Bea en Bo zijn verliefd C» Vanuit ons huis hebben we een mooi zicht op enkele tuinen van de buren. Hier zijn vaak veel vogels aanwezig, zodat we vanuit de huiskamer alle gewoontes van die dieren kunnen bestuderen. Wat wil een mens nog meer? Een van de vogelsoorten die talrijk aanwezig is, is de houtduif. Als je die dieren elke dag weer ziet, ga je op den duur de individuen een beetje herkennen. Een paartje houtduiven was kennelijk zo'n beetje de baas over alle andere duiven. En ze waren een hele zomer lang hartstikke verliefd op elkaar. We hebben ze Bea en Bo genoemd. In het voorjaar waren ze zelfs nog meer verliefd dan anders. En iedereen mocht dat weten ook. Want ze vreeën heel wat af, iedere dag opnieuw en soms wel een keer of 5 achter elkaar! Copuleren of paren heet dat met nette woorden. Ze schaamden zich er niks voor. Ze deden het zelfs meestal op de balus trade van het balkon van de buurtjes, zodat iedereen het goed kon zien. Ze bouwden een nest en kregen twee jongen. Maar het gekke is dat ze maar door bleven gaan met paren, terwijl dat voor de vorming van eieren toch niet meer nodig was. Heel geleerde vogelkenners zullen wel beweren dat deze dieren dat doen om de band tussen hen goed te houden, want ze moeten na tuurlijk hard samenwerken om het kroost grocttte krijgen. Maar volgens mij doen ze het vooral voorde lol. Ons dochtertje Elisa had het meestal als eerste in de gaten datde duiven'het' gingen doen. Ze rende dan opgewonden door het huis en riep iedereen erbij. Met de verrekijkers en fototoestellen konden we alle details vast leggen. Zoals het voorspel. De duiven gaan niet zomaar paren, nee ze gaan eerst uitgebreid knuffelen. We begrijpen nu waar het woord 'tortelduifjes' vandaan komt. Eerst gaan ze een tijdje naar elkaar kijken, en steeds dichter bij elkaar zitten. Het heertje zet daarbij af en toe een flink dikke borst op. Dan beginnen ze elkaar voorzichtig in de veren pikken in de nek en rond de kop. Dat kan best lang duren. Als ze er blijkbaar klaar voor zijn, buigt het vrouwtje zich voorover zodat meneertje er bovenop kan springen. De paring zelf duurt maar een paar seconden. Het naspel stelt weinig voor. Nog even naar elkaar kijken, veren uitschudden en weer netjes ordenen en wegvliegen maar. In de loop van de zomer werd de verliefdheid toch wat minder. Er werd minder vaak gepaard en vooral Bo leek er niet meer zoveel zin in te hebben. Bea moest hem meestal flink aansporen. Dat deed ze door steeds maar voor hem te bukken en als hij dan niet in actie kwam, pikte ze hem nog wat extra in zijn nek en boog dan weer voorover. In augustus was het echt afgelopen met de liefde. En nu maar hopen dat met het warme voorjaarsweer de lentekriebels weer toeslaan... Lucien Calle

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2015 | | pagina 19