Fossielen
Egels in de tuin
S 11 S -
W:'
O
r<:Tv,;
s»
I Mr j
Toon'aard M
boor: Toon Hagenaar (tekst foto 's)
De haaientand die Anouk vond, maar ook de roggentand en
de schelp van Mart zijn oud. Ze worden fossielen genoemd.
Een bot van een dinosauriër is hier ook een voorbeeld van.
Een paar maanden geleden was ik met vakantie in Malta.
Daar heb ik er meerdere fossielen gezien. Kijk maar op de
foto's.
Wat is nu eigenlijk een fossiel?
Fossielen zijn versteende resten van dieren of van planten.
Dit kan een afdruk zijn, een soort van stempel in een
steen. Het kan ook in zijn geheel verstenen. Bij een bot
of een haaientand krijg je dan een fossiel die precies
dezelfde vorm heeft zoals het ooit was.
Niet alles kan een fossiel worden. De Egyptenaren
probeerden hun lichamen te mummificeren. Die droogden
dan uit, maar werden geen fossiel. De meeste planten en
dieren worden ook geen fossiel. Om dat wel te worden,
moet er iets speciaals gebeuren. Vele dode planten en
dieren worden opgegeten door andere dieren of ze rotten
weg. Er blijft dan niets meer van over. De laatste sporen
worden uitgewist door de wind of door de regen.
Wanneer wordt een plant of een dier dan een fossiel? Dit
kan pas als het volgende gebeurt:
1. Ze moeten snel afgedekt worden met een laagje zand,
klei of modder. Deze laag zorgt ervoor dat het niet kan
worden opgegeten. Zo kan het ook niet meer wegrotten,
want er kan geen zuurstof meer bij. Hoe langer het
blijft liggen, hoe groter de kans dat het een fossiel
wordt.
2. Het moet voor meer dan duizenden jaren onder druk
worden bewaard. Hier zijn vele lagen zand of ijs voor
nodig. Die zorgen voor de hoge druk.
3. Het moet in contact komen met hoge temperaturen.
Hierdoor wordt het zand zelf van steen en het dier of
de plant ook.
f V i V FW
tv -y'ë v*
KB J mmm, -<
•yj >-
T.
Fossielen van landdieren zijn zeldzamer dan van
waterdieren. Wanneer een waterdier sterft, zakt het naar
de bodem. Als je aan het strand bent en je woelt wat met
je voeten in het water, merk je hoe gemakkelijk je voeten
wegzakken. Zo gaat dat met de waterdieren ook. Het
water is in beweging en dat zorgt ervoor dat het dode dier
onder een laagje zand terechtkomt. In het water is ook
minder zuurstof dan in de lucht. Daardoor rotten ze ook
minder snel weg. Fossielen zijn oud. De jongste fossielen
zijn ontstaan in de laatste ijstijd. Dat is ongeveer 10.000
jaar geleden. Er zijn fossielen bekend van 550 miljoen jaar
oud. Dat is 550.000.000 jaar.
Hoe konden Anouk en Mart nu deze haaientanden vinden
aan het strand van Cadzand?
Waar nu het strand ligt, was in een ver verleden een
warme zee, die meerdere keren overspoeld werd. Dat is
ook de reden dat de fossielen die er gevonden worden, uit
verschillende tijden komen. De leeftijd varieert van 56 tot
33 miljoen jaar geleden.
Je hebt verschillende fossielen:
Ammonieten: Dit zijn opgerolde schelpen waar inktvissen in
leefden. Ze zijn tegelijk uitgestorven met de dinosauriërs,
ongeveer 65.000.000 jaar geleden.
Tanden: Haaien tanden en roggentanden. Vooral haaien
wisselen vaak van tanden. Een haai verliest er 10.000 in
zijn leven. De kleinste zijn 1 cm lang, de grootste 12 cm.
Trilobieten: Dit is een soort zee-pissebed. Ze leefden
op de zeebodem. Net als een pissebed konden ze zich
oprollen.
