O
Hokhoutstoven
-
Bedreigingen en beheer
Het spreekt voor zich dat dergelijke monumentale bomen zo
goed mogelijk beschermd horen te worden. Het opnieuw af
zetten om daarmee de hakhoutcultuur in stand te houden is
bij deze oude knapen geen goed idee. Het risico dat ze de in
greep niet overleven is veel te groot. Dit omdat de wortelmas
sa van de stobben heel groot is en de jonge uitlopers zullen die
massa niet goed kunnen voeden. Bovendien staan de meeste
van die bejaarde stoven nu midden in een bos, waardoor als
dat bos niet tegelijkertijd ook gekapt zou worden, de gehakte
stobben in de schaduw zouden komen te staan. Dan zijn ze
nog minder kansrijk. De inschatting is dat als deze oudjes met
alle egards behandeld worden, ze ook zonder ze opnieuw te
hoeven afzetten nog heel lang kunnen overleven en als hak
houteiken herkenbaar zijn. Als ervoor gekozen wordt om de
hakhoutcultuur te handhaven (waarschijnlijk op een beschei
den schaal, omdat het arbeidsintensief is), kan het beste be
gonnen worden met nog relatief jonge en vrijstaande eiken.
Maar ook zonder dat de stobben gehakt worden ontstaat er
geleidelijk aan een gevaar van afsterven door lichtgebrek. Op
een aantal plaatsen staat het aangeplante bos er heel kort te
genaan en is nog steeds groeikrachtig. Waar het relatief jonge
bos nog steeds in de hoogte groeit, verliezen de oude hak
houteiken juist hoogte, door het insterven van takken. Vooral
dicht opeen staande fijnsparren laten nauwelijks licht door. Op
andere plekken worden Amerikaanse eiken dominant. De exo
tische eiken worden meestal een flinke slag hoger en dringen
de inheemse eiken daardoor ook wat terug. Door deze zaken
komen de oude zomereiken steeds meer in de schaduw te
staan.
De belangrijkste beheermaatregel is hier dus het goed vrijzet-
ten van de hakhouteiken. In de meeste gevallen volstaat het
om een of twee aanpalende boomrijen te vellen.
Soms zijn de oude eiken verzwakt, doordat de stobbe is inge-
rot en de bomen nog steeds topzwaar zijn. Dan bestaat er kans
dat de bomen uitscheuren. De beheerder van de bossen van
St Jansteen en Clinge, Het Zeeuwse Landschap, houdt de situ
atie in het oog en grijpt indien nodig in. Dan worden de zware
stammen wat teruggesnoeid.
Inventarisatie
Kortgeleden maakten we met de landelijke bomenexpert Bert
Maes een ronde langs een aantal van de oudste hakhouteiken
in de bossen bij Clinge en Sint Jansteen. Bert Maes was onder
de indruk en onderstreepte het belang van een zorgvuldig
behoud ervan. Maar als je iets wil beschermen moet wel exact
bekend zijn waar nog dergelijke eiken staan en wat de onder-
houdstoestand precies is. Deze gegevens zijn nog lang niet
compleet. Op de kaartjes staat een aantal locaties ingetekend,
maar hier ontbreekt nog het nodige. Wat ook erg nuttig zou
zijn is om bij een aantal boomgroepjes, waarvan we verwach
ten dat het uitlopers zijn van één stobbe, te controleren of het
zeker slechts één exemplaar betreftof toch uit meerdere dicht
bij elkaar staande bomen. Dat kan door in het voorjaar bij het
uitlopen van het blad te kijken of de ze allen op exact hetzelfde
tijdstip hun blaadjes ontvouwen. Genetisch onderzoek kan na
tuurlijk ook, maar is al snel heel duur. Wie bij de inventarisaties
hiervan wil meehelpen is welkom en kan zich bij de schrijver
van dit stuk melden. Hopelijk kunnen we bij een volgend arti
kel veel completere kaartjes presenteren.
Locaties
Clinge: alleen in en langs het bos, alleen rijvormig
St Jansteen: deels in het bos, meestal langs de randen ervan,
rijvormig en solitairen
Bosjes Zuiddorpe: deels vlakvormige percelen
Liniedijk en 't Jagertje Hulst: deels vlakvormige percelen
Kaartje Oost Zeeuws-Vlaanderen met ligging van oude
hakhouteiken
Kaartje Bos St. Jansteen. Kleinschalig lanschap met rijen oude
eiken. Aangeduide locaties zijn monumentale hakhouteiken
Kaartje Clingse bos met rijen en monumentale hakhouteiken
en oude stobbe