Je moet de ho(o)p niet opgeven r—-L. 1 to* Vervolgstudie Een (relatief eenvoudige) vervolgstudie zou kunnen aantonen waar de belangrijkste mi gratieknelpunten liggen en hoe deze vervolgens opgelost kunnen worden. Indien elders leefgebied van de kleine modderkruiper verloren zou gaan kan men met de uitvoering van voorgestelde maatregelen zo de be staande populaties versterken. Dankwoord Bij deze willen we de stagiair(e)s bedanken die veldonderzoek naar deze soort hebben gedaan: Jeroen Jansen, David Verschoor en Tineke van Dongen en vanuit De Steltkluut: Bas de Maat, Lucien Calle, Mark Dobbelaar, Luud Persijn en AlexWieland. Literatuur Pepijn Calle (Coördinator Zeeuwse visatlas) Wim Kaijser (student Aquatische Eco- technologie Hogeschool Zeeland) Het begon allemaal ergens in het vroege voor jaar van 2014. Meneertje en mevrouwtje zaten lekker uitgestrekt op de bank. Net na het eten en net voor het journaal is er op onze favoriete TV zender om die tijd altijd een documentaire over een dier, plant of land te zien, dus even lekker de dag achter je laten en ontspannen. Die avond ging het over een streek in Oostenrijk. Dit is natuurlijk extra leuk omdat mevrouwtje daar vandaan komt. Het ging over twee bij zonder kleurige vogels die helemaal vanuit Afrika daar - de streek ten noordwesten van wenen verblijven - er in het voorjaar eieren leggen en hun kleintjes groot brengen. Een van deze vogels was de bijeneter. Een rood, geel, blauwe vogel die van dat bijzondere landschap gebruik maakt en in de zandige wanden tussen de wijnbergen hun nesttunnels graven. Zoals zijn naam al verraadt, eet hij het liefst bijen maar ook veel andere soorten insecten die hij handig uit de lucht weet te vangen. Echter, helemaal weg waren we van de tweede vogel, de hop. Met zijn roodbruine kuif op zijn kop deed hij wel een beetje aan een indiaan denken. Zijn staart en vleugels zijn zwart met brede witte strepen. Hij heeft een lange, dunne snavel waarmee hij makkelijk grotere insecten, regenwormen, naakt- en huisjesslakken, spinnen, maar ook hagedissen kan vangen. Zijn bijnaam is"drekhaan"omdat hij zijn nest nooit schoon maakt (Duits "Dreck" vuil) en het voedselafval en uitwerpselen in zijn nest laat liggen. Het vrouwtje verspreidt tijdens de broedtijd een zware stank. De roep van de hop klinkt als "hoep, hoep"en hoewel hij vrij zachtjes roept, is het toch op grote afstand te horen. Een hop wordt ongeveer 28 cm groot... Als grote natuurliefhebbers en helemaal onder de indruk van deze documentaire, hebben mevrouwtje en meneertje spontaan besloten hun vakantie dit jaar in Oostenrijk door te brengen om (ook) op zoek naar de hop te gaan. Nadat alles gepland was en we in een heel bijzondere verblijfplaats zouden wonen - een oude wijnkelder - ging de reis halverwege juli richting het "Kamptal". Hoewel het in de rest van Oostenrijk aan het onweren en ha gelen was, konden we daar van schitterend weer en een heel mooi landschap genieten. Tussen het zwemmen in de riviertjes, het mountainbiken door het landschap en de noodzaak om af en toe van de bijzonder lekkere drank die ze hier produceren (wijn) te genieten, vonden we natuurlijk ook altijd nog even tijd om op zoek naar onze kleine "indiaan"te gaan. Hoewel we van een goede bron tips kregen waar ze vaak te zien waren, kregen we hem echter niet te zien. Een klein beetje teleurgesteld maar na een heel fijne vakantieweek vertrokken we 's zondags verder richting de Alpen. In de auto was mevrouwtje nog altijd een beetje aan het "broeden" op het feit of we het misschien toch een beetje anders hadden moe ten aanpakken en net zoals echte vogelaars ons misschien uren hadden moeten verschuilen om het beestje uiteindelijkvoorde lens te krijgen. Meneertje was er echter van overtuigd dat ze al weer naar Afrika vertrokken waren omdat )mer zo vroeg was begonnen... Uiteindelijk weer thuis in Nederland worden de vakantieverhalen met je vrienden gedeeld en kwam ook ons verhaal over de hop ter sprake. We konden onze oren niet geloven, Christiaan en ook Ab - twee echte vogelaars - vertelden het volgende: Christiaan:Op een camping ten noorden van Napels kwam mijn zoon bij de tent terug met een enthousiasme die ik alleen van hem ken als er ook een voetbal in de buurt is. "Pap mooie vogel gezien hij zit daar". Uit zijn ver haal kon ik opmaken dat het wel een hop moest zijn die ik ook nog nooit gezien had. Met telelens in de hand op pad maar de hop was gevlogen. Heel de middag kreeg ik het te horen:"Pap heb jij al eens een hop ge zien? Nee? Goh ik wel". De volgende dag zat de hop naast de tent op de tent en nog net niet in de tent. Het ging weer snel over voetbal. Ab (die ons speciaal voor onze vakantie zijn verrekijker leende): Gewoon voor de tent in Spanje regelmatig foeragerend door het gras. Ik noem hem/ haar de Europese kaketoe. We hebben met de hele familie tijdens het ontbijt verschillende keren van deze, tot de verbeelding sprekende vogel, mogen genieten. t' w,;:pïmf v r*n Achteraf moesten we hier natuurlijk ontzettend om lachen. Maar je moet de ho(o)p niet opgeven, we krijgen dit vogeltje zeker nog eens te zien, zij het niet in Oostenrijk dan mis schien wel volgend jaar in Zuid Italië of eens in Spanje of Frankrijk. Wie weet. Elisabeth Hoek, Christiaan Hiensch en Ab Delzene Ph O rP H Ph O rP Foto: leefgebied van de kleine modderkruiper in de Grote Dulper, een licht brakke uitloper van Otheense kreek - Wim Kaiser •BrouwerT., Dorenbosch M., Eekelen R. v., Spier J. 2010. Vissenatlas Noord-Brabant. Bedum: Profiel uitgeverij. •Calle P. 2013, Het vissen atlas-project in Oost Zeeuws-Vlaanderen, een tussenstand. Steltkluut (3): pag. 14-15. •Dienst-Regelingen 2011, Kleine modderkruiper Cobitis taenia, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. •Kaijser W. 2014, De Kleine Modderkruiper (Cobitis taenia), De verspreiding en het habitat van de kleine modderkruiper in Oost Zeeuws-Vlaanderen. P 3 3d

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2014 | | pagina 3