In samenwerking met Het Zeeuwse Landschap zal - mogelijk in 2016 - een boek verschijnen over 25 jaar vogels tellen in Het Verdronken Land van Saeftinghe. Dankzij die tellingen weten we dat de oeverpieper een zeer op vallende wintergast is in het gebied. Het uit werken van de vele telgegevens was voor HenkCastelijns aanleiding om iets dieper op de relatie van deze vogelsoort met het gebied in te gaan, aan de hand van het voedsel. Hier toe verzamelde uitwerpselen leidden van het één tot het ander, met interessante uitkomsten. In Het Verdronken Land van Saeftinghe verblij ven in de winter grote aantallen oeverpiepers, met geschatte aantallen tot zelfs meer dan 6000 (tabel 1). Deze foerageren in de geultjes die door het schor meanderen. Algemeen wordt aangenomen dat de oeverpiepers met name op kleine slakjes foerageren, zoals Gray's kustslakjes. Om hier eens gefundeerder uitspraak over te kunnen doen verzamelden Henk Castelijns en de tweede auteur eind 2014 er enkele tientallen uitwerpselen van oeverpiepers. Dat deden ze op locaties 1 en 2 van het kaartje. De eerste auteur is vervolgens benaderd om de geconserveerde monsters te bekijken. Hij was tot in de jaren negentig bodemdierenspecialist bij het Rijks Instituut voor Kust en Zee/RIKZ te Middelburg (bestaat niet meer). In de uitwerpselen waren zeer vele resten van ongewervelden te zien. De restanten waren echter té gefragmenteerd om soorten te kunnen onderscheiden. Om toch een specifie ker beeld van het voedsel te kunnen krijgen, zijn op 27 januari 2015 monsters genomen van de bodemorganismen. Dit gebeurde op vier foerageerplekken van de oeverpieper in Het Verdronken Land van Saeftinghe (zie kaartje). Op iedere locatie werden vijf sublo caties bemonsterd. Deze monsters zijn door de eerste auteur geanalyseerd. Aangezien zijn kennis van de mariene en brakke bodem fauna inmiddels wat weggezonken en ver ouderd is (immers: hij is meer dan twintig jaar niet meer actief in het vakgebied), zijn de verzamelde organismen ter controle en determinatie voorgelegd aan specialisten van de Monitor Taakgroep van het NIOZ te Yerseke. In dit artikel beschrijven we kort de resultaten van de analyse van de uitwerpselen en bodem- dierenmonsters. Vervolgens bediscussiëren we wat deze resultaten over het voedsel van de oeverpieper in Het Verdronken Land van Saeftinghe zeggen.Tot slot geven we aan welk vervolg we aan dit onderzoekje gaan geven. Resultaten uitwerpselen De verzamelde en geconserveerde uitwerp selen van oeverpiepers zijn met een binoculair globaal bekeken op herkenbare prooirestanten. De verschillen waren groot: van monsters met geen of nauwelijks herkenbare delen tot monsters met zeer vele te onderscheiden, althans qua diergroepen, delen. Aangetroffen werden: - meerdere kaken van zeeduizendpoten (borstelwormen); 4 i M l ÏDn Tabel 1: aantallen oeverpiepers in Het Verdronken Land van Saeftinghe, 1992-2015 (bron: Henk Castelijns namens de Vogelwerkgroep van de Steltkluut). 14-nov-1992 23-jan-1993 05-nov-1994 04-feb-1995 01-nov-2014 07-feb-2015 Geteld Geschat 2934 5302 Geteld Geschat 2366 4375 Geteld Geschat 3488 6220 Geteld Geschat 3001 5482 Geteld Geschat 2820 5263 Geteld Geschat 2167 4215

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2015 | | pagina 12