H Speurneus O \1 Toon's natuur boor: Toon Hagenaar (tekst foto) Mart en Anouk lopen door de tuin. Mart doet geheimzinnig. 'Er is een dier in de tuin geweest,' zegt hij. Zijn stem klinkt anders. Niet zoals hij altijd praat. 'Wat voor dier is het geweest?' vraagt Anouk. Ze kijkt gelijk om zich heen. Mart antwoordt niet. Hij doet nu nog vreemder. 'Is het een kat of een hond?' vraagt Anouk. Weer antwoordt Mart niet. 'Hoe weet je dat dan?' vraagt ze. Ze hoopt dat hij nu meer vertelt. 'Het dier heeft ergens een spoor ach tergelaten.' Meer zegt hij niet. Hier kan Anouk niet tegen. Ze wil gelijk weten wat voor dier het is geweest. 'Kun je me misschien een hint geven?' 'Nog niet,' antwoordt Mart. 'Hoe kan ik het dan vinden?' 'Door te zoeken.' 'Maar ik ben helemaal geen speurhond,' zegt Anouk. 'Ik kan het nooit vinden in deze grote tuin.' Hier moet Mart even over nadenken. 'Oké,' zegt hij. 'Ik ga je helpen met warm en koud.' Anouk knikt. Ze loopt door de tuin. Ze krijgt van Mart aanwijzingen. 'Koud,' zegt Mart bij de appelboom. 'Koud,' zegt hij bij twee struikjes. 'En hier bij het schuurtje?' 'Ook koud.' Anouk loopt langzaam richting het huis. 'Warmer,' zegt Mart. Ze blijft doorlopen. 'Warmer.' Anouk krijgt er plezier in. Ze kan nog maar twee stappen. Anders stoot ze haar hoofd tegen het raam. Ze zijn aan de achterkant van het huis. 'Warm!' roept Mart. Anouk stopt gelijk. Ze kijkt om zich heen. Alleen ziet ze niets. Geen slijmspoor van een slak. Seen drolletje van konijn Marvin. Seen half leeggegeten klokhuis. Seen veer. Ner gens is een spoor te bekennen. Ze kijkt alleen naar de grond. Waar anders kan het dier een spoor hebben achtergelaten? 'Kouder,' zegt Mart. 'Hè,' zegt Anouk. 'Hoe kan dat nou?' Ze vindt dat Mart raar doet. 'Leuk hè,' zegt die. Anouk wil het opgeven. Hoe kan ze hier nou iets vinden? Toch zeker als het niet op de grond ligt. Wacht! Misschien op de vensterbank?' 'Warmer,' hoort ze. Alleen ligt er op de vensterbank ook niets. 'Je fopt me,' zegt ze. 'Nee, helemaal niet,' antwoordt hij. Hij staat op een afstandje te kijken. Dan weer hier, dan weer daar. 'Ik zie het heel duidelijk,' zegt hij. Anouk loopt naar Mart toe. Ze kijkt in dezelfde richting. Ze vindt het eigen lijk ook wel spannend. 'Kom hier naast me staan,' zegt hij. 'Vanaf hier zie je het beter.' Anouk begrijpt nog steeds niet wat ze moet zien. Mart pakt zijn mobieltje. Hij maakt een paar foto's. Die laat hij aan Anouk zien. 'Zie je het nu wel?' vraagt hij. Anouk ziet niet veel. Ze ziet het raam. Verder niet zoveel. Het glas weerspie gelt de tuin. 'Ik zie het niet.' Mart zoomt de foto in. 'Hier!' Hij wijst naar een klein stukje. Anouk ziet iets. Het lijkt wel een streepje. Het zit op het glas. Ze kijkt naar het raam. Nu ziet ze het daar ook. 'Er staan er nog meer!' roept ze blij. 'Ja,' zegt Mart. 'Het zijn er heel veel. Maar wat is het nu geweest?' Anouk kijkt nog beter. Ze kan er nog niets van maken. Mart komt heel dicht bij haar staan. Dat vindt Anouk leuk. Maar nu niet. Nu wil ze het dier in de streepjes zien. 'Kijk,' wijst Mart. 'Hier begint het.' Hij wijst met zijn vinger. Anouk wil het plekje aanraken. 'Niet doen,' zegt Mart. 