Verstoring van vogels aan de
Westerschelde vanaf de zeedijken
O
Verstoring N2000
Het recreatieve gebruik van zeedijken langs de Westerschelde is de laatste jaren flink toegenomen. Dit is vooral ver
oorzaakt doordat de zeedijken buitendijks nu overal toegankelijk zijn gemaakt. En inderdaad, wat is er nu mooier en
heerlijker om even een stukje langs de Schelde uit te waaien, te fietsen of te wandelen. Dat deze toegenomen recreatieve
benutting van de zeedijken ook een donkere schaduwkant heeft, is bij niet veel mensen bekend.
Door Jaap Verhelst
Bandensporen bij vogelrustgebied Perkpolder. Foto: Jaap Verhelst
Ervaringsdeskundigen
Reden genoeg om hierover in gesprek te gaan met een aantal
deskundigen. We komen bijeen in Emmadorp, en spreken met
Marian Sponselee, Walter van Kerkhoven en Henk Castelijns die
elk hun eigen ervaringen delen.
Marian Sponselee telt maandelijks bij hoog en laag water vanaf
Knuitershoek via de Magere Merrie tot aan Saeftinghe de wa
tervogels voor Wageningen Marine Research op verzoek van
Tom Ysebaert en Brenda Walles. Ook de aanwezigheid van vis
sers, wandelaars, fietsers, honden enz. wordt genoteerd en in
de resultaten zie je duidelijk een verband tussen de aantallen
vogels en de aanwezigheid van verstorende factoren. Marian
telt (samen met Wally Baaten en Tony Madou) de vogels bui
tendijks vanuit de auto (met vergunning) omdat dit aanzienlijk
minder verstoring voor de vogels geeft dan te voet of per fiets.
Walter van Kerkhoven telt al ruim 30 jaar vogels in Saeftinghe
en doet onderzoek naar de Kiekendieven aldaar. Tevens is hij
al 15 jaar WetlandWacht voor Vogelbescherming Nederland en
doet eenmaal per jaar rapportage aan Vogelbescherming.
Henk Castelijns coördineert de maandelijkse hoog- en laag-
watertellingen en telt al jaren vogels langs de Westerschelde,
eerst vanaf het Paulinaschor tot aan Terneuzen, daarna op het
traject Terneuzen - Hellegat en sinds 1990 Saeftinghe.
Verstoringsgevoeligheid van vogels
Steltlopers zoeken bij laagwater voedsel op de slikken en
verzamelen zich bij hoogwater op bepaalde plaatsen om te
overtijden. In beide gevallen is rust noodzakelijk.
Steltlopers en eenden zijn zeer gevoelig voor verstoringen.
Hun vluchtafstand ligt tussen de 150 en 500 meter. Scho
leksters (vluchtafstand 200 m) zijn iets minder gevoelig dan
wulpen (vluchtafstand 300-500 m). Een scholekster vliegt bij
verstoring op en strijkt dan een paar honderd meter verder
weer neer. Dit vooral bij hoog water als ze in groepen tegen de
dijk zitten te wachten tot ze weer op het slik kunnen gaan eten.
Wanneer deze continu verstoord worden door voetgangers
of fietsers dan hebben ze helemaal geen rust meer. Steltlo
pers hebben het slik nodig om naar voedsel te zoeken, maar
worden bij verstoringen gedwongen de waterlijn op te zoeken
waar de kans op voedsel veel minder is.
Een voorbeeld hoe het niet moet is de teloorgang van de
hoogwatervluchtplaats bij de Molenpolder (Ossenisse). Eerst
waren er hekken geplaatst om deze rustplaat voor steltlopers,
die daar al tientallen jaren in gebruik was, bij hoogwater te
garanderen. Maar onder druk van de publieke opinie zijn de
hekken weggehaald. Er is nu verstoring alom. Ook bij laag
water is het er niet pluis. Het is buitendijks lastig naar voedsel
Verstoring N2000
Motorrijder in volle vaart over de Westerscheldedijk. Foto: Marian Sponsele'e
zoeken als de strekdammetjes massaal bezet zijn door vissers.
De vogels hebben er totaal geen uitwijkmogelijkheid.
Daadwerkelijke verstoringen
Vorig jaar is bij het Hellegatschor het pad, dat bestond uit
tegels met flinke voegen en dat dus lastig begaanbaar was,
vervangen door een strak geasfalteerd fietspad. Sindsdien
wordt het pad zeer intensief gebruikt door fietsers, wandelaars
en mensen die hun honden uitlaten in het schor. Tot vorig jaar
kon Marian met regelmaat broedende scholeksters, tureluurs,
bergeenden en allerlei rietvogels waarnemen. Sinds het ver
nieuwde pad is dat een heel stuk minder. De mensen gooien
hun ballen voor de honden tot ver in het schor waardoor alle
vogels opgejaagd en zelfs verjaagd worden.
Andere stukken dijk waren in het verleden afgebakend ten
behoeve van de schapenhouderij. Voor mensen extra on
aantrekkelijk vanwege de uitwerpselen en tevens hield de
boer toezicht op de dijk dus mensen met loslopende honden
werden op hun gedrag aangesproken. Helaas is het niet meer
economisch rendabel om schapen te houden. De hekken zijn
weggehaald en de stukken dijk zijn daardoor gemakkelijk te
bewandelen.
Op de Gasdam bij Saeftinghe worden regelmatig wandelaars
en soms zelfs mountainbikers gesignaleerd. Maar de tellers ko
men ook motorcrossers, quads en ruiters op paarden tegen op
en langs de dijken van de Westerschelde. Walter rapporteert
als Wetlandwacht jaarlijks aan Vogelbescherming Nederland
en kaart al jarenlang de verstoringen aan. Vogelbescherming
maakt er nu een actiepunt van, want probleem is dat er amper
controle is op de handhaving zowel in Saeftinghe zelf als op de
dijk. Gebrek aan handhaving is een heel groot probleem.
Bedreigingen en aanleg nieuwe paden
Het doortrekken van het fietspad tot aan Doel zal funest zijn
voor de watervogels aan de Westerschelde. Bij de Molenpolder
is al een hekwerk weggehaald en is het fietspad nog verder
doorgetrokken waardoor mensen niet meer gedwongen wor
den om binnendijks te fietsen ofte wandelen. Bij het gemaal
van Paal ligt nu nog een stukje onverhard pad wat nog een
belemmering kan zijn voor fietsers, maar voor hoe lang nog?
Er liggen ook plannen klaar voor een verhard pad naar het
nieuw te bouwen onderzoeksstation op het Plateau van Saef
tinghe. De controle vanaf de dijk schiet nu al ernstig tekort en
met een verhard pad zal het oneigenlijk gebruik alleen nog
De steltkiuut zomer 2018