O Houtduif. Foto's: Bas de Maat een jaar geweest dat we wel 35 jonge grauwe ganzen telden, wel van verschillende leeftijd. Wat opviel was dat er'n keer één grauwe gans verbleef met vijftien pullen bij zich. Hebben grau we ganzen ook zoiets als bergeenden: crèches, waarbij één oudervogel optrekt met een aantal kuikens? Nagenoeg doorlopend een aantal vissende aalscholvers. Zowel vogels in broedkleed, herkenbaar aan de witte vlek op de dij, als exemplaren die zover nog niet zijn. Op het water koppeltjes kuifeenden, tot vier paar toe, maar soms ook enkel mannetjes. Zitten de vrouwtjes misschien te broeden? Best mogelijk, maar we hebben ze hier nog nooit met jongen gezien. Eens een paartje middelste zaagbekken, een tweetal knobbelzwanen, een enkele kleine mantelmeeuw, spaarzaam een Turkse tortel. En niet te vergeten: kokmeeuwen natuurlijk. Soms over de honderd. Als ze niet op het dak van de bank hier tegenover zitten dan troepen ze wel samen op het weiland of op het wa ter van de vest. Een keer zagen we een paring van deze soort. Dat ging nogal wat vlugger dan bij de huismus. Daarvan zagen we ooit eens dat het mannetje wel twaalf keer achtereen het vrouwtje besteeg. Wel eens een of twee vissende visdiefje gezien en een keer in de zeven jaar dat we hier wonen op de buitenvest een paartje krakeenden. Let wel: eens gezien. Dat wil dus niet zeggen dat die er niet vaker voorkomen. Dat geldt ook voor het paartje slobeenden dat wel eens een enkele keer werd waargenomen. Kleine vogels zie je nauwelijks. Goed, in de klimop bij de buur man nestelt elk jaar een koppel merels die je geregeld met voedsel in de bek ziet passeren. Een enkele koolmees waagt zich wel eens tot op de balustrade van het balkon, maar daar is alles wel mee gezegd. Het eerste jaar dat we hier woonden, hing ik medio oktober een vetbol op. Het duurde tot begin maart eer die op was. In de trektijd passeren er over de buiten vest nogal wat boerenzwaluwen, maar is de trek voorbij, dan zie je ze nog nauwelijks. Zo vlak bij het centrum met een aantal hoge gebouwen, zou je eigenlijk doorlopend de hele zomer gierzwaluwen verwachten. Temeer daar bekend is dat die om te fourageren enorme afstanden afleggen en broedvogels uit Gent in Zeeuws-Vlaanderen voedsel komen zoeken. Het valt erg tegen. Wel eens een of twee, maar die gierende vluchten die ze tijdens de paartijd maken, hoor noch zie je hier. Huis zwaluwen alleen zeldzaam als doortrekker. Niet zoals je zou veronderstellen een dagelijkse gast boven het water. Dat zou je eigenlijk ook verwachten van spreeuwen. Toch hebben we er op het terrein slechts één keer een groepje van vijf gezien. Alle vijf in volwassen kleed. Wat je in het najaar en de winter maanden wel ziet, zijn de enorme vluchten waar spreeuwen om bekend staan. Overvliegen, meer doen ze niet en slechts een korte tijd. Vermoedelijk gaan ze naar het Groot Eiland waar ze overnachten. De huismus zou je natuurlijk ook verwachten. Nog nooit een gezien hier. Wilde eenden ontbreken ook niet. Wat verontrus tend is dat je steeds meer koppels ziet waarvan een van de of zelfs beide partners sterk verbasterd zijn: met witte plekken in het verenkleed of helemaal spierwitte vrouwtjes en woerden die vaak evenveel op een wilde eend trekken als de paasvogel op een echte vogel. Ook een mannetjes muskuseend (moer- P E C k h s b e o v n C l\ v z z r v c f r f

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2016 | | pagina 8