1
Oorzaken achteruitgang
Steenuilinventarisatie
■L
j
J.l
V
r
c
-
s
4
v
t
J
s
r
Steenuiiinven tarisatie
In figuur 2 is het aantal steenuilterritoria weergegeven
dat in de periode 2003 t/m 2019 is vastgesteld in Oost
Zeeuws-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen. We leiden
hieruit af dat in Oost Zeeuws-Vlaanderen het hoogste aantal
steenuilterritoria (215) is vastgesteld in 2007. De aantallen
waargenomen in 2003, 2011 en 2015 liggen aanzienlijk
lager maar wijken onderling niet sterk af. In 2019 zien we
in Zeeuws-Vlaanderen een aanzienlijke afname van het
aantal steenuilen. Dit is met name toe te schrijven aan de
grote afname in West Zeeuws-Vlaanderen (-57 terr.). In Oost
Zeeuws-Vlaanderen constateren in 2019 een afname van 16
territoria.
Figuur 2: Aantal steenuilterritoria in Oost Zeeuws-Vlaanderen en
Zeeuws-Vlaanderen in periode 2003 t/m 2019
In figuur 3 zijn de kilometerhokken weergegeven waar
in 2015 en 2019 steenuilen zijn waargenomen. In 2019
waren 114 kilometerhokken bezet. Een afname van 9% ten
opzichte van 2015 (n=126).
B
B
fl
s
a
S
B
B
v
B
B
a
B
B
B
B
B
B
B
B
a
EB
B
O
B
0
B
ra
B
B
B
E
B
m
m
a
i
m
B
B
D
B
B
B
a
B
B
a
fl
bezet 2015
a
rfVMa
£5 bezet 2019
Figuur 3: Bezette kilometerhokken in Oost Zeeuws-Vlaanderen in 2015
en 2019
Vergelijken we de bezette kilometerhokken 2019 met die
van 2015 dan zien we dat ten westen van het Kanaal van
Gent naarTerneuzen, zijnde het gebied rondom Hoek en
Philippine, het aantal territoria aanzienlijk is afgenomen.
Negen kilometerhokken zijn niet meer bezet. Het aantal
territoria in 2015 bedroeg 34 terwijl er in 2019 nog slechts
22 zijn waargenomen. Rondom de Zandstraat (Sas van
Gent) is de steenuil afgenomen van 5 naar 1 territorium.
Ten oosten van het Kanaal van Gent naarTerneuzen is ten
noorden van Zaamslag richting Westerschelde sprake van
een tamelijk stabiele populatie. Er is wat verschuiving van
bezette kilometerhokken maar netto gezien neemt het
aantal territoria hier niet noemenswaardig af. Meer naar het
oosten zien we de aantallen rondom Hulst verder afnemen.
Rondom Graauw zie we een verdere uitholling van de
populatie. Enkele nieuwe vestigingen nemen we waar ten
noorden van de lijn Terhole-Vogelwaarde en ten zuiden van
De Vogel. Verder blijft het gebied rondom Koewacht tot aan
de Belgische grens het tamelijk goed doen.
Als we inzoomen op het aantal territoria per kilometerhok
(zie figuur 4) dan zien we de hoogste dichtheden rondom
Koewacht, de Lovenpolder rondom Hoek in de polders
benoorden Zaamslag tot aan de Westerschelde. Ook zien
we dat de Kop van Ossenisse begint te koloniseren. De
witte vlek langs de oostzijde van het Kanaal van Gent
naarTerneuzen begint zich steeds verder uit te breiden.