Belemnieten: Deze zien eruit als een pijl. Het is het skelet
van een inktvissensoort.
Je kunt zelf ook fossielen maken met gips. Dan krijg je
een afdruk. Misschien heb je dat al eens gedaan bij de
Stekkertjes. Wanneer je dit nog nooit hebt gedaan, dan
vraag je om het eens te doen. Je kunt in plaats van gips
ook klei gebruiken. Het is erg leuk om te doen.
- -
■-f .-*
t 0 V,
"V -
J
L f
boor- Sandra hobbelaar
Op een zachte zomeravond zat Hanneke een boek te lezen
in de kamer. Het werd al bijna donker. Door het wazige
glas van de voordeur zag ze ineens een lage langgerekte
schaduw voorbij schuiven. Even schrok ze. Wat was dat
nou? Een kat? Nee, er was geen staart te zien. Een egel?
Nou, dan had ze toch pootjes moeten zien? Nieuwsgierig
besloot ze toch even een kijkje te gaan nemen. Stilletjes
liep ze naar het raam en gluurde naar buiten. Ja hoor,
het beest liep er nog. Het schoof rustig langs de muur
en ging het hoekje van het huis om. Snel liep Hanneke
naar het andere raam en daar kwam het dier al aan. In
het kleine beetje licht dat er nog was, zag ze dat het een
egel was. Wel een behoorlijk grote. De egel snuffelde
tussen de bloemen, at smakkend en krakkend wat slakken
op en liep verder de tuin in. Even later verdween het dier
tussen de bladeren onder de struiken. Zo'n grote egel
had ze nog nooit een gezien. Ze besloot wat op te zoeken
over egels en vond dat volwassen egels heel groot kunnen
worden. Wel tot 30 cm. Slakken en wormen, pissebedden,
kikkers, padden, jonge vogeltjes en kleine zoogdieren,
al deze dieren staan op het menu van de egel. Maar ook
paddenstoelen en vruchten als bessen, aardbeien en
gevallen appels eet een egel graag. Dit alles vind je bij
Hanneke volop op het erf.
Egels zijn eigenlijk grappige dieren. Ze hebben een puntige
snuit met een glimmend nat neusje en zwarte kraaloogjes.
Ze kunnen beter ruiken dan zien. De snuit is net als de
buik behaard en een egel kan wel 9000 stekels op zijn
rug en kop hebben. De stekels zorgen er voor dat de egel
zich kan beschermen tegen vijanden. Als er gevaar dreigt
rolt een egel zich op. Probeer zo'n stekelige bal maar
eens te pakken. Dan vraag je je misschien af hoe egels
eigenlijk paren met elkaar met al die scherpe stekels.
Daar hebben ze natuurlijk wat op gevonden. Het mannetje
gaat op zoek naar een vrouwtje. Soms lopen ze daar wel
3 kilometer voor! Als ze gaan paren, gaat het vrouwtje
op de grond liggen en legt al haar stekels plat. Ze doet
haar achterpootjes omhoog, zodat het mannetje op haar
kan klimmen. In een paar seconden wordt er gepaard.
Samen gaan ze dan naar het huisje dat het vrouwtje heeft
gemaakt. Een aantal weken voor dat de jongen geboren
worden, wordt het mannetje weggestuurd. Vanaf mei
kunnen er egel baby's geboren worden. Een vrouwtje kan
wel twee keer per jaar een nestje jongen krijgen. Per
nestje zijn dat meestal 5 tot 7 jongen. Die zijn doof, blind
en kaal. Na een dag krijgen ze al hun eerste stekeltjes.
De volgende avond was het weer prijs: opnieuw liep er een
diertje langs de voordeur. Hanneke volgde ook dit beestje.
Egels hebben een puntige snuit met een glimmend nat neusje en zwarte kraaloogjes. Ze kunnen beter ruiken dan zien.
be snuit is net als de buik behaad (foto Kees de Footer)
i \i
b y-
.fr
fi' A- 1
't stekkertje herfst 2019