w
Spinnen
\3
HMHfi t
Het is herfst. De tijd dat iedereen aan spin
nen moet denken. Vieze spinnenwebben
en enge beesten met acht poten. Weg ermee!
Maar als je er eens goed naar kijkt, zul je
ontdekken dat spinnen heel mooi zijn en
interessant. Ze kunnen allerlei kleuren
hebben en verschillen in grootte. De ene
soort kijkt je met vier ogen aan, de andere
met wel acht! Ga eens op spinnentocht in je
eigen huis of tuin en je zult versteld staan.
In het donker
Je kunt het beste 's nachts op zoek gaan
naar spinnen. Pak een zaklantaarn en kijk
maar eens tussen de planten, in hoeken of
in gaatjes in de muur. Schijn je met je zaklamp
in de ogen van de spin, dan zie je ze opgloeien.
Dat komt door een reflecterende laag achter
in het oog. Deze laag zorgt er voor dat het
licht wordt terug gekaatst en nog een keer
door het oog gaat. Daardoor kan het oog in
het donker heel goed zien. Veel nachtdieren
hebben dat.
Man of vrouw
ledereen weet dat spinnen acht poten hebben,
maar waarom tel je er dan steeds tien? Waar
schijnlijk tel je de twee pootachtige dingen
mee, die aan de zijkant van de kop zitten.
Dit zijn de palpen. Spinnen gebruiken ze om
mee te voelen, te grijpen en om te proeven. Bij
mannetjes lijken het wel bokshandschoenen.
Hun palpen zijn aan het eind wat dikker, net
als trommelstokjes. Met de palpen kunnen
mannetjesspinnen sperma in het vrouwtje
brengen. Sommige soorten wolf- en zebras-
pinnen gebruiken ze als vlaggen om te dreigen
of om een vrouwtje te versieren.
Vier of acht
Als je door een loep naar de kop van een
spin kijkt zie je kleine zware kraaloogjes. De
meeste spinnenogen zijn zo eenvoudig dat
ze helmaal niet zo goed kunnen zien. Ze zijn
niet blind en we weten dat sommige soorten an
dere spinnen en roofdieren kunnen waarnemen
doordat ze details en beweging zien. De meeste
soorten spinnen hebben acht ogen in twee
rijen. Er zijn er ook die zes ogen hebben, zoals
de roodwitte celspin. Weer andere hebben
er maar vier.
Harige voeten
Dankzij hun haren kunnen spinnen tegen
gladde muren klimmen en over het plafond
lopen. Elke spinnenvoet heeft een heleboel
speciale haren. Ze lijken op borsteltjes en
hebben elk haartje heeft een afgeplat einde
dat werkt als een soort sticker. Een spin
heeft zo veel grip, omdat hij als het ware
blijft pakken.
Op de poten zitten haren die gebruikt worden
om mee te kammen. Niet alleen om alle an
dere haren gezond te houden, maar ook om
de zijde (waarmee spinnendraden worden
gemaakt) de juiste vorm te geven.
Geen web maar
Elke spin heeft zijn eigen manier om zijn
prooi te vangen. Het ronde spinnenweb
kennen we allemaal wel. Als je door de tuin
loopt, kun je nog veel andere soorten webben
ontdekken. Wat dacht je van trechters of
hangwebben? Springspinnen maken helemaal
geen web. Juist ja, die springen gewoon op
hun prooi als die even niet op let.
Surfen
Geloof het of niet, maar spinnen worden op
zee gevonden en in de lucht, zelfs op een
hoogte van 3 kilometer! Ze gebruiken lucht
stromingen om de wereld rond te zwerven.
In de herfst merk je het beste hoe ze dat
doen. Als het gras nat is van de dauw, zie je
vaak overal tussen het gras lange spinnen
draden. Wie goed zoekt, zal zien dat er piepkleine
spinnetjes in het gras zitten. Ze wachten tot
de wind hun draad pakt en omhoog voert.
Als de wind sterk genoeg is, zweeft de spin mee.
Kijk onder de trap of in een hoekje van je
kamer en je zult hem vinden. Blaas je voor
zichtig tegen het web, dan gaat ze heftig
gaan schudden. Het gaat dan zo snel datje
nog maar een vage vlek ziet. Handig als je
niet opgegeten wilt worden.
Het vrouwtje van de tijgerspin heeft mooie
strepen als een tijger. Ze is veel groter dan
het mannetje. Oppassen dus!
De echte meester van het web, maakt het
grootste wielweb van alle Nederlandse
soorten. Het vrouwtje heeft een dik lijf met
een tekening in de vorm van een kruis.
V,
Hoewel hij acht poten
spin. Hooiwagens he
kunnen geen zijde rr
knoopvormig lijf laag
heeft, is dit toch geen
aben geen gifklieren,
aken en hebben een
tussen de poten.
Sandra Dobbelaar
Het grootste deel van het jaar jagen ze tussen
het gras. Ze rusten vaak op plantenstengels
met uitgestrekte poten: de voorste twee
j elkaar.
GO
Pt
Pt
i3
C
.QJ
C
3
.c
H
o>
X