'Ik wil eerst een goede foto maken. Deze is niet gelukt.' Hoe Mart ook gaat staan, het lukt niet. 'Je moet er iets achter houden,' zegt Anouk. Mart vindt Anouk leuk omdat ze goede ideeën heeft. 'Dat is een heel goed idee. Wat pakken we daarvoor?' Tets wat maar één kleur heeft,' zegt Anouk. 'Anders zie je het nog niet.' Mart ziet iets. Oma is net op bezoek geweest. Die heeft het altijd koud. Van zijn papa krijgt ze altijd een de kentje. Het is donkergroen van kleur. 'Hiermee moet het lukken.' Anouk houdt het dekentje omhoog aan de binnenkant van het raam. Mart maakt de foto. 'Kijk eens,' roept hij blij. 'Het is ge lukt.' Anouk kijkt naar de foto. Dan kijkt ze naar het raam. 'Wil jij het dekentje ook omhooghou den?' Toon's natuur Dat wil Mart wel. Nu ziet Anouk het beter. Het is een vogel. 'Je hebt de foto niet goed gemaakt,' roept ze. 'Een stuk van de vleugel staat er niet op.' Anouk maakt opnieuw een paar foto's. 'Kijk,' zegt ze trots. 'Deze is beter.' Samen bekijken ze de foto's. Duidelijk zien ze een vogel. 'Wat denk je?' vraagt Mart. 'Is het een duif?' 'Ik weet het niet,' antwoordt ze. 'In ieder geval heb je nu wel een afdruk van mij.' Tegelijk duwt ze haar gezicht tegen het raam. Nu kan Mart ook niet achterblijven. 'Die van mij kan er nu ook wel bij,' zegt hij. 'Mama moet nu toch de ramen zemen.' Ook hij drukt zijn gezicht tegen het raam. Mama komt dan net de kamer in. 'Wat doen jullie,' zegt ze een beetje boos. 'Sporen achterlaten,' zegt Anouk vrolijk. Ze heeft de boze klank niet gehoord. 'Mam, niet boos worden,' zegt Mart. 'Kijk, er zit iets bijzonders op het raam.' 'Ja, jullie gezicht!' 'Nee, iets veel mooiers. Kijk maar.' Mart pakt zijn mobiel. Hij laat de foto zien die hij samen met Anouk heeft gemaakt. Nu is mama ook geïnteresseerd. Ze kijkt naar het raam. Ze ziet nu ook het spoor van de vogel. 'Wat is hij groot!' 'Zou het een duif kunnen zijn, mam?' 'Misschien wel. We zullen het aan papa vragen als hij thuiskomt.' Pas tegen de avond komt Marts papa thuis. Hij kijkt eerst naar de foto en dan naar het raam. 'Weet je hoe dit komt?' vraagt zijn papa. Mart schudt zijn hoofd. 'Het is van het vet op de veren. Hier mee beschermt een vogel zich tegen de kou en het water.' 'Waar komt dat vet vandaan, papa?' 'Vlak boven de stuit zit een vetklier. De vogel gaat er met zijn snavel langs. Daarna verspreidt hij het vet over zijn veren. Dat noemen we poetsen.' 'Net als de kast afstoffen?' Ja, goed zo. Door het poetsen worden vuil, stof en parasieten verwijderd. Het werkt ook waterafstotend.' 'Blijven eenden daarom drijven, papa?' 'Ja, jongen. Dat is de reden dat een den niet kopje- onder gaan.' 'En op het raam! Is het een duif?' 'Ik denk het wel. Het is veel te groot voor een merel. Je hebt een oog voor dit soort dingen. Wie weet word je later wel een heel goede spoorzoeker.' Mart is blij. Hij wil graag een goede spoorzoeker worden, want hij houdt van de natuur. En hij wil er alles over weten. Pi 1 f V 9 si! hj Stekkertjes diep in het Axelse bosverdiept in paddenstoelen en andere vondsten. Foto: Hanneke Smulders 'tstekkertje winter 2018

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2018 | | pagina 11