deze pagina is leeg vanwege het layout, omdat het Stek- kertje met een rechte pagina begint- is alleen bij de op maak niet in het boekje Zaterdagmiddag 24 augustus, de vakantie zit er weer op en acht Stekkertjes verzamelen zich samen met de drie experts van de in sectenwerkgroep in Kapellebrug. De nacht ervoor zijn met een lichtval al bijna 200 nachtvlinders gevangen en gedetermi neerd. De Stekkertjes kijken vol bewondering naar de slapende Huismoeder, de Muntspanners, de Lieveling, de Windeverdermot (bijna niet als vlinder te herkennen) en de vele andere soorten, ledereen bewondert de vele variaties in kleur en tekening van de vleugels. Het blinken van de Koperuil vinden de kinderen heel bijzonder. Als de vlinders goed zijn be keken, laten de kinderen ze weer vliegen. Dan gaan we het bos in op jacht naar dag vlinders, sprinkhanen en krekels. Zowel Eddy Taelman als de Stekkertjes vinden allerlei soorten, waaronder enkele bijzondere: een Muntvlindertje, een Bruin blauwtje, een Bont Zandoogje, Geaderde Witjes.... eigenlijk te veel om op te noemen. Waar de kinderen ook mee kwamen, Joop de Bakker wist te vertellen welke soort ze hadden gevangen. """:"khanen in alle soorten en hele grote groene aan toe, cm lang. ledereen raakte opgetogen van de vondst van het mooie Rozenblaadje, een zeldzame nachtvlinder. Intussen vertelde Joop Rijnders allerlei leuke weetjes over de bloemen en liet hij ons zien waarom het Leeuwenbekje zo genoemd is. Verderop in het bos bij het krekelveldje stond de Zuring en de Heide volop in bloei. Eddy wist wel drie Zuringspanners te vangen, mooi van kleur; deze komt in Zeeland alleen in de Clingse bossen voor. En de Stekkertjes wisten twee Veldkrekels uit hun holletjes te lokken. Knap! Als klap op de vuurpijl vonden we in een heidestruik de zeldzame Wespenspin of tijgerspin. Nat maar voldaan gingen de Stekkertjes, als volleerde vlinder- en krekel lokkers weer naar huis. Hanneke Smulders QJ (2 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2013 | | pagina 10