O
240° \y s~—za25
Broedvogelinventarisatie Terneuzen
^MNterritoria
Nsoort
2
0
Broedvogelinventarisatie Terneuzen
320 30
300 i-j
280
II
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
299
299
229
240
269
241
259
288
247
260
20
25
19
18
20
17
22
19
18
20
Figuur 4: aantalsontwikkeling territoria en soorten
soort
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
trend
Sperwer
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
Holenduif
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
Houtduif
21
22
24
22
22
24
21
23
23
25
Turkse tortel
28
23
18
24
23
20
25
20
17
22
Gierzwaluw
0
3
4
3
2
4
3
3
4
2
Groene specht
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
Gaai
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
G. bonte specht
1
1
1
1
1
0
1
3
0
0
Winterkoning
21
18
18
12
21
20
19
28
21
22
Heggenmus
21
33
18
24
21
17
17
25
25
23
Roodborst
1
2
4
3
2
0
3
0
2
1
Merel
73
76
68
60
58
56
64
64
55
53
Zanglijster
18
19
14
14
12
7
8
10
8
7
Tuinfluiter
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
Zwartkop
10
9
5
5
11
13
7
10
7
7
Tjiftjaf
9
9
7
4
7
8
9
9
9
7
Staartmees
8
1
1
5
4
4
2
2
2
4
Pimpelmees
18
16
5
14
19
14
20
25
20
25
Koolmees
52
38
30
34
44
39
37
46
37
44
Boomkruiper
0
1
0
0
2
0
1
0
3
2
Ekster
3
2
1
2
8
5
6
8
6
6
Zwarte kraai
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
Spreeuw
3
7
1
2
1
3
3
2
3
5
Huismus
0
3
0
0
0
0
0
0
0
0
Vink
4
5
7
6
7
3
6
6
4
Groenling
5
6
2
5
2
3
4
2
0
0
Putter
1
1
0
0
2
0
1
1
0
1
Ransuil
0
0
0
0
0
1
1
0
0
rï territoria
299
299
229
240
269
241
259
288
247
260
n
soorten
20
25
19
18
20
17
22
19
18
20
Tabel 1: aantal soorten en territoria periode 2008 t/m 2017
De steltkluut zomer 2019
punt-relatieve dichtheid
r~] 0-0.25
I I 0.25 - 0.5
0.5 - 0.75
0,75 -1
punt-relatieve dichtheid
0 - 0.25
0,25-0,5
E3 0.5 - 075
0.75 - 1
Merel
We constateren dat de merel in een pe
riode van 10 jaartijd met 27% is afgeno
men. Als we kijken naar het voorkomen
van de soort in 2008 en vergelijken met
het voorkomen in 2017 dan zien we dat
de dichtheid in het zuidelijke gedeelte
van het onderzoeksgebied aanzienlijk
is afgenomen. Dit is tegen de verwach
tingen in omdat in het zuiden van het
telgebied het landschap veel gevarieer
der is - vrijstaande woningen met ruime
tuinen - dan in het noordelijk gedeelte.
Wat extra bijdraagt aan de afname is het
sinds enkele jaren in Nederland gecon
stateerde Usutu-virus. Dit virus eist met
name onder de merels zijn tol. De meest
recente inventarisatiegegevens van 2019
(peildatum medio april) wijzen uit dat de
merel in het gebied met 85% is afgeno
men ten opzichte van 2008.
Figuur 5: verspreiding merel 2008 Figuur 6: verspreiding merel 2017
Figuur 7: verspreiding koolmees 2008
Figuur 8: verspreiding koolmees 2017
Koolmees
Wat de koolmees betreft ziet het beeld er wat rooskleuriger uit. In 10 jaar tijd zien we een afname van 15%. Uit de vergelijking
van de verspreidingsgegevens tussen 2008 en 2017 (zie figuur 7 en 8) constateren we dat de dichtheden min of meer gelijkmatig
verdeeld zijn over het gebied. De meeste koolmezen broeden in nestkasten. Hiermee is de soort minder afhankelijk van de inrich
ting van het gebied.