Bijen die in het wild leven, hebben dikwijls een probleem. Ze hebben maar weinig plekjes om hun nesten te bouwen. In nette en aan geharkte tuinen, zijn geen rommelhoekjes en gaatjes meer te vinden voor de bijen en wespen. Er staat geen enkel hol sprietje of takje en ook dood hout blijft nergens lang liggen. Vergeet niet dat bijen van het voorjaar tot het najaar bloeiende planten nodig hebben. Het heeft dus geen zin om een bijenhotel te maken in een tuin met tegels. De meeste soorten bijen kunnen niet verder vliegen dan 500m. Bijen en wespen houden van warmte en zon en bouwen daar hun nest. Als je hen wilt helpen dan is het goed daar rekening mee te houden. Voor een bijenhotel heb je een warme, zonnige plek nodig, liefst op het zuiden gericht. Het moet beschut zijn tegen regen en wind. Je kunt een klein hotel maken dat je bijvoorbeeld aan de zuidkant van je huis tegen de muur hangt, of een hele grote toren die je op een warme en bloemrijke plek kunt neerzetten. Heel handig is kleine kistjes te nemen en dit te vullen met hout blokken waarin gaatjes zitten en stokjes. Soorten die boven de grond hun nest maken, nestelen meestal in nauwe gaatjes. Bijvoorbeeld in oud hout, waarin boorgaatjes van andere insecten zitten of holle plantenstengels. Voor het hotel kan je daarom van alles gebruiken, zolang er maar gaatjes van verschillende diameters inzitten (2 tot 12 millimeter). De soorten die de kleine gangetjes gebruiken zijn erg klein en voor veel mensen amper zicht baar. Toch willen we graag ook de kleinere soorten helpen. Goed bruikbaar is hout, waarin gaatjes ge boord kunnen worden, bamboe, riet of andere planten met holle stengels. Gebruik het lief ste een houtsoort die niet te snel verteert. Dus liever eik of es, dan wilg of populier. Erg belangrijk is dat de openingen en de gangen in de houtblokken zo glad moge lijk zijn. Aan erg ruwe invliegopeningen of gangen beschadigen de bijen hun vleugels. Daarom worden die door de insecten haast nooit gebruikt. Gebruik dus een scherpe boor en boor langzaam. De gangen moeten altijd aan de achterkant dicht zijn. Dus als je bijvoorbeeld bamboe gebruikt, knip deze dan door naast de knopen in de stengel en leg steeds de knoop naar achter toe in het hotel. De gangen mogen tussen de 3 en 20 centimeter diep zijn. Bij de grotere hotels is het handig om de grotere ruimten op te vullen met geboorde houtblokjes en de open ruimten daartussen te vullen met bamboe of riet. Het geheel kan prima vastgelegd worden met leem. Daarmee liggen de stengels veel beter vast. Dat helpt tegen het eruit trekken van vogels, die op zoek zijn naar larven van de bijen. Zorg dat de holletjes ook altijd droog blijven, dus zorg dat er geen regen op kan vallen. Daarmee voorkom je dat het hout gaat rotten en gaat je hotel langer mee. Maak er bij voorbeeld een dakje op dat net een stukje oversteekt. Wist je dat de bijen en wespen in je bijen hotel niet steken? En al zouden ze dat proberen, ze kunnen meestal niet door de menselijke huid heen prikken. Sandra Dobbelaar

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2015 | | pagina 20