H
Paddenstoelen
Dood hout leeft
O
Paddenstoelen
Door: Sandra Dobbelaar
Het is lang droog geweest deze
herfst. Dat zorgt er voor dat er dit
jaar niet super veel paddenstoelen
te vinden zijn. Als het vochtiger
wordt en niet vriest, kunnen we er
misschien nog veel te zien krijgen.
Je hoeft er niet voor naar het bos.
In je eigen tuin kun je ook van alles
vinden, des te meer als deze geva
rieerd is. Op dode takken, tussen
afgevallen bladeren en zelfs in het
gras.
Een paddenstoel is een schimmel.
Het grootste deel van de schimmel
zie je niet. Dat zit namelijk onder
de grond, of in hout. Het gedeelte
dat we wel zien, namelijk de pad
denstoel, is er eigenlijk alleen voor
de voortplanting. We kennen de
paddenstoel het beste zoals die in
het liedje van kabouter Spillebeen;
met een hoed en een steel. Onder de
hoed zitten allemaal plaatjes (lamel
len) of gaatjes (buisjes). Hou maar
eens een spiegeltje onder de hoed,
dan zie je ze vast wel. Tussen die
plaatjes en buisjes zitten sporen.
Vallen de sporen op de grond, dan
groeien daar weer nieuwe schimmels
uit. Eerst onder de grond, en later
als paddenstoel. Maar lang niet alle
paddenstoelen hebben een steel en
hoed. Er zijn er ook die er uit zien
als een vieze klodder, zoals de gele
trilzwam. Of als een grappig schaal
tje waar je zo iets in zou kunnen
doen, zoals het bleek nestzwamme-
tje. Bij deze soorten kun je geen
steel of hoed ontdekken. Ontdek
zelf maar de vele vormen en kleuren
van paddenstoelen.
Alle schimmels ofwel paddenstoelen
kunnen we in drie grote groepen
verdelen.
De eerste zijn paddenstoelen die
samen leven met een plant of boom.
We noemen ze met een moeilijk
woord symbionten. Eekhoorntjes
brood bijvoorbeeld kan samen leven
met een eikenboom. De schimmel-
Foto; Sandra Dobbelaar
Harslakzwam. Foto: Luciën Calle
Gele trilzwalm. Foto: Luciën Calle
Gewoon eekhoorntjesbrood. Foto: Luciën Calle
Paddenstoelen
w v
Vliegenzwam. Foto Fons de Beijn
draden van het eekhoorntjesbrood
groeien samen met de wortels van
de eik. Zo kunnen ze elkaar voedsel
geven. Deze schimmels helpen de
bomen en planten als zij het moeilijk
hebben.
De tweede groep zijn paddenstoelen
die afval verwerken, de saprofyten.
Dood materiaal, zoals hout en blade
ren staan op hun menu. Ze verteren
die en maken er heel fijne deeltjes
van die weer opgenomen kunnen wor
den door planten.
Als laatste hebben we paddenstoe
len die leven ten koste van andere
planten en bomen, de parasieten. Dit
zijn paddenstoelen die je op levende
bomen ziet zitten. Ze leven van de
boom en zorgen er voor dat deze
verzwakt of zelfs sterft.
In Nederland zijn er wel meer dan
4.000 soorten. En er komen nog
steeds nieuwe soorten bij. Het is
dus moeilijk om ze allemaal te her
kennen. Gelukkig zijn er boeken over
paddenstoelen waarin je ze kunt
I
-
Zadelzwam. Foto: Sandra dohh~,„„„
opzoeken. Zo kan je ook
zien welke paddenstoel wanneer
groeit. Sommige vinden het fijn om
in de zomer te leven, terwijl de an
der juist kiest voor de lente of de
herfst. De meeste paddenstoelen
zie je in de herfst. Het is dan nat
genoeg en de grond is ook nog een
beetje warm. In de herfst is er ook
veel rottend materiaal te vinden.
Door: Sandra Dobbelaar
Foto's: Luciën Calle
Lange tijd was het heel gewoon om dode bomen in het
bos weg te halen en al het dode takhout op te ruimen.
Tegenwoordig laten we dode bomen steeds vaker staan.
Gelukkig maar, want wel 40% van alle planten en dieren
die in Nederland in het bos leven, zijn afhankelijk van
dood hout. Daaronder bevinden zich onder andere onge
veer 750 kevers. En dat worden er steeds meer. Maar
dood hout is niet alleen voor kevers belangrijk. Ook voor
bijvoorbeeld een groot aantal soorten vlinders, spinnen,
vliegen, muggen, bijen, wespen, vleermuizen, vogels, pad
denstoelen, mossen en korstmossen is dood hout van le
vensbelang. En daar komen de talrijke soorten die dood
hout gebruiken voor hun overwintering nog eens bij.
Oude stervende bomen zien er na verloop van tijd uit
als een hotel vol kamers. Overal zie je ronde gaten die
spechten er in hebben gehakt. Behalve spechten kruipen
mezen, boomkruipers en bosuilen graag in holtes. Ook
vleermuizen zijn echte holbewoners.
De larven van sommige soorten zweefvliegen eten mi
cro-organismen die leven van het dode hout. De echte
wespvlieg is daar een voorbeeld van. Bij een aantal soor
ten vlinders en kevers leven ook larven in het dode hout,
bijvoorbeeld de boktorren, wilgenhoutrups en de hor
zelvlinder. Omdat de meeste bossen in ons land nog niet
zo heel oud zijn, zijn er er nog maar weinig dikke dode
bomen. De soorten die van dikker dood hout afhankelijk
zijn vind je daarom nog niet veel in onze bossen.
Liggend dood hout is voor veel dieren een tafeltje dek-
je. Vossen, egels en kikkers halen er heerlijke hapjes.
Bovendien bieden dode stammen of takken ook een pri
ma plek om te zonnen of te verstoppen. Bij de vertering
van het hout, komen voedingsstoffen vrij. Daar profite
ren verschillende soorten planten, varens en mossen van.
t stekkertje winter 2018
r- C"'