Bijna alle bomen staan er nog
e
In de schijnwerper
Van: Rob Kregting
Lucien Calle (Terneuzen, 1957) groeide op in een gezin van elf
kinderen. "We woonden in de binnenstad, het was klein maar
heel leuk. Met de vriendengroep (broer Johan, Peter Maas,
Adrie Klaassen, Wim Wisse en ik) waren we veel met natuur
bezig. We speelden vaak op 't Eilandje. Later zijn we allemaal op
de één of andere manier professioneel bij de natuur betrokken
gebleven. Hebben werk gemaakt van onze passie en hobby."
Na de middelbare school, en vóór het volgen van de Bosbouw-
school in Velp, werkte Lucien in Zuid-Duitsland en bij een boer
in Terneuzen.
Na "Velp" ging het rondreizen door: Zuid-Amerika, Engeland,
Duitsland."Ik heb een tijd gewerkt in een collectieve plantage in
Venezuela. Daar heb ik enorm van genoten. Later raakte ik ook
betrokken bij Nicaragua, waar toen na de revolutie de Sandinis
ten aan de macht kwamen. Ik zat in Terneuzen dertien jaar bij het
Nicaragua-comité. Ook bij de Wereldwinkel was ik betrokken."
"Na een tijd als vrijwilliger gewerkt te hebben kreeg ik mijn
eerste baan bij Landschapsbeheer. Later kwam daar een functie
bij Het Zeeuwse Landschap bij. Ik werk daar op de afdeling eco
logie. Ik doe daar onder andere het monitoren van terreinen en
het schrijven van beheerplannen."
"Bij de Steltkluut ben ikjong betrokken geraakt. Rond mijn
tiende ongeveer. Ik heb hele goede herinneringen aan de
jeugdgroep van Geert Ottens. Een heel betrokken man, we
gingen bijna elke weekend weg. Een paar jaar daarna kwam ik
in de Knotwerkgroep, waar ik nog steeds in zit. Daar zat toen
Jaap Hoek, een man die je met Geert kon vergelijken."
"25 jaar geleden kwam ik in het bestuur. Het was een turbu
lente tijd, jongeren wilden meer activiteit en actie. Na een
aantal discussiesessies kwamen er jongeren in het bestuur
(Henk Castelijns, Rudie Geus, Vera van Bavel, Mark Ploegaert en
ik). Er werd ook een plan geschreven (meer activiteit, positief
meedenken) dat succesvol is gebleken. Ik ging toen ook in
de planologiewerkgroep. We benadrukten oa. het belang van
oude monumentale bomen. En voerden zo'n dertig procedu
res. Met succes: bijna alle bomen staan er nog."
"Terugkijkend ben ik trots op de Steltkluut. Ik hoop dat we
een rol kunnen blijven spelen zoals nu. We hebben een zekere
niche: door de sterke regionale binding en de vele contacten
kunnen we veel processen gedetailleerd volgen. Zo zijn we een
goede aanvulling op de ZMf. We hebben wel versterking nodig,
met name van jongeren. Dat geldt voor het bestuur (waar ik
heel blij ben met de komst van Anja, Bas en Pepijn) én voor
de Planologiewerkgroep en knotwerkgroep. Het zou een idee
kunnen zijn om bestuurlijk samen te gaan met 't Duumpje. We
werken nu wel eens met hen samen. Zelf wil ik te zijner tijd met
het bestuurslidmaatschap stoppen, om wat meer tijd voor de
kinderen te hebben."
Voor de foto poseert Lucien in het landschap. Op de achter
grond de boerderij van de familie Bral. "Die fruitbomen heb ik
ooit nog gesnoeid."