a I Nesten wm m a £C C\ V CfO, GC Bij het woord 'nest', denken we meteen aan vogels. Toch maken lang niet alleen vogels nesten. Egels maken een nest en bijen en muizen ook. En zo zijn er nog een heleboel andere dieren. Die maken allemaal hun eigen typische nest. Kijk maar eens mee naar de verschillende soorten. Je zult verbaasd staan. Tunnel van planten In het voorjaar kleuren de mannetjes van de Driedoornige stekelbaars prachtig felrood op hun keel en borst. Ze gaan dan op zoek naar een goede plek en bouwen daar een nest. In de bodem wordt een ondiep kuiltje gemaakt. Daarna verzamelt hij stukjes van planten. Soms bijt hij dat zelfs van levende planten af. Van algendraden, bladeren, stukjes wortel en andere plantendelen maakt hij een stapeltje. Met een stof uit zijn nieren wordt alles aan elkaar geplakt. Aan allebei de kanten maakt hij er een gat in, zodat het een tunneltje wordt. De ruimte binnenin wordt nog wat groter gemaakt, door alles wat omhoog te duwen. En dan gaat hij op zoek naar een vrouwtje. Als een tennisbal Een piepkleine soort muis, de dwergmuis, maakt zijn nestje van grassprieten. Deze scheurt en vlecht hij tot een bol zo groot als een tennisbal. Het nestje zit vast aan de stengels van gras of graan en hangt boven de grond. De dwergmuis moet klimmen en klauteren om bij het nestje te komen. Gelukkig kan hij dat prima en zijn staartje komt daarbij goed van pas. Als een aapje krult hij dat rond de stengels om extra steun te vinden. Tussen de rommel van een ander Het gebeurt wel eens dat een boomhommel een nestkastje aanziet voor een holte in een boom. In het oude nestmateriaal dat in het kastje ligt, vindt de boomhommel haar plekje. Stevige coconnen worden gemaakt tussen het mos en de sprieten. Niet altijd is de vogel al klaar met broeden. Het gebeurt dus wel eens dat ze hun eitjes achter moeten laten, omdat een boomhommel hun nest heeft gekraakt. Bellenblaas Loop je lekker te wandelen onder de bladeren, voel je ineens water in je nek. Het regent niet, maar toch vallen er druppels. Als je goed zoekt, zul je zien dat het druppels zijn die van een bultje schuim afdruipen. Net of er iemand flink heeft lopen spugen. In dat soort hoopjes leeft de nimf van de Schuim- cicade. Deze zuigt plantensap. Om zich te beschermen maakt hij schuim om zich heen door lucht uit te blazen in het vocht dat hij uitplast. In een knikker De bladwesp prikt met zijn legboor in een blad van een schietwilg en legt daar een eitje in. Als daar een larfje uitkomt, begint het blad rond de larve heel hard te groeien. Er ontstaat een soort van knikkertje op het blad, waar de larve in leeft. Hij eet de holte waarin hij woont van binnenuit op en groeit. Als hij volgroeit is verpopt hij zich in de buitenrand die nog niet is opgegeten. Daarna kruipt hij als volwassen bladwesp naar buiten. Spookstad Larven van spinselmot leven soms in groepjes binnen een spinsel. De rupsjes eten bladeren. Wanneer er heel veel spinsels hangen, kunnen de takken helemaal kaal gegeten zijn. De struik of boom ziet er dan dood uit. Het gebeurt wel eens dat er een hele groep struiken kaal is gegeten. Allemaal zijn ze in spinrag ge wikkeld en dat ziet er spookachtig uit. Net als in een enge film. De meeste bomen en struiken groeien na de vreetpartij, als de larven groot zijn, weer gewoon uit en de spinsels verdwijnen. Sandra Dobbelaar 5 i3 C Qj I O) cc

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2014 | | pagina 12