Ekster Dierleven op een okker Toon's natuur Tekst en foto Toon Hagenaar 'Opa, stop!' zegt Mart opeens. 'Waarom?' vraagt opa. 'Er ligt iets op de weg.' 'Moeten we echt terug?' vraagt opa. 'Ja,' antwoordt Mart. 'Het is niet zo ver.' Opa knijpt in zijn remmen. Zijn fiets stopt. Mart is allang gestopt. Bijna gelijk toen hij het zei. Zijn fiets ligt aan de kant van de weg. Daar is opa blij om. Veel kinderen laten hun fiets midden op de weg staan. Zijn kleinzoon niet. Die denkt ook aan anderen. Opa keert zijn fiets. Langzaam nadert hij Mart. Hij is benieuwd wat zijn kleinzoon heeft gezien. Mart zit op zijn hurken. Hij schuifelt wat heen en weer. Opa is bijna bij hem. Dan ziet hij ook wat liggen op de weg. Het eerste wat hij ziet, is iets geels. Daarna ook iets blauws. 'Wat is het?' vraagt hij. Mart kijkt niet blij. 'Het is een poot van een dier.' 'Een poot!' zegt opa. Zijn stem klinkt verbaasd. 'Alleen een poot?' Mart knikt - 'Wat voor een poot?' vraagt opa. 'Ik denk van een vogel,' zegt Mart. 'Jij bent ook een vogel,' zegt opa. Wat zegt zijn opa nu. Is hij ook een vogel? 'Waarom ben ik een vogel?' 'Je hebt een scherpe blik. Jij bent vaak de eerste die iets ziet. Een roofvogel.' Mart vindt dat leuk. 'Ik zag iets glinsteren,' zegt hij. Opa schudt zijn hoofd. 'Dan ben je geen roofvogel. Dan ben je eerder een ekster.' 'Geen ekster, opa. Ik vind eksters niet leuk.' 'Waarom niet?' vraagt opa. 'Eksters zijn heel erg slim. Ze zijn ook heel nieuwsgierig.' Dit vindt Mart wel leuk om te horen. Zou opa hem ook slim vinden en nieuwsgierig? 'Mart, de ekster,' zegt opa. Mart wil alleen dat opa dat tegen hem zegt. Niet iemand van school. Dan klinkt het als een scheldwoord. Alleen van opa vindt hij dat leuk. Opa geeft hem deze naam omdat hij iets goed kan. 'Waarom een ekster?' vraagt hij. 'Eksters staat erom bekend dat ze blinkende dingen zouden "stelen",' vertelt opa. 'Ze zijn heel nieuwsgierig. Als ze iets zien dat er anders uitziet, zullen ze het onderzoeken.' Dat vindt Mart bijzonder om te horen. 'Tot hun derde levensjaar leven jonge eksters in jeugdbendes,' gaat opa verder. 'Wat doen ze dan?' vraagt Mart. 'Ze doen dan ervaring op,' vertelt opa. 'Op die manier leren ze hoe ze later zelf jongen kunnen grootbrengen.' 'Echt waar?' Ja, vorig jaar waren twee eksters het katje van de buren aan het pesten. Iedere keer doken ze om beurten op haar af. Zo testen ze hoe behendig ze zijn.' 'Zoals ik bij freerun!' 'Ja, inderdaad. Zoals jij bij freerun. Ik denk dat die twee eksters nog jongen waren.' 'En slim zijn ze ook, zei je.' 'Als we oud brood hebben, gooien we het in de tuin. Er was een ekster die het ook te oud vond.' 'Wat deed hij, opa?' 'De ekster hipte ermee naar het vijvertje. Daar dompelde hij het in het water. Tot het zacht werd. Toen at hij het pas op.' 'Dat is inderdaad heel erg slim.' 'Ze zijn ook heel erg trouw,' gaat opa verder. 'Ze vormen een paartje voor het leven.' 'En hun voedsel?' vraagt Mart. 'Dat is heel erg verschillend. Het bestaat uit hoofdzakelijk insecten. Aangevuld met eikels, regenwormen en menselijk afval.' 'En eieren en kuikentjes toch ook!' 'Alleen als ze zelf jongen hebben en er te weinig voedsel is.' Voordat Mart sip kan kijken, vraagt opa aan hem: 'Wat heb je eigenlijk gevonden, ekster Mart?' 'Een vogelpoot met een ring eraan.' Samen bekijken ze de poot. Er zit ook een beetje bloed aan. Dat is raar. 'We kunnen misschien aan de hand van de ring vaststellen wat het is,' zegt opa. Mart is gelijk vol aandacht. 'Thuis kijken we op de site over vogelringen wat we kunnen vinden.' Mart is blij met zijn opa. Die heeft overal een oplossing voor. Met welk dier zou hij zijn opa vergelijken? Daar moet Mart nog even over nadenken. Door: Lucien Cal Ie (tekst en foto's) Vanuit onze huiskamer hebben we een mooi uitzicht op een grote akker. Die begint al na 10 meter, direct achter onze tuin. Soms zitten we met zijn vieren gezellig naast elkaar tijdens de maaltijden naar buiten te koekeloeren. De boer zette er aardappelen, tulpen, tarwe en wortel tjes. Het hangt sterk af van welk gewas er staat, maar meestal valt het een beetje tegen wat je er aan dieren kunt zien. Soms zagen we wat hazen en ook af en toe een konijn. Een torenvalk hangt er wel eens boven te bidden, op zoek naar muizen, maar eigenlijk nooit direct boven de akker. Altijd alleen aan de randen, waar in de bermen wel veel muizen zitten. Het beeld dat er maar weinig dieren op een moderne akker kunnen leven veranderde dit jaar ineens toen er gerst werd gezaaid. De gerst sloeg eerst niet zo goed aan en stond lang niet zo dicht als de tarwe. Daardoor bleef er wat licht op de bodem vallen en was er wat ruimte voor akkerbloemetjes. Maar echt spectaculair werd het toen de gerst werd gedorst. Toen pas beleefden we hoeveel muizen er za ten. Het bleek een feestmaal voor reigers, poezen en to renvalken. We zagen soms wel 5 poezen dicht bij elkaar steeds maar muizen vangen. En ook de kerkuil en buizerd waren regelmatig aanwezig. Toen ik