Weer in de wolken Hoe weet jij hoe het weer van deze dag eruit ziet, zonder op Buienradar te kijken? Hou jij je vinger in de lucht en voel je of er wind is en van welke kant ie komt? Gebruik je een thermometer, een verrekijker, een windmo lentje, een ballon,een barometer Hoe komen Buienradar en de weerman of -vrouw aan de gegevens over het weer dat op komst is? Gebruiken ze de hierboven genoemde materialen of gebruiken ze ook een computer? Wat is nu het weer? Om de aarde zit een luchtlaag. Deze luchtlaag noem je ook wel de atmosfeer of de dampkring. Het weer is de toestand van de dampkring. Wind, neer slag en temperatuur bepalen die toestand. Belangrijk daarbij zijn de kracht en de rich ting van de wind, de hoeveelheid neerslag en de hoogte (of laagte) van de temperatuur. Dat wordt allemaal gemeten. Om een weersvoorspelling te maken worden weerballonnen opgelaten om metingen te doen en kijken ze op radarbeelden en satel- lietbeelden. Op de radarbeelden zie je waar de neerslag valt en op de satellietbeelden kan je zien hoe de wolken bewegen. Al die gegevens worden over heel de wereld, 24 uur achter elkaar, elk dag en 7 dagen lang, elke week gemeten en verzameld. Een 'super computer berekent daaruit een voorspelling van 10 dagen vooruit. Wolken ontstaan vaak in opstijgende lucht. Stapelwolken ontstaan zomaar, vaakals vanaf de grond warmere lucht opstijgt in iets min der warme lucht. De warme lucht zal bij het opstijgen door Ifflfalende druk en het uit zetten steeds verder afkoelen. Die afkoeling kan ongeveer 10 °CBer kilometer hoogte zijn. Hierdoor wordt de vochtigheid van de lucht groter. Door h^Rtstaan van piepkleine druppeltjes (0,001 - 0,1 mm doorsnede) ev. Ph Qj i—H O cö Qj Qj i—H CC kunnen we het vocht zien: het wit van de wolk. De druppeltjes vallen (heel) langzaam (van 1 cm per uur tot 1 m per uur) tegen de omhoog stromende lucht van de wolk in. De wolk is dus geen voorwerp, want niets houdt de druppeltjes bij elkaar. Een zuchtje drogere lucht kan zo een gat slaan in een wolk. Als een stuk wolk droge lucht binnen drijft, kan hij binnen 5 minuten helemaal verdwenen zijn. Een wolk is wel een groter samenhangend gebied waar de luchtvoch tigheid groter dan 100% is. Ook kunnen wolken ontstaan door zeer langzame stijging van lucht boven grote oppervlakken. Of door afkoeling van lucht die over een koud oppervlak stroomt. Bij voorbeeld na een periode van winterse kou waarbij het aardoppervlak sterk is af gekoeld. Maar ook door verdamping uit een onderliggend wateroppervlak of door menging met andere lucht. Zo ontstaat dik wijls lage bewolking of mist. Winterwolken bevatten minder water dan zomerwolken. Er zijn verschillende soorten wolken. Veder wolken (=cirrus) zitten op minstens 3 km hoogte. Ze ontstaan uit ijskristallen, die aan één kant omlaag vallen en daar in een sterkere wind terechtkomen. Vandaar dat ze 'uitwaaieren'. Schaapjes-of ribbelwolken (=a\to/stratocu- mulus) zitten hoog in de lucht en ontstaan, doordat de wind er boven met een andere kracht waait dan de onderwind. Stapelwolken (=cumulus) zien er vaak prachtig uit. Als de onderkant vlak is, blijft het meestal nog lang droog. Ook worden wolken voor een klein deel gevormd door vliegtuigen. Wanneer je een vliegtuig op grote hoogte ziet vliegen kun je witte lijnen achter het vliegtuig zien. Dat zijn condenssporen of vliegtuigstrepen. Anja van der Giessen O» cc

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2012 | | pagina 22