen als paddenstoelen bezighouden, hebben mij verzekerd dat de problemen met padden stoelen vele malen groter zijn dan die met mossen. Overigens: niemand dwingt niemand om tot de bodem te gaan. De vormenrijkdom van de plantjes is ongelooflijk, maar vaak pas zichtbaar onder een loep. Mossen groeien bijna overal, je hoeft er nooit ver voor te lopen en de meeste zijn er het hele jaar. Dat artikel eind jaren tachtig had gelijk. Hans de Bruijn CC p£ 'CJD Tortula protobryoides R.H. Zander Gesloten kleimos <1980 (18 atlasblokken) 1980(201 atlasblokken) =>1980 (gerevideerd herbarium materiaal) (c) 2012 BLWG A ft P P O) in P

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2012 | | pagina 15