§5 twee boven het kanaaltje bij Philippine (Thijs en Henk). Behalve dat de meervleer- muizen werden geringd, werd er ook een piepklein zendertje op de ruggetjes vast gelijmd. Zo'n zendertje blijft er dan een aantal dagen op zitten, voordat het losraakt en ervan afvalt, en blijft al die tijd een sig- naaltje afgeven. Iedere vleermuis kreeg daarbij een aparte frequentie, zodat de individuele dieren goed herkend konden worden. Door gebruik te maken van tele- metrie konden de activiteiten precies in kaart gebracht worden. Er werden enorme antennes op twee auto's gemonteerd. Dat ding op mijn auto was zo idioot groot dat hij aan de voorkant wat uitstak en als je hem dwars draaide wel bijna twee keer zo breed was dan de auto zelf. We lieten heel wat verbaasde blikken achter bij mensen die we zo passeerden. Zo'n zender heeft een maximaal bereik van een kilometer of 3. Achterin de auto zat de persoon die de antenne bediende, door hem steeds rond te draaien om het beest te peilen. Naast me zat diegene die alle gegevens noteerde. Ikzelf moest rijden en daarbij op het andere verkeer en alle lantaarnpalen letten, waar de antenne immers tegenaan zou kunnen botsen. Jan se kreek is het na een aantal vang- Onze Jan weet de netten niet te ontwijken, is de klos en krijgt een zender tje op zijn rug. Na het vrijlaten vliegt Jan eerst naar een populierenbosje, rust even uit aan onder de dakgoot van de Watertoren en vliegt dezelfde nacht nog naar de Maas singel in Terneuzen. De telemetrie blijkt nauwkeurig genoeg om tot in detail waar nemingen te kunnen doen. Zo weten we nu hoelang Jan boven water vliegt en waar hij boven land jaagt. Op een bepaalde nacht blijkt het dier veel boven het kanaal van Gent naar Terneuzen te jagen. We leren gedurende vier lange nachten een hoop bij over zijn gedrag. Jan houdt niet van fel licht. Als je met de autolampen iets te dichtbij komt is hij gelijk vertrokken. Het sluizencomplex is zo'n zee van licht dat dit een blokkade vormt om daar te vliegen. Een andere favoriet jachtgebied is de Otheense kreek en langs bosjes en veldjes langs de westoever van de Otheense kreek bij Ter neuzen. Bij de kinderboerderij (waar hij 21 minuten verblijft) rust hij tenminste 5 minuten uit, hangend aan een populier. Wanneer we dicht bij het dier zijn, kunnen we ook nog de batdetector inzetten, waarmee we de gelui den kunnen opvangen die Jan zelf maakt. Als hij dan rakelings over ons heen vliegt is kippenvel voelbaar. Je krijgt een band met zo'n dier, waarvan je eerst zelfs de hartslag hebt kunnen voelen. Onderzoek watervleermuizen Na een aantal vangnachten hebben we steeds alleen nog maar vleermuis Jan. Er is dringend behoefte aan meer informatie. Gegevens van andere Meervleermuizen. Zodoende wordt besloten om op weer an dere plaatsen te gaan vangen. Bij Oostburg wordt bij het Groote gat en de Sofiapolder gevangen. Ik mag helpen bij de faunapas sage in de Sophiapolder. Netten ophangen, waadpak aan en zo sta je tezamen met de Mexicaanse studente Tania drie uur lang in het water onder de brug, om steeds zo snel mogelijk de vleermuizen uit de netten te bevrijden. De spreektaal is Engels en het is een werkje waarbij je supergeconcentreerd moet zijn. We werken in het donker, want licht zou de dieren afschrikken. Alleen als er een vleermuis in de netten hangt gaan de lampen aan. Na een poos wordt het in het water toch wat koud. Zeker als je naar zo'n spartelend beest toesnelt en er een golfje water in je pak terecht komt. Steeds zijn het watervleermuizen die we vangen. Hoewel het niet de voornaamste soort is die we zoeken, wordt ook naar deze wat kleinere g O)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2015 | | pagina 9