Glad biggenkruid
Kennismaking en behoud van een bijzondere
voorjaarsbioeier, die terug is van weggeweest
Somen voor de Aal
Glad Biggenkruid
Ook in Oost-Zeeuws-Vlaanderen stonden vrijwilligers
afgelopen jaren aan de lat om bij te dragen aan het
herstel van de paling. In totaal werden hier bijna 900
trekken gedaan met het kruisnet, verdeeld over een
tweetal locaties langs de Westerschelde; gemaal Campen
te Ossenisse (vanaf 2018) en gemaal Paal te Paal (vanaf
2017). Daarbij kwamen ruim 2500 vissen omhoog,
behorende tot ten minste 19 verschillende soorten;
van brasem tot haring. Van de belangrijkste doelsoort,
glasaal, werden bijna 400 exemplaren gevangen.
Daarnaast werd bij gemaal Campen nog 1 pootaal (ouder
stadium van paling) aangetroffen.
Als we kijken naar het seizoensverloop van de
glasaalvangst in Oost-Zeeuws-Vlaanderen is te zien dat
bij Campen, maar in 2018 ook bij Paal, een duidelijk
piek optreedt rond eind maart begin april (Figuur 2).
Dit is relatief vroeg vergeleken met de gemiddelde
seizoenspiek in Zeeland, maar ook in Zuid-Holland. Deze
ligt meer richting eind april. Opvallend is dat rond deze
periode, met name in 2018, een tweede piekmoment
werd waargenomen op beide locaties.
De hoogste dichtheden van glasaal werden aangetroffen
bij gemaal Campen. In 2018 werd hier gemiddeld
genomen ruim anderhalve glasaal gevangen per
trek (Figuur 3). Waarschijnlijk willen aanzienlijke
hoeveelheden glasalen hier naar binnen trekken. Ook
bij gemaal Paal werd de hoogste dichtheid van glasaal
aangetroffen in 2018. Net als bij de gemalen Campen en
Paal, viel de glasaalintrek in 2019 helaas in heel Zeeland
over het algemeen genomen een stuk lager uit dan in
2018; een topjaar met de hoogste gemeten aantallen
sinds het jaar 2000. Dit komt overeen met het beeld in de
andere provincies (Figuur 4).
ra 3
■g
'E
O
Campen
jaar
2017
2018
2019
E, E E. E.
o cn m
E E E E
t CT> O T-
S- W M
Weeknummer en maand(en)
Figuur2: Seizoensverloop van de glasaalvangst (gemiddeld aantal
glasalen per trek per week) per jaar per locatie.
(5 0.5
0
1
3
E
2010 2017
Bemonsteringsjaar
Figuur 3: Gemiddeld aantal glasalen per trek (jaargemiddelde o.b.v.
maandgemiddelden maart t/m mei) per jaar per locatie.
De beschikbaarheid van deze waardevolle informatie
is volledig te danken aan de belangeloze inzet van alle
vrijwilligers die de paling een warm hart toedragen. Ook
in het voorjaar van 2020 zullen vrijwilligers opnieuw de
warmte van de kachel verruilen voor de frisse buitenlucht
om zich in teamverband in te zetten om deze bijzondere
soort te behoeden voor de ondergang. Voor het eerst
in de geschiedenis zal dit jaar langs de volledige
Nederlandse kustlijn worden gemonitord; van Cadzand
tot Delfzijl. Hierdoor kunnen we een nog beter beeld
krijgen van de glasaalintrek en waar het nodig is om de
intrekmogelijkheden te verbeteren. Wil jij de teams van
Campen of Paal versterken? Kijk dan op ravon.nl/glasaal.
Provincie
Noord-Holland
Zeeland
Zuid-Holland
2015 2016 2017 2018
Bemonsteringsjaar
Figuur 4: Relatieve hoogte van de glasaalintrek over de locaties die
in alle jaren zijn bemonsterd in Noord-Holland (acht meetlocaties),
Zuid-Holland (acht meetlocaties) en Zeeland (zes meetlocaties) over
de maanden maart, april en mei. De index is geschaald naar hetjaar
2017 waarin in alle provincies monitoring plaats vond. Het gemiddel
de is weergegeven als stippellijn.
Door: Nathalie De Somer (tekst en foto's) Plantenwerkgroep De Steltkluut
Hoe wonderlijk is het dat het brein het waarnemingsvermogen beïnvloedt. Sommige planten vind je pas als je ze kent,
én je ze verwacht. Daarom deze kennismaking met Glad biggenkruid, een ongewone voorjaarssoort die aanwezig is lang
voor de start van het flora seizoen. Het Floron inventariseren start formeel in mei. Vroeg in het voorjaar starten met flora-
onderzoek, vooral op schrale, zanderige plaatsen loont om de vroege soorten te vinden.
Rozet van grondbladeren
In het Biggenkruid geslacht uit de familie van de composieten
vinden we in Nederland twee soorten: Gewoon biggenkruid
Glad biggenkruid. Beide starten met een rozet van
grondbladeren. Deze grondbladeren hebben een afgeronde
driehoekige top. Als je een stukje van het blad afbreekt zie je
zelfs druppeltjes melksap, zoals bij vele composieten het geval
is. Bij Gewoon biggenkruid zie je de verspreide borstelharen
bovenop de wat vettig ogende gelobde bladeren. Bij Glad
biggenkruid zijn de rozetten kleiner, bleker, en op de bladeren
nagenoeg kaal, vaak gewimperd op de bladrand, rood
aangelopen, de zijlobben zijn spits. Een deel kiemt voor de
winter, die rozetten hebben een fikse voorsprong in de lente.
Glad biggenkruid rozet
Gewoon biggenkruid rozet