9
Broedvogelinventorisatie Terneuzen
Broedvogelinventorisatie Terneuzen
Turkse tortel
De Turkse tortel laat een afname zien van 22%. De soort treffen we voornamelijk aan in de tuinen van vrijstaande woningen in bo
men van aanzienlijke leeftijd en in groenstroken rondom de twee-onder-een-kapwoningen. We zien dat na het massaal kappen
van groenstroken de Turkse tortel zich verplaatst naar gebieden waar grote bomen zijn blijven staan. Ook de verstening van de
tuinen heeft ertoe geleid dat er steeds meer broedbomen verdwijnen met ais gevolg minder broedgelegenheid voor de Turkse
tortel.
punt-relatieva dichtheid
Figuur 9: verspreiding Turkse tortel 2008 Figuur 10: verspreiding Turkse tortel 2017
Winterkoning
De winterkoning is naast het goud
haantje een van de kleinste vogeltjes in
Nederland. Wat aantallen betreft is de
winterkoning een van de meest stabiele
soorten in het onderzoeksgebied. De
aantallen fluctueren gering rondom
een gemiddeld aantal van 22 territoria.
Wat opvalt is de verspreiding in de loop
der jaren. In 2008 was de soort diffuus
verspreid over het gebied aanwezig. We
zien dat in 2017 de soort zich geconcen
treerd heeft in het zuidoostelijke deel. Figuur 11: verspreiding Figuur 12: verspreiding
De oorzaak hiervan is niet achterhaald. winterkoning 2008 winterkoning 2017
Desteltkluutzomer2019
punt-relatieve dichtheid
f~1 0-0.25
f~l 0,25-0,5
0 5-0,75
M 0,75 -1
punt-relatieve dichtheid
I I 0-0,25
i 0,25 - 0,5
IH 0,5 - 0,75
WU 0,75-1
punt-relatieve dichtheid
Heggenmus
ledereen kent wellicht het metalen geluid van de heggenmus dat al vroeg in het voorjaar ten gehore wordt gebracht. In het on
derzochte gebied is het een soort die hier nog in aanzienlijke aantallen voorkomt. De aantallen zijn in de loop van het onderzoek
stabiel en is de populatie niet afgenomen. Over de verspreiding kunnen we opmerken dat in 2008 de soort geconcentreerd voor
kwam centraal in het gebied rondom de bungalows met enige uitwaaiering richting noord. In het zuiden van het gebied komt de
soort in dat jaar in zeer lage aantallen voor. In 2017 zien we dat de soort zich meer over het gebied is gaan verspreiden. De hoog
ste dichtheden nemen we waar in het noorden.
Naast de top5-soorten zien we dat
er ook soorten zijn waar het minder
goed mee gaat. Zo zien we dat de
zanglijster in de loop der jaren ruim
gehalveerd is van 18 naar 7 territoria.
De eerste telresultaten 2019 wijzen
uit dat er nog slechts 2 territoria in
het gebied aanwezig zijn. Hetzelfde
vergaat het de huismus. Deze soort
is slechts eenmalig waargenomen in
2009. Hierna is de soort niet meer aan
getroffen. Zo ook voor de groenling.
Een soort die weliswaar niet in grote
aantallen voorkwam in het onder
zoeksgebied maar in de loop der jaren
is teruggevallen van 5-6 territoria
naar 0.
Figuur 14: verspreiding
heggenmus 2017
Conclusie
Om het verschil in aantalsverspreiding
tussen 2008 en 2017 te laten zien is in
figuur 15 en 16 de relatieve puntdicht
heid van het totale aantal territoria
weergegeven. We zien dat in de loop
van het onderzoek het aantal stadsvo-
gels rondom de rijtjeswoningen in het
zuidwesten van het gebied aanzienlijk
is afgenomen. Zo zien we dat langs de
Sloelaan nog amper stadsvogels voor
komen. De oorzaak hiervan is dat veel
beplanting in en rondom de tuinen
in de loop der jaren verdwenen is en
vervangen door houten en betonnen
schuttingen en verharding in de vorm
van klinkers en grind. Verder zal de
toegenomen verkeersintensiteit op de
Sloelaan een negatieve impact heb
ben op de aanwezigheid van stads
vogels. Verder zien we dat rondom de
bungalows (centraal in het gebied) de
aantallen aanzienlijk zijn afgenomen.
Ook hier zien we de laatste jaren de
tuinen steeds minder groen worden.
Meer naar het noorden, het gebied
met relatief veel twee-onder-een-kap-
woningen, zijn de verschillen in dicht
heid tussen 2008 en 2017 aanzienlijk
minder. Maar ook hier zien we een
ontwikkeling dat het aantal clusters
met veel territoria afneemt en de ver
spreiding steeds diffuser wordt.
Figuur 13: verspreiding
heggenmus 2008
punt-relatieve dichtheid
0-0.2S
0.25 0 5
M 0 5 - 0.75
■i 0.75-1
punt-relatieve dichtheid
I I 0 0,25
f~H 0.25-0.5
■I 0 5 - 0 75
MO 75 1
Figuur 15: relatieve punt
dichtheid territoria 2008
Figuur 16: relatieve
puntdichtheid territoria 2017