is een heideveldje. Ook dit is weer iets van vroeger tijden. In een niet zo heel ver verleden liepen hier nog schapen op de heidevelden. Die hei probeert men nu terug te halen door op een terreintje het gras af te plaggen. De zaden zitten nog steeds in de grond en door het afplaggen krijgen ze weer kans om te kiemen. Om de hei te helpen, worden de bramenstruiken die snel de kop opsteken met de hand verwijderd. We zagen al veel heideplantjes, ook jonge plantjes. De gids vertelt dat er in de zomer op dit stukje hei ook zandbijtjes zitten. Aan de andere kant van het pad zien we nogal wat aardappelbovisten. Deze paddenstoelen springen van boven open en blazen zo hun sporen de lucht in. Grappig om te zien. We komen via de bed ding van het droog staande infïltratiekanaal op het fïtnessveldje. Vooral de evenwichtsbalk daagt de mensen van het groepje uit. De gids wijst ons op het gele dekzand dat op de oever van het kanaal duidelijk te zien is. We komen langs een geringde boom, rondom is een ring schors weggehaald. Dan gaat de boom toch dood? Dat blijkt nou juist de bedoeling te zijn. In dood staand hout kunnen spechten hun nesten uithakken. Achter de schors kunnen ze voedsel, insecten vinden. Daarom worden dode en omgevallen bomen niet weggehaald. Ze trekken insecten en paddenstoelen aan. [vlakbij zien weHok nog een aantal parelstuif- zwammen. Enkele ervan zijn opgebarsten, het grijze poeder kun je binnenin zien. We volgen een paadje dat tussen de varens nauwelijks te zien is en komen weer bij een infïltratiekanaal. Er staat geen water in maar de gids vertelt dat hier in de winter het water redelijk hoog staat. In het voorjaar en zomer staan er veel planten zoals gele lis, watermunt, grote waterweegbree, wederik, kattenstaart, jacobskruiskruid en heel veel varens. Op het jacobskruiskruid zie je dan de zwart-gele rupsen van de sint jacobsvlinder en ook van andere vlinders kun je met al die bloemen volop genieten. Even daarna zien we de akkertjes waar HZL, een aantal stichtingen en vrijwilligers zich de laatste jaren voor inzetten. De akkertjes worden gescheiden door ondiepe slootjes. We kunnen de gewassen niet meer zien maar er stond luzerne, hemelgerst, zwarte haver en sint- jansrogge. Er zijn ook proefveldjes waar kleine hoeveelheden zaden uit genenbanken ge zaaid worden. Met de akkerzaden worden ook bloemen meegezaaid zoals de bolderik, gele ganzenbloem, korenbloem, klaproos en nog meer moois. We kijken over het grote grasterrein. Deze grasvelden gebruikten de boeren vroeger, toen hier nog vlas verbouwd werd, voor het dauwrotten van vlas. Dit was onderdeel van de verwerking van vlas en het maakte de vezels los. Even verder zien we de Amerikaanse vogelkers. Deze struiken zijn een plaag. Ze overwoekeren alle planten en bomen. Omdat de vogels de bessen eten, worden deze stuiken steeds opnieuw gezaaid. Men probeert deze struiken te bestrijden door ze op 1 meter hoogte te snoeien. De schooljeugd heeft hier al vaak een handje bij geholpen. Op wat dood hout zien we nog elfenbankjes en in een bocht vallen de knalgele trilzwammen meteen op. Zulke kleurige paddenstoelen verwacht je toch niet. We lopen langs een terreintje waar een rijtje knotwilgen staat. Deze worden ongeveer om de vijfjaar geknot. Vroeger werden de takken van de wilgen gebruikt voor het stoken van de bakovens en het maken van handgereedschap. Nu worden er nog wel hout walletjes van gemaakt waar egels, muizen en vogels bescherming en voedsel kunnen vinden. We zien het pompstation weer voor ons en dat betekent het einde van de wan deltocht. Was je nog nooit in dit gebied dan is het zeker de moeite waard om eens met een excursie mee te gaan. Fien Bussens P P O) in 02 p

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2012 | | pagina 9