Pod en trek
\^Pad en trek
Van: Sandra Dobbelaar
In Nederland komt de pad overal voor. In de maanden
februari, maart en april kun je ze 's avonds als het sche
merig is tegenkomen. De beestjes zijn dan onderweg van
hun winterschuilplaats naar het water om daar eitjes
af te zetten. Dit heet de paddentrek. Soms trekken ze
met wel honderden tegelijk! De paddentrek komt elk
jaar weer terug.
Prima plek om eitjes af te zetten. Foto Lucien Calle
Pad en Kleine watersalamander in bunker. Foto Lucien Calle
Verschillende soorten trek
Er zijn vier belangrijke trekperiodes
1Voorjaarstrek naar water om eitjes af te zetten
Tijdens milde, natte perioden kan het zo zijn, dat in
zeer korte tijd heel veel padden tegelijk op pad gaan.
Niet alleen padden, maar ook kikkers en zelfs salaman
ders gaan in het voorjaar op zoek naar een poel of vijver
om zich voort te planten.
2. Trek van volwassen dieren naar hun zomerbiotoop
Na het afzetten van de eitjes, verlaten de meeste soor
ten het water en trekken ze naar plaatsen waar ze de
hele zomer blijven. Door dat de dieren op verschillende
dagen vertrekken valt deze trek vaak niet op.
3. Trek van jonge dieren naar hun zomerbiotoop
Als de jonge dieren zo veranderd zijn, dat ze aan land
kunnen leven, gaan ze het water uit. Ook zij gaan op
zoek naar een plek om de rest van de zomer door te
brengen. Bij padden kan binnen enkele dagen een heel
groot deel van de jonge padjes aan land gaan. Dit noemt
men ook wel 'paddenregen'.
4. Najaarstrek naar hun winterbiotoop
Als het kouder wordt, trekken padden naar een plek
je om in winterslaap te gaan. Op die plek mag het niet
vriezen en moet het vochtig zijn. Kelders, stenenstapels,
mollengangen of bunkers zijn heel geschikt. Omdat niet
alle dieren tegelijk vertrekken, valt deze trek niet zo op.
Pad op groene kikker, Foto Lucien Calle
Over de pad
Een pad en een kikker worden nogal eens door elkaar
gehaald. Toch is het niet moeilijk om een pad te herken
nen. Padden hebben een hobbelige huid, in tegenstelling
tot kikkers, die hebben een gladde huid. Padden huppe
len, of lopen en kikkers springen meer. De pad heeft een
ronde snuit en bolvormige ogen waarmee ze 's nachts
goed kan zien. De pad is een amfibie. Het woord amfibie
komt van het Grieks amfibios. Het betekent dubbelle
ven. Padden ondergaan een metamorfose. Ze veranderen
van lichaamsbouw en kunnen daarvoor op land en in het
water leven. Padden zijn koudbloedig en houden een
winterslaap. Als het buiten koud is, wordt hun lijf ook
kouder, waardoor ze slomer worden. Padden eten insec
ten, spinnen, slakken en wormen, die ze met hun kleveri
ge tong vangen.
'f stekkertje zomer 2016