De Kieldrechtpolders tien jaar later
BMP Kieldrechtpolders
Dramatische achteruitgang broedende watervogels bij Zestigvoetkreek en omliggende kreken
Door: Huub Bun (tekst foto's)
In 2016 werd voor de derde keer (na 2006 en 2011een
gebiedsdekkende inventarisatie gedaan van de kreken in de
Kieldrechtpolders, namelijk de Zestigvoet, Rotte Kreek, Kleine
Kreek, Vuilmuil en Dievegat tussen Clinge en Nieuw Namen.
Hierbij werden aanliggende akkers en weiden ook meege
teld dit om vergelijking met eerdere inventarisaties mogelijk
te maken. De Rotte kreek en Kleine kreek zijn gelegen in de
Nieuw-Kieldrechtpolder en de Zestigvoetkreek, Tournayputten,
Vuilmuil en Dievegat liggen in de Groot-Kieldrechtpolder. Bij
deze inventarisatiegegevens is de Vlaamse kreek niet meege
nomen, maar wel geteld. In 2017 werd na overleg besloten
alleen de SBB gebieden te tellen dus alle bovengenoemde
kreken met uitzondering van de Kleine Kreek (en Rotte Putten).
Natuurontwikkeling
In 2014 is het biotoop bij sommige kreken deels veranderd
door het kappen van bomen op de Kieldijk en bij Rotte kreek,
het praktisch volledig kappen van het Zestigvoetbosje en door
extra natuurontwikkeling bij de Rotte kreek o.a. door het ma
ken van natuurvriendelijke oevers en het vergroten van de to
tale oppervlakte water. Tevens werd extensieve beweiding van
koeien ingezet. In het plan kreken herstel Kieldrechtpolders
staat te lezen dat binnen de looptijd van het natuurcompen-
satiepogramma Westerschelde dit opgenomen is als categorie
C-project (kwaliteitsimpuls EHS). De maatregelen bestaan o.a
uit:
- Vernatting, verschraling en reliëfversterking door plaatselijk
ontgraven
- Omvormen populierenaanplant naar natuurbosje
- Kappen populieren langs kleine kreek
- Plaatselijk aanplant struweel/boomvormers en knotbomen
Het streefbeeld bestaat uit een kleinschalig krekenlandschap
Rotte Kreek
met een afwisseling van bos, struweel riet- en grasland. Leef
gebied voor blauwborst, roodborsttapuit, bruine kiekendief,
steenuil en diverse soorten vlinders, libellen en amfibieën.
Achteruitgang
Al met al interessant om eens te kijken welke gevolgen deze
beheersmaatregelen zouden hebben voor de totale broed-
vogelpopulatie. In een eerder artikel "Boerenlandvogels in de
Kieldrechtpolder vijf jaar later" in de Steltkluut in 2012, werd al
melding gemaakt van de sterke achteruitgang van wilde eend,
grauwe gans en bergeend, ook afname van weidevogels, maar
ook bijvoorbeeld daling van o.a. winterkoning en heggenmus.
Uit het recente onderzoek volgens de methode van Broedvo-
gel Monitoring van SOVON (in 2016 en 2017) valt op dat deze
neergang verder heeft doorgezet zelfs ook na de uitvoering
van het natuurcompensatieprogramma in 2013 en 2014. We
derom was er vooral een sterke afname (meer dan 50 van
eenden (wilde-/ slob-/bergeend) en grauwe gans en ook enige
afname van meerkoet. Concrete daling van het totale aantal
territoria ganzen en eenden (watervogels totaal) resp. van 164
(229) in 2006 naar 80 (122) in 2011 naar 58 (114) in 2016.
Daarnaast zijn ook enkele andere typische vogels uit dit land
schap helemaal of gedeeltelijk als broedvogel verdwenen o.a.
de wielewaal, ransuil, boomvalk en buizerd. Torenvalk en Sper
wer bleven stabiel. Het verdwijnen van de hoge populieren bij
de Zestigvoet en op de Kieldijk zal hier mede de oorzaak van
zijn. De aantallen spechten en kraaiachtigen zoals grote bonte
specht (van 3 naar 2), groene specht (van 7 naar 5) en zwarte
kraai van (15 naar 13), kauw en ekster namen ook af, welis
waar in lichte mate. De kleine bonte specht verdween na een
eenmalig territorium in 2011 in het bosje van de Zestigvoet.
Verder was er ook een afname van bruine kiekendieven, fazant,
kwartel en patrijs. Maar niet alleen was er sprake van een
afname van grondbroeders, ook sommige zangvogels bleken
sterk achteruit te zijn gegaan o.a. winterkoning, heggenmus en
Zestig voet bos nieuwe stiji
De steltkluut winter 2017