Broedvogelstand Saeftinghe Broedvogelstand Saeftinghe J 7ü goed voor ongeveer 18% van de totale Nederlandse popula tie. Van alle rietvogels is er slechts één soort die een afname laat zien en dat is de blauwborst (ook nog eens een N2000 doelsoort voor het gebied). In 2004 waren er nog 454 paar, in 2012 (293) en in 2018 (291Blauwborsten foerageren vaak op een natte bodem, de ophoging van het gebied kan hierdoor wel een effect hebben op de populatie. Voorheen was er door het foerageergedrag van de grauwe ganzen (vraat van de heen knolletjes) ook meer open natte bodem. De afname van ganzen heeft waarschijnlijk dus ook geleid tot een afname van foerageergebied voor blauwborsten (Berg Van den e.a. 2018). Bruine kiekendief De Natura2000 doelsoort bruine kiekendief was in 2018 met 18 paar met nest in het gebied aanwezig. In 2014 (het diepte punt) werden nog slechts 12 territoria geteld (Van Kerkhoven, 2014). Sindsdien neemt de soort langzaam iets toe. Deze toename is extra opvallend omdat het een grote op de grond broedende soort is die kwetsbaar is voor de vos, en andere grote grondbroeders de laatste jaren verder afnamen. Een mogelijke verklaring, voor dat de bruine kiekendief het weer iets beter doet, is dat de ganzenstand in de rietlanden nu sterk is afgenomen door de vos. Mogelijk dat vossen daardoor nu veel minder in het rietland foerageren en meer focussen op andere prooien zoals konijn, bergeend en grote Canadese gans. De toename kan mogelijk ook verklaard worden door vestiging van nieuwe paartjes van elders. Dankzij de jaarlijkse onderzoek van Walter van Kerkhoven weten we (ongeveer) dat het broedsucces voorheen erg slechts was en de laatste jaren iets beter lijkt te zijn. De gebruikte methodiek (observatie van afstand) maakt het echter lastig om harde uitspraken te doen. Doordat er momenteel geen nestbezoeken plaatsvinden kan ook de oorzaak van mislukken niet worden vastgesteld (bv: vos, zwarte kraai of verspoeling). Vanuit HZL willen we graag weten of het gebied voor de soort geen sinkpopulatie vormt. Dat is een populatie waar netto meer dieren dood gaan dan er bij komen. Doordat er steeds aanwas van elders kan zijn, zijn harde (liefst meerjaren) gegevens over het broedsucces nodig om hier uitspraak over te kunnen doen. Wellicht kunnen leden van de Vogelwerkgroep, studenten of wetenschappers hier (al dan niet gezamenlijk) onderzoek naar doen! De tureluur was ooit een icoonsoort voor Saeftinghe maar is sinds 2012 meer dan gehalveerd in aantal. Foto ChieiJacobusse De steltkluut lente 2019 Zeldzaamheden Bijzondere soorten die werden vastgesteld waren kwartel koning (1 ter.) en porseleinhoen (4 ter.). Een andere soort die tot de verbeelding spreekt is de graszanger; Saeftinghe is het bolwerk voor Nederland voor deze soort. Voor 2018 stond de teller op 54 territoria. De toename komt grotendeels door de instroom van zuidelijke populaties en een hogere overleving van overwinterende vogels door zachtere winters. Opmerke lijk was dat de eerste territoria nu reeds eind maart werden vastgesteld en de meeste in mei en juni, terwijl voorheen pas van eind juli tot in september het gros van de territoria werd genoteerd. Aanbevelingen In het rapport worden diverse aanbevelingen voor het beheer, toekomstige inrichting, al dan niet openstellen van recreatie en vervolgonderzoek gedaan. Voor de actievelingen van de Stelt- kluut ligt hier een mooie kans om hierover mee te denken. HZL maakt dankbaar gebruik van de feedback! Tevens zijn we nu druk bezig met de ontwikkeling van een nieuw veldstation (re alisatie 2020-2021waar onderzoekers straks gebruik kunnen maken van moderne faciliteiten en studenten maandenlang kunnen bivakkeren. Dankwoord Dankzij de inbreng van 18 vrijwilligers van Natuurbescher mingsvereniging De Steltkluut kon de inventarisatie succesvol worden uitgevoerd. Bij deze willen we hen nogmaals bedan ken: Wally Baaten, Jenny Buise, Mare Buise, Huub Bun, Bas de Maat, Marc Jeurissen, Bernard Messiaen, Joop Millenaar,Walter Poppe, Mark Snyders, Marian Sponselee, Stefaan Thiers, Pie- ter-Jan van Domburg, Alex Van Herrewege, Jos van Hove, Wal ter Van Kerkhoven, Frits van Velzen en Christine Van Esbroeck. Speciale dank gaat uit naar Mare Buise voor zijn jarenlange rol als coördinator van het BMP onderzoek in Saeftinghe. Literatuur Bergh Van den, L, Calle, P. Castelijns, W. (2018), Broedvo- gelonderzoek In Het Verdronken Land van Saeftinghe 2018. Stichting Het Zeeuwse Landschap De Steltkluut Calle, P. W. Castelijns (2013), De opkomst van de vos in Saef tinghe. De Steltkluut (4) pag.8-10 Kerkhoven Van, W. (2014). Bruine kiekendief 2014. Ontwikkeling van een selectie rietvogels in Saeftinghe 2004 2012 2018 Blauwborst 454 293 291 Kleine karekiet 420 602 Snor Tl 24 62 Baardman 126 200 318 Rietzanger 299 239 364 Waterral 107 231 432 Selectie rietvogels Saeftinghe nblauwbcra i Kleine karekiet Snor Bardman R«zanger waerrai Voor meer informatie over de inventarisatie verwijzen we naar ons broedvogelrapport: https://saeftinghe.eu/nl/onderzoek-beheer/publicaties Een vergelijkbaar artikel werd eerder voor de SOVON nieuwsbrief geschreven Ondanks dat Saeftinghe een krimppopulatie voorde grauwe gans bevat, kan een deel van de ganzen zich nog steeds succesvol voortplanten. Foto Pepijn Calle

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2019 | | pagina 3