Boomvruchten s^Toon'oard boor: Toon Hagenaar (tekst foto) In het verhaaltje van Mart plant hij een eikel. Hoopvol wacht hij tot die ontkiemt en zo uitgroeit tot een boom. Het liefst zou hij elke dag gaan kijken of er al wat uitkomt. Dat wat hij wil, kan alleen in een strip of in een sprookje. Het bekendste voorbeeld daarvan is dat van Asterix. Als er een boom omvalt, is Idéfix verdrietig en gooien Obelix en Asterix speciale eikels in putjes. Die schieten dan als volwassen eiken uit de grond. Helaas gaat dat binnen de natuur niet zo vlug. Een eik doet er vele jaren over om van eikel tot een boom te groeien die vruchten draagt. Een boom kun je op verschillende manieren herkennen. Een ervan is aan zijn vruchten. Je vindt ze in vele maten en vormen. Op de foto's zie je er verschillende liggen. De ene is langwerpig, de andere rond. De ene heeft vleugeltjes en de andere zit in een jasje. Weer andere zijn kegelvormig of zijn behaard. Het is lastig om ze in te delen. Ik heb geprobeerd een indeling te vinden in boeken of op internet, maar dat bleek niet zo eenvoudig te zijn. Behalve dat er een duidelijk verschil te zien is tussen loofbomen en naaldbomen. Heb je alle zaden kunnen determineren? Met de klok mee en linksboven Foto 3: van de beuk. Foto 1: Appel, hulst, mandarijn, taxus sleedoorn, en lijsterbes. Foto 2: Linde, esdoorn, es, katje van een berk met losse zaadjes en haagbeuk. Eikels (leeg napje, een eikel zonder napje en een met napje), steeneik, walnoot (open en gesloten), paardenkastanje, bijzonder zijn de twee paardenkastan in één bolster, hazelaar, boomnazelaar en de lege napje: Als je op de foto hieronder kijkt, zie je een ander groepje zaden. Deze hebben vleugeltjes. Een heel bekende is de esdoorn. Als klein kind maakte ik die aan de zaadkant open en plakte ik hem op mijn neus. Als je het zaadje omhoog gooit, dan komen ze als een helikoptertje naar beneden. Ernaast ligt het zaad van een linde. Hierbij zit het zaadje op een steeltje. Net als bij de esdoorn draait het naar beneden als het uit de boom valt. Dat is ook zo bij de iep, de es en de berk. De bekendste boomvrucht is natuurlijk de appel. Die krijg je misschien wel als je thuiskomt van school. Een appel, een peer en een kers, maar ook de lijsterbes en de meidoorn zijn zachte (rijpe) vruchten. Binnen in het zachte vruchtvlees liggen de zaden. Bij de kers is dat er één, bij de appel en de peer zijn dat er meer. Die liggen weer in een klokhuis. Ik hoor je al denken over nog een vrucht, een banaan. Alleen groeien die niet aan een boom, hoewel de plant weieens een bananenboom wordt genoemd omdat hij zo groot wordt. 't stekkertie winter 2019

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2019 | | pagina 20