i
•v
m*.
rf" :i>
\3
Heb je net een goed plekje gevonden in het
bos om even stiekem te plassen, word je in
je billen geprikt! Auw, Auw! Snel wegwezen!
Mieren! Je trappelt wild in het rond en slaat
de beestjes van je af. Je vergeet helemaal
je broek op te trekken... Oeps, dat moet
er gek uit zien voor de mensen die naar je
staan te kijken.Volgende keer beter opletten.
Gelukkig heb je wel weer een nieuwe soort
gescoord: de rode bosmier. Snel even invoeren
op waarneming.nl.
Jammer genoeg kunnen niet veel mensen
het waarderen als er mieren in de buurt
zijn. Zodra een nest in de buurt van ons
huis wordt ontdekt, pakken we zonder na
te denken een lokdoosje of giftig mieren
poeder. Maar waar maken we ons zo druk
om? Zijn we misschien bang voor mieren?
Wat weten we eigenlijk van mieren? Wie op
zijn knieën gaat zitten en eens goed kijkt,
zal een heleboel ontdekken!
Sterke vluggertjes
In onze omgeving leven ongeveer 20 soorten
mieren. Iedere soort heeft zo zijn eigen
manier van leven. Wat ze allemaal hetzelfde
hebben, is dat ze net als bijen, in een volk
leven. Een volk bestaat uit een of meerdere
koninginnen, heel veel werksters en in de
voortplantingstijd ook mannetjes. De koningin
is de baas en bepaalt wat er gebeurd. Zij legt
alle eitjes. Een mierenvolk is altijd druk bezig.
Verschillende mieren hebben elk hun eigen
taak. De diertjes die het nest uitgaan en voeder
sporen volgen, zoeken voedsel en andere
voorwerpen die ze terugbrengen naar het
nest. Je hebt vast wel eens een mierenspoor
tje gevolgd. Ze sjouwen met stukjes blad,
kruimels, dennennaalden of zelfs een dikke
rups. Zo'n kleine mier is supersterk. Mieren
houden van mooi weer en houden niet van
koudere klimaten. In Europa leeft dan ook
maar een klein deel van de rond negenduizend
soorten die op de aarde bestaan.
Zwarte wegmier
Een van de meest voorkomende en bekendste
mieren is de zwarte wegmier. Je kunt ze overal
tegenkomen. Ze zitten tussen de tegels, onder
een steen of bloempot. Op een warme zomer
dag vliegen ze ineens massaal uit om te paren.
Het zijn er ontzettend veel. Soms zie je het
nog eerder aan de vele vogels in de lucht,
die de vliegende mieren vangen. In een
korte tijd, kunnen ze hun buikje lekker vol
eten. Gelukkig blijven er meer dan genoeg
mieren over om het volgende jaar weer en
nieuw volk te stichten. Alleen de mannetjes
en koninginnen hebben vleugels. Wanneer
ze gepaard hebben, vallen hun vleugels af.
De mannetjes gaan dood, de koninginnen
zoeken een plekje om een volk te stichten.
Soms is dat bij een ander volk of zelfs bij
haar oude nest. Vaker echter zal ze zelf
een nieuw volk stichten. Ze zoekt dan een
holletje of spleet en sluit zichzelf op. Daar
legt ze haar eerste eitjes. De larven die er uit
komen worden de eerste werksters van haar
volk. Die verzorgen haar en al haar eieren
en larven. In snel tempo wordt de kolonie
steeds groter. Om te zorgen dat alles goed
blijft gaan, worden de taken verdeeld:
voedsel verzamelen, larven verzorgen of
bouwen aan het nest.
Naaldenberg
Je hebt ze vast wel eens gezien: enorme
mierenhopen van de rode bosmier. Van ver
af lijkt het vaak een gewone stapel van sparre-
of dennennaalden. Maar als je dichterbij
komt, zie je er honderden mieren op en om
heen lopen. Die hele stapel is door die kleine
beestjes gebouwd! Zo'n hoop heeft verschil
lende ingangen. Als je er in zou kunnen kijken,
zou je kunnen zien, dat er een heleboel
tunnels zijn. Boven de grond en onder de
grond. Met de gangen boven de grond
regelen de mieren de temperatuur in het
nest. Het mag er niet te heet en ook niet te
koud zijn. De openingen maken ze daarom
groter of kleiner als dat nodig is. Onder de
grond zitten kraamkamers. Daar worden de
eieren gelegd en de jongen grootgebracht.
Om te zorgen dat de ruimten niet instorten,
maken de mieren de wanden stevig met
een soort metselspecie dat ze maken van
grond en een vloeistof uit hun lichaam. Bij
ons in de buurt komt de rode bosmier met
name voor in de buurt van Clinge. Zie je
zo'n grote berg? Meld het dan even, want
het is voor Zeeuws-Vlaanderen heel bijzonder.
En vooral niet kapot maken natuurlijk.
Gaten kaas
r(
De glanzende houtmier maakt een heel ander
soort nest. Die kiest daarvoor een holle
boomstam uit. In het ondergrondse deel
overwinteren de mieren. Uit houtdeeltjes
maken de mieren een soort papierpulp. Met
een soort van suikeroplossing plakken ze
de houtdeeltjes aan elkaar. Daar bouwen ze
kamers van in de holten van de boom. Het
lijkt een soort gatenkaas van karton. De sui
keroplossing is tegelijkertijd voedsel voor
een schimmel. Deze schimmel komt altijd
voor in nesten van deze mieren. De schim
meldraden groeien door het bouwsel van
de mieren heen en geven extra stevigheid.
Prima geregeld zo: de schimmel heeft een
prima plekje om te groeien en de mieren
hebben een stevig huis. Glanzende hout
mieren zijn niet moeilijk te herkennen. Hun
naam zegt het eigenlijk al, maar ze glanzen
prachtig. Er zijn mensen die zeggen dat
deze mieren een beetje zoetzuur smaken,
net als een zuurstok op de kermis. Als je dus
twijfelt of het de glanzende houtmier is,
kun je altijd nog even proeven
Beetje bleek
Gele weidemieren leven vooral in het gras
of andere lange planten. Deze bleke mieren
leven het grootste deel van de tijd onder de
grond. Je ziet ze meestal alleen even als je in
de tuin werkt of het gras omspit. Soms maken
ze hun nest een beetje omhoog en komen
ze tussen de planten te zitten. Het lijken dan
eide molshopen. Bijzonder is dat
emier niet zonder wortelluizen
kan leven. De luizen maken honingdauw
dat de mieren eten en soms eten ze ook de
jonge luizen. Net als veel andere mieren
soorten, zorgt de gele weidemier dat het
heerlijk is in de kamers van zijn nest: niet
te heet en niet te koud. De luizen genieten
daar ook van mee. Om dit voor elkaar te krijgen,
moet het nest steeds een beetje worden
verplaatst of verbouwd. Het zonlicht moet
zo goed mogelijk worden opgevangen, zodat
de zandheuvel de warmte kan opnemen.
Daarvoor wordt de zijkant van de nestheuvel in
een bepaalde hellinghoek gebouwd. Grappig
is dat als het gras op en om het nest heen
groter groeit, de mieren het nest ook laten
groeien. Ze bouwen het gewoon een stukje
de hoogte in.
Natuurlijk is er heel veel meer over mieren
te vertellen. Wil je nog meer weten over
mieren en hun boeiende manier van leven?
Kijk dan eens op internet of in een van de
vele boeken over mieren.
Sandra Dobbelaar
Cv.
i3
C
3
O
-c
c
CU
N
c
Ph
O
CC