O Door: Rob Kregting Foto: Rob Kregting Aan de noordrand van Zaamslag woont Bart Meijer (Heerde, 1945). Al snel na aankomst leer ik dat een goede perenteler zijn bomen het zo lastig mogelijk maakt. "Mijn vader zat in het onderwijs en behaalde regelmatig een andere akte. Daarmee ging hij steeds in een andere plaats lesgeven. Uiteindelijk eindigden we in Eindhoven, waar ik ook naar school ben geweest. In die tijd ging ik bij de padvinderij, en begon mijn belangstelling voor de natuur: planten, bomen, kamperen. Bij de nationale hike-wedstrijden in Wageningen werden we een keer tweede. Na het lyceum (Tot Nut van het Algemeen) ben ik chemische technologie gaan doen. Eigenlijk had ik medicijnen gekozen, maar dat kwam boven het budget want ik heb nog twee jonge re broers. Wel mocht ik toen op kamers, in Eindhoven zélf. Tijdens mijn militaire dienst in Ermelo moest ik naar de Flevo- polder. Die was toen net drooggelegd, één grote modderpoel. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik nü geen stap in Saeftinghe zet. In 1970 ben ik getrouwd met Corry, we hebben twee kinderen en kleinkinderen. Naar Zeeuws-Vlaanderen verhuisden we in 1974, ik ben proces-ontwikkelaar geworden bij Dow. We kwamen met de projectteams over de hele wereld, om nieuwe fabrieken op te zetten. De gezinnen gingen dan mee. Ik gaf re delijk wat trainingen in mijn werk, dat was interessant. In 2005 ben ik gestopt met werken. Ik ben toen de IVN-cursus gaan volgen. De stageplaats vond ik bij Lucien, in de knotploeg. Dat ben ik blijven doen. Ook ben ik vrijwilliger bij Staatsbosbeheer en Natuur Zo. Daar geef ik soms gastlessen en doe allerlei andere voorkomende taken. Ik kreeg -tijdens mijn lessen- ook regelmatig vragen over plantjes. Daarom ben ik de cursus van Peter Maas gaan volgen. Erg interessant, ik heb genoten van de manier waarop hij lesgaf. Voor De Steltkluut "doe" ik nu dus de knotploeg en de plantjes. Toen ik me voor de gidsencursus oriënteerde op mogelijke sta geplaatsen viel het me op hoeveel organisaties zich met de na tuur bezighouden. Ik vraag me af of er niet meer samengewerkt kan worden. Bijvoorbeeld in de administratie of in het terreinbe heer. In het blad De Steltkluut lees ik altijd met veel genoegen de stukken van bijvoorbeeld Anja en Sandra. Er worden daar soms proefjes beschreven, die ik goed kan gebruiken in de lessen die ik geef. Eigenlijk zou het blad een soort Donald Duck moeten zijn, waar je vroeger als kind op afvloog als dat in de brievenbus viel. In het"volwassenendeel" van het blad vind ik het goed dat de waarnemingenrubriek verdwenen is; die kun je prima terug vinden op de site. Voor bijzondere waarnemingen is natuurlijk altijd aandacht. Ik mag er graag lezen over metingen en derge lijke. Dat komt door mijn technische achtergrond. Als ik nog één advies mag geven voor een artikel? Mijn vader zei altijd: "Als er tien planten staan, mag je er één plukken. Maar dan moetje er wel iets mee doen: drogen, natekenen"Is dat zo? Een duidelijke uitleg over wanneer wel en niet plukken zou welkom zijn." Bij mijn vertrek krijg ik ook nog even de oplossing voor het opslaan van energie mee. Mierenzuur, C02 en waterstof. Voor de precieze procesbeschrijving moet u bij Bart Meijer zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2016 | | pagina 3