De Moerspuische Watergang En wat is sindsdien verdwenen? De inventarisaties in 1984 waren intensiever dan dat we dit jaar hebben gedaan of wat in het recente archief van waarneming, nl zit opgeslagen. Dus we moeten terughoudend zijn in het trekken van conclusies. Aarvederkruid en Beekpunge zijn niet teruggevonden evenals Brede waterpest en Drijvend fonteinkruid. Ook ontbreekt Grote watereppe, Moerasspirea, Poelruit, Stijve waterranonkel, Zannichellia en Zwanenbloem. Het zijn toch niet de minste soorten. Ongetwijfeld is dit voor een deel te verklaren door het intensieve kijken van de toen professionele groep floristen, die dag in dag uit tot in alle hoeken van ieder kilometerhok inventariseerden. Maar toch lijkt het er op dat er kennelijk minder ruimte is voor deze soorten die we vooral in zoetvochtige omstandigheden moeten zoeken. Het zou daarom interessant zijn om de topografische kaart van 1984 nog eens goed te vergelijken met die van 2017. Daarnaast zou een analyse van het watersysteem waar de Moerspuische Watergang deel van uit maakt wat kunnen vertellen over veranderingen in het aquatisch milieu. Hoe was het waterpeil ten opzichte van nu? Stroomde er toen meer water richting de Axelse kreek dan nu? Wat was en is de zout-, fosfaat- of stikstofbelasting van het water? Hoe is het grondgebruik veranderd? We weten dat er destijds meer kleine graslandjes waren die begraasd werden door runderen en in dergelijke weilandjes lagen ook altijd drinkputten met goed zoet water. En toen? De natuurkwaliteit van de Moerspuische watergang heeft de laatste jaren een impuls gehad onder invloed van de aanleg van natuurvriendelijke oevers en de verdere uitbreiding van het NNN. Maar het kan nog stukken beter! Ongetwijfeld is de grootste winst in natuurkwaliteit te bereiken door het verder verbeteren van het aquatisch milieu. Dan hebben we het over waterhoeveelheid, stroomsnelheid, waterkwaliteit en een open verbinding tussen het zoete Vlaamse achterland en het brakke krekenstelsel in Zeeuws Vlaanderen en zelfs het zoute systeem van de Westerschelde. De Kaderrichtlijn Water, van kracht sinds 2000, heeft een aantal kwaliteitseisen vastgesteld. Met name het Waterschap Scheldestromen werkt hier hard aan. Daarnaast is het beheer van de aanliggende oeverlanden van belang. Daar staat vooral Staatsbosbeheer voor aan de lat. Moeilijker te beïnvloeden, maar ook van groot belang, zijn zaken als luchtkwaliteit. Nog altijd valt onnatuurlijk veel stikstof neer. Als voedingsstof jaagt deze verruiging van de vegetaties sterk aan. Gebruikte bronnen: Jan J.B. Kuipers, 2013: De Staats-Spaanse Linies. Monumenten van conflict en cultuur. Uitgeverij den Boer de Ruiter, Vlissingen. Wikipedia Langs sommige stukken kun je wandelen. Avontuurlijk en ruig! Voorbeeld van veranderend landschap. In de jaren '80 lag hier nog een drassig grasland beweid met koeien. Nu rest nog een mooie rij knotwilgen, maar de wei is verandert in een ruigte van riet en harig wilgenroosje. Recent aangelegde natuurvriendelijke oever. De steltkluut herfst 2017

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2017 | | pagina 12