Hoopgevend is de constatering dat het aantal territoria
langs de lintbebouwing van Westdorpe zich de afgelopen 4
jaar, dankzij gerichte beheersmaatregelen, is toegenomen.
t
v
-Z
k
Ik
O
B
A
y
i
J
2B
v
j
<S
Figuur 4: Aantal steenuilterritoria per km2 in Oost Zeeuws-Vlaanderen
in 2019
Vergelijking telgegevens 2019 met voorgaande tellingen
Sinds 2003 wordt 1 maal per 4 jaar het hele gebied
systematisch onderzocht op steenuilen. Hiermee is een
dataset verzameld waarmee we het aantalsverloop over een
periode van 16 jaar inzichtelijk kunnen maken. In figuur 5
t/m 9 zijn per onderzoeksjaar de telgebieden weergegeven
waarin steenuilen zijn aangetroffen.
aantal territoria 2003 t/m 2019
0"
Figuur 5: Telgebieden met steenuilterritoria in
Oost Zeeuws-Vlaanderen in 2003 (oppervlakte
bezette gebieden: 261 km2)
Figuur 6: Telgebieden met steenuilterritoria in
Oost Zeeuws-Vlaanderen in 2007 (oppervlak
te bezette gebieden: 281 km2)
Figuur 7: Telgebieden met steenuilterritoria in
Oost Zeeuws-Vlaanderen in 2011 (oppervlak
te bezette gebieden: 259 km2)
Figuur 8: Telgebieden met steenuilterritoria in
Oost Zeeuws-Vlaanderen in 2015 (oppervlakte
bezette gebieden: 259 km2)
Figuur 9: Telgebieden met steenuilterritoria in
Oost Zeeuws-Vlaanderen in 2019 (oppervlakte
bezette gebieden: 229 km2)
Uit de kaartjes leiden we af dat ten oosten van de
Kanaalzone tussen het Kanaal van Gent naar Terneuzen
en deTractaatweg de steenuil nooit talrijk is geweest
maar vanaf 2015 zeer sterk aan het afnemen is. Langs
de westrand van Westdorpe zien we in 2019 een lichte
toename van het aantal territoria. Ook ten noorden van
Zuiddorpe zien we de soort zienderogen afnemen. In de
omgeving Sas van Gent is de soort verdwenen. Verdere
afname constateren we rondom Graauw en de omgeving
Hulst richting Groot Eiland. Enkele lichtpuntjes zijn de Kop
van Ossenisse waar in 2003 de soort amper nog voorkwam
maar door gerichte beheersmaatregelen (o.a. ophangen van
nestkasten) de soort daar in de lift zit. Dit geldt ook voor het
gebied ten zuiden van de Vogel, ook hier ten opzichte van
2003 een toename. Verder zien we een stabiele populatie in
de polders ten noorden van Zaamslag met hier en daar een
uitbreiding van het aantal territoria.
Aantasting leefgebied
Alhoewel niet voor alle locaties te verklaren is waarom
steenuilen zijn verdwenen kunnen in zijn algemeenheid
toch een aantal oorzaken genoemd worden die verant
woordelijk zijn voor de achteruitgang. Een steenuil heeft
een relatief klein leefgebied. Het moet voorzien in voedsel-
behoefte, nestgelegenheid en voldoende beschutting en
bescherming bieden. Als één van deze factoren ontbreekt of
onvoldoende aanwezig is kan dit leiden tot het verdwijnen
van de steenuil of de vestiging van een steenuil ontmoedi
gen. Andere aspecten die van invloed zijn:
verkeer;
predatie;
vergiftiging;
sloop gebouwen;
aantasting leefgebied als gevolg van planologische
ontwikkelingen;
sanering asbestdaken;
functiewijziging van boerderijen.
Onderstaand een korte toelichting op een aantal van
bovengenoemde aspecten.
Verkeer
In Zeeuws-Vlaanderen bestaat het grootste deel van
het wegennet uit polderwegen. Op deze wegen vallen
veel slachtoffers aan het einde van het broedseizoen
op het moment dat juveniele vogels uitgevlogen zijn.
Een ander aspect is de aanpassing/uitbreiding van de
wegenstructuur ten behoeve van de vergroting en
verbetering van de verkeersmobiliteit en de vergroting
van de verkeersveiligheid van een aantal belangrijke