O Bijzondere waarnemingen kig niet te lang. Telefoon op de scoop, een paar foto's maken en een filmpje. Henk gebeld en de vogel direct op'Birding Zeeuws-Vlaanderen'. Je weet maar nooit wie in de buurt is. Jaap Kolijn dus. Hij belde binnen een paar minuten. "Heb je hem nog in zicht?""Ja, nog wel"."Ik ben er binnen een kwartier". Enfin, na een half uurtje, net voor donker stonden we met ons vieren in de piasdras. Twee van ons met hun nette goed in de nattigheid, maar met een Kleine Bury in de pocket. Het werd nog even spannend, want een sleper van Muller moest voor de brug zo nodig op zijn scheepshoorn duwen. Alles de lucht in. Het duurde nog eens tien minuten maar om half zes kwam de Kleine Burgemeester weer in beeld. Inmiddels wat schimmig in de schemer. We gaan nog wel een paar keer deze week. Want wanneer zie je in Oost Zeeuws-Vlaanderen een Kleine Burge meester? Op deze slaapplaats kun je in de winter als je geluk hebt en goed je best doet 8 soorten meeuwen zien. Zilvermeeuw, Kokmeeuw, Stormmeeuw, Grote Mantelmeeuw, Kleine Man telmeeuw, Zwartkopmeeuw, Geelpoot Meeuw en Pontische Meeuw. En soms 9. Zeearend (Haliaeetus albicilla) Door: Johnny du Burck en Eveline D'hoore De zeearend is anders dan zijn naam zou doen vermoeden, een imposante grote roofvogel die voornamelijk in de buurt van zoetwatergebieden (meren en rietmoerassen) leeft. Gan zen, meerkoeten, eenden, konijnen, hazen en vis zijn geliefde prooien van deze roofvogel. Ook aas wordt gegeten. Karakte ristiek zijn de enorme plankvormige vleugels die aan het eind sterk (gevingerd) zijn. Dinsdag 23 januari om 15:00 meldde Henk Castelijns en Tonny de Caluwe een 1 e winter zeearend in De Putting. Meteen be gon mijn bloeddruk op te lopen, gezien ik nog bezig was met werkzaamheden en niet meteen weg kon. Om 16:30 zou ik pas tijd hebben om naar Hengstdijk te rijden maar door het vroege invallen van de avond was dat geen optie. Zou de vogel daar overnachten? Na een erg onrustige nacht om 6 uur opgestaan, fotocamera ingepakt, en om half 8 vertrokken richting het Oosten. Toen ik daar aankwam zag ik een aangevreten dode kolgans in het gebied liggen net onder een bomenrij. Ik had meteen de pla tjes in mijn hoofd die ik wilde gaan maken. Na me met mijn auto op een strategische manier te hebben opgesteld was het afwachten wat de dag me zou brengen. Op het moment dat de arend dreigde naar beneden te komen stopte er achter mij een auto. Er stapte een man uit die naar me toe gelopen kwam. Ik zag boven zijn hoofd de zeearend vertrekken naar een bomenrij een heel stuk verder weg. Mag ik uw wat vragen: "U heeft wel heel veel interesse in onze polder..?" Het bleek de hoofdredacteur en de beheerder van de website van Hengstdijk te zijn. Ik heb hem verteld dat er momenteel een zeearend in "zijn" polder verbleef. Die had hij nog niet gezien vertelde hij, terwijl ik in mijn binnenste wat gniffelde. Hij begon meteen met visitekaartjes te strooien, met de vraag of ik een foto wilde sturen voor op de site, wat uiter aard geen probleem zou zijn. De vriendelijke man verdween weer in het niets. De arend zag ik op grote afstand in een boomtop zitten. Hij kwam na een paar uur weer het gebied in maar helaas niet op "zijn" prooi. Om 13:20 kwam er een melding naar allen die via de digitale snelweg een verbinding hebben met de vogelwerk groep van Walcheren: Een ross'meeuw in de binnenhaven van Vlissingen (deze in het hoog arctische deel van Oost-Siberië broedende meeuw is één van de "holy grails" van veel voge laars). Aangezien ik niet meteen een ornithologische orgasme kreeg, zoals vele vogelaars dat wel hebben, ben ik bij de arend blijven kijken. Rond 9 uur kwam de kolossale vogel aangevlogen, en landde in de bomenrij exact boven de Kolgans. Adrenaline gierde door mijn lijf. Ik wist dat de vogel elk moment naar beneden kon komen naar "zijn" kolgans die hij waarschijnlijk de dag ervoor nog had geslagen. Zeearend Foto: Johnny du Burck en Eveline D'hoore Bij thuiskomst Eveline (mijn partner en fotomaatje) op de hoogte gebracht van mijn belevingen die dag. Samen even de foto's bekeken en een poging gedaan de pootring af te lezen. Dat bleek AV14 te zijn, een vogel geringd 4 mei 2017 op het vogeleiland in het Zwartemeer. Dit om inzicht te krijgen in de verspreiding en de leefwijze van de zeearend in Nederland. Na uren te hebben gebabbeld en gelezen over leeftijds bepa ling en kleden hadden we besloten de volgende dag samen nog eens naar het Oosten af te reizen. Na weer een onrustige nacht liep ik in de vroege morgen om half 6 al over de vloer, terwijl de koffie pruttelde en Eveline vers gebakken broodjes aan het gereedmaken was, had ik de camera's en randapparatuur al in de auto geladen. Deze dag bleek een prachtige dag te worden, de zeearend liet zich uit alle hoeken, bij heerlijk mooi licht, mooi fotograferen. Bijzondere waarnemingen Zeearend met pootring AV14 Foto: Johnny du Burck en Eveline D'hoore De foto die we voor ogen hadden: de zeearend op een prooi, was vandaag helaas niet haalbaar. Telkens wanneer de vogel in de bomenrij ging zitten kwam er een wandelaar of een fietser voorbij en dat was net teveel, waarna hij vaak weer voor een tijd verdween. Vrijdag morgen besloten we om nog een laatste poging te ondernemen. De ochtend startte met een waterig zonnetje, een buizerd landde op het bijna kale karkas van de kolgans, en na een half uur viel er een deken van mist over het gebied. Het gedrag van de buizerd veranderde en de spanning steeg, en inderdaad: daar kwam de majestueus grote vogel aan. De buizerd ging er als een speer vandoor en de arend ging in de inmiddels dichte mist bij "zijn" prooi zitten. Hij is later met het karkas weggevlogen en heeft het van de laatste restjes ontdaan. We hebben de vogel de rest van de dag, nadat de mist wat optrok nog mooi kunnen bekijken, vliegend, en drin kend in een poeltje. Voor ons was het een leerrijke ervaring en bevredigend zijn we in de namiddag weer naar het westen vertrokken. Nu kunnen we ons gereedmaken voor de ross'meeuw Blij met steeds minder Roodkeelduikers Door: Henk Castelijns De laatste jaren worden in Zeeuws-Vlaanderen minder pleiste rende Roodkeelduikers gezien dan voeger. Vroeger was alles beter, maar in het geval van de Roodkeelduiker gaat dat niet op. Voor de periode 1967-1985, die door Buise Tombeur in de Avifauna van Zeeuws-Vlaanderen wordt beschreven, werden in totaal 176 waarnemingen van de Roodkeelduiker verwerkt. Sinds de eeuwwisseling gaat het, exclusief de waarnemingen van telpost Breskens, om minder dan 50 ex. (bron waarneming, nl). En dat terwijl er tegenwoordig veel meer naar vogels wordt gekeken dan vroeger. In mijn Braakmanarchief, met daarin gegevens Van Johan van den Steen (periode 1959-1961) en Jaap Poortvliet en mijzelf (periode 1978-2018) gaat het in totaal om 61 ex. (zonder vervolgwaarnemingen) waarvan slechts drie waarnemingen sinds de eeuwwisseling; telkens één ex in 2000,2001 en 2013. Van de 61 ex. waren er 27 met olie besmeurd, zo staat in mijn archief. Dat is ongetwijfeld een minimum, want het is niet altijd zichtbaar als een vogel met olie is besmeurd, en ongetwijfeld werd er ook niet telkens op gelet. Roodkeelduikers foerage- ren normaal gesproken op zee, ook in de broedgebieden. Ze komen alleen naar binnenwater om er te broeden of als er iets mis met ze is. Het gegeven dat we in Zeeuws-Vlaanderen steeds minder roodkeelduikers zien, is een gevolg van minder - De steltkluut lente 2018

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2018 | | pagina 6