Stekkertjes gaan de strijd aan met het afval Toen ik afgelopen winter wat in de tuin zat te rommelen, kwam ik een hele groep slak kenhuisjes tegen tussen de planten. Het waren allemaal huisjes van de segrijnslak. Sommige waren dicht gemaakt met een hard plaatje. Er zat dus nog iemand in. Andere waren leeg. Er waren er ook waar geen slak in zat maar een kleine zwarte naaktslak! Slim van die beestjes. Zaterdag 28 maart 2015: Landelijke Op- schoondag. Zeven Stekkertjes gingen op pad om Hulst een beetje schoner te maken. We hadden het bosgebiedje uitgekozen tussen de Poorterslaan en de Liniedijk. En dat bleek een goede keuze! Hoe verder we liepen, hoe meer petflessen, blikjes en glas werk we tegen kwamen. Ruim zes vuilnis zakken vol niet rottend zwerfafval hebben we verzameld in een halve middag. Zo hebben we het aanzicht van het bos heel wat mooier gemaakt. Weliswaar zou dat afval op de lange duur niet meer door ons te herkennen zijn geweest als blikje of als flesje, maar al het materiaal waaruit dat afval is opgebouwd (ijzer, aluminium, PET of PVC) zou in hele kleine stukjes in het grondwater terecht zijn gekomen. Die lange duur kan heel lang zijn, afhankelijk van het weer. Zo duurt het afbreken van kauwgom minimaal 20 jaar en sigarettenpeuk minimaal twee jaar. kan als het op een zonnige plek id wel in vijfjaar verkruimelen Dit voorjaar ontdekte ik tussen de bladeren, weereen hele groep slakken. Dit keer waren ze allemaal bewoond en niet afgesloten. En paar slakken kropen er meteen vandoor toen ik de bladeren op zij schoof. Wat doen die beesten telkens zo dicht bij elkaar? Is het er lekker warm en gezellig? Is er heerlijk eten, is het er lekker vochtig of houden ze een slakkenvergadering? Jij mag het zeggen... Sandra Dobbelaar tot onherkenbaar kleine stukjes plastic, maar een patatbakje is gemaakt van PVC en dat duurt oneindig om af te breken... Aan het einde van de middag waren de Stekkertjes echt boos over zoveel nonchalance: er zijn toch volop vuilnisbakken? Gebruik die dan! Hanneke Smulders

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2015 | | pagina 21