knotploeg DoorRob Kregting Foto: Rob Kregting. Inzet: ZB, Krantenbank Zeeland, De Stem, 1980/3 december, pagina 18. Henny van de Hemel (Terneuzen, 1938) is gehecht aan Ter- neuzen, nooit weggeweest. "Ik werkte eerst een paar jaar als elektricien, daarna ben ik met de rijschool begonnen. Die heb ik vijftig jaar gehad. Ik was zeven dagen per week in de weer: met de rijschool maakte ik lange dagen, op zaterdag ging ik knotten tot het donker werd. Op zondag speelde ik hockey, en was daar wedstrijdsecretaris." "Ik ben al 54 jaar getrouwd met Trudy de Mey. We hebben drie kinderen, zeven kleinkinderen en zeven achterkleinkinderen. De achtste is op komst. Ook onze kinderen zijn in Terneuzen gebleven." "In contact gekomen met de Steltkluut? Ik heb me 45 jaar geleden opgegeven als lid. Eerst voor de excursies, later voor de knotgroep. Dat is in 1972 geweest. Er was toen veel achter stallig onderhoud. Het knotten van knotwilgen is belangrijk voor flora en fauna. Als je dat te lang verwaarloost breken ze uit vanwege de te dikke takken. We begonnen bij de Steenovens, George Sponselee, Geert Ottens, Jaap Hoek, Lucien en Johan Calle, Adrie Klaassen, Peter Maas, Nico van de Kerkhove en ik. We adverteerden in de krant, soms belden we gewoon bij boe ren aan. Geert had zo'n beetje de leiding, later nam ik dat van hem over. We hadden altijd werk. In het begin hadden we geen gereedschap, dat leenden we bij Jaap Hoek, die was hoofd Plantsoenendienst. De jongens gingen op de fiets naar de klus, de vrijdag ervoor had ik dan de gereedschappen al gebracht." Uit de map met administratie van de knotploeg, die Henny alle jaren heeft bijgehouden, blijkt dat er in totaal 1081 knotwilgen zijn gedaan. Zo'n tien tot vijftien bomen per dag. Met vier gul den subsidie per boom leverde dat een aardig bedrag op. "We verzaagden ook hout, voor ongeveer veertig gulden per ton. Het geld ging naar de Steltkluut, wij konden er gereedschap voor kopen. De Jirizaag, die ik toen bij de Heidemij kocht, ge bruik ik nog steeds." "Op een dag, het was Tweede Paasdag, werd Trudy gebeld door de politie. Ze hadden mijn auto gezien aan de Zandplaatweg. Dat klopt zei ze, mijn man zit daar in een boom. In Absdale wa ren we een keer bezig, op verzoek van een pachter. Toen kwam de eigenaar erbij, die zei dat we moesten stoppen. Toen hij weg was zei de pachter dat we gewoon door moesten gaan. Kwam de eigenaar weer terug, nu met een geweer." "Ik werk ook al zo'n twintig jaar voor SLZ (Stichting Landschaps beheer Zeeland, red.), daar doe ik diverse werkzaamheden. Van hen kreeg ik in 2001 de gouden Jirizaag. Momenteel ben ik met de knotgroep van de Steltkluut een dag per week bezig, in het seizoen (november tot april)." "Ik vind dat het met de Steltkluut goed gaat. Misschien is het wel een goed idee om te gaan samenwerken met 't Duumpje, dan sta je toch sterker. Het blad vind ik er prima uitzien." Uit het dossier duikt een artikel met foto op uit een krant van 3 december 1980: "Henny van de Hemel, chef van de knotploeg". Met de onafscheidelijke Jirizaag mee gaan we foto's maken aan de Graafjansdijk. "Bij Dieleman, daar hebben we vroeger veel gewerkt. Ik heb er ook nog wilgen aangeplant. Die staan er nu al 38 jaar." Die wilgen zijn jonger dan de zaag.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2017 | | pagina 3