V
De steenuil, typisch Zeeuws-Vlaams
Zeeuws-Vlaanderen is in alle opzichten een
landje apart. In het meest zuidwestelijke deel
van Nederland isopvogelgebied veel te bele
ven. De kreken en schorren, het kleinschalige
landschap, kronkelige dijkjes omzoomd met
knotbomen, oude boerderijen afgewisseld
met hier en daar een bos oefenen een enorme
aantrekkingskracht uit op een groot aantal
vogelsoorten. Van grutto tot slechtvalk, van
zwarte specht tot baardman, ze komen hier
allemaal voor. Voor een aantal soorten blijkt
deWesterscheldeeen natuurlijke barrière te
zijn. Een soort die hier een bijzondere plaats
inneemt is de steenuil. De steenuil behoort
tot een van de kleinste uiltjes die in ons land
voorkomt. Wat maakt de steenuil nu zo bijzonder
voor Zeeuws-Vlaanderen. Allereerst komen
in Zeeuws-Vlaanderen, vergeleken met de rest
van Zeeland nog veel steenuilen voor. Uit de
laatste telling uitgevoerd in 2011 bleken er in
Zeeuws-Vlaanderen zo'n kleine 400 paartjes
gehuisvest te zijn. Hiervan komen er 60% in
West Zeeuws-Vlaanderen voor. In de rest van
Zeeland, uitgezonderd Zuid Beveland, is het
slechter gesteld met de steenuil. Op Zuid-
Beveland leven er, mede door de inzet van
Stichting Landschapsbeheer Zeeland, nog zo'n
50 paartjes. Op de overige eilanden komt de
soort nagenoeg niet meer voor. De aantallen
in Zeeuws-Vlaanderen kunnen wedijveren met
de aantallen die in goede steenuil gebieden
zoals de Achterhoek en de Betuwe voorkomen.
Maar hoe komt het dat er in Zeeuws-Vlaanderen
nog zoveel steenuilen leven? In dit artikel lichten
we een tip van de sluier op, blikken we terug
op de vierjaarlijkse tellingen die sinds 2003
worden uitgevoerd en zoomen we in op het
onderzoek dat komend voorjaar van start gaat.
Sinds 2003 wordt eenmaal per 4 jaar Zeeuws-
Vlaanderen onderzocht op het voorkomen
van de steenuil. Het doel van dit onderzoek is
om een goed beeld te krijgen van de versprei
ding van de steenuil in Zeeuws-Vlaanderen.
Aan de hand hiervan kunnen gerichte bescher
mingsmaatregelen genomen worden om de
populatie op peil te houden en waar mogelijk
uit te breiden. Dit doen we door voorlichting
en gebiedsinrichting. Het telgebied beslaat
een oppervlakte van 650 km2. De tellingen
worden uitgevoerd door zo'n 40 vrijwilligers
van de natuurbeschermingsverenigingen
de Steltkluut en 't Duumpje en vinden plaats
in februari-maart. De organisatie is in handen
van Steenuil overleg Nederland (STONE).
Om een impressie te geven waar de steen
uilen in 2003-2011 zijn waargenomen zijn
in figuur 1 de territoria weergegeven.
o boiatTOQT
l»wt2M3
fi Ö©0
Sèocl®
m
BIB
□0- a_ ca „ao
Wat in figuur 1 opvalt, is de sterke afname van
de steenuil in het gebied tussen deTractaat-
weg en het Kanaal Gent-Terneuzen in de periode
2007-2011. De soort komt hier nagenoeg
niet meer voor. De reden hiervan is toe te
schrijven aan de uitbreiding van de industrie,
de aantasting van het leefgebied van de
steenuil en de komst van de glastuinbouw.
De nieuw ingerichte natuur rondom de Autri-
chepolder en de uitgevoerde compensatie-
G-
0
bezat 2000-2001 ruci bezet 20 M
0®
00
□Q ©O© O
0 D 0 OO0
UOl X 0 00
1,0
1 0 00