Zeepaling in Saeftinghe x s •4. O Zeepaling in Saeftinghe Jt 'tv Door: Marc Buise Op 10 april 2016 is tijdens een excursie onder leiding van Ellen Zwartelee in de monding van de Jean Maebegeul een fors uit de kluit gewassen zeepaling of kongeraal (Conger conger) ge vonden. Het gevaarte was ongeveer twee meter lang, vrij vers en puntgaaf, zonder uitwendige verwondingen. Om meerdere redenen is dit een bijzondere vondst. Zeepalingen zijn echte zoutwatervissen die overwegend rotsachtige kusten van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee bewonen op een diepte tot honderd meter. Het zijn nachtactieve roofvissen die zich binnen een vast territorium voornamelijk voeden met kleinere vissoorten zoals haring, kabeljauwachtigen, kreeftach- tigen en inktvissen. Overdag verschuilen ze zich in een hol. In de zomer trekken de volwassen dieren weg van de kust naar dieper water om te paaien. De uitgekomen larven keren na 1 tot 2 jaar terug naar de kust om zich als jonge aal te vestigen. Na 5 tot 15 jaar zijn ze geslachtsrijp. Kongeralen komen nimmer in zoet water en slechts uiterst zelden in brak water. Ze verschij nen maar incidenteel in de Noordzee. Het is dus heel bijzonder dat dit dier de Westerschelde is opgezwommen en helemaal tot in Saeftinghe is verzeild geraakt. Gezien de goede toestand van het dier wordt betwijfeld dat het met de getijstroom mee van ver is aangespoeld. Ook de grootte is bijzonder. Mannetjes zeepalingen worden circa 1 meter lang en vrouwtjes 1,50 tot 2 meter lang. De maximale lengte bedraagt ongeveer 3 meter en zo'n dier weegt dan ongeveer 110 kilogram. De Saeftingher zeepaling is dus geen kleine jongen (of meer waarschijnlijk dame) geweest. In de Franse en Spaanse wateren st v s Dezeepaling van Saeftinghe Foto's: Peter van der Ven wordt op zeepaling gevist voor de consumptie. Vandaar dat het geen onbekende is bij menig vishandel. Dé

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2016 | | pagina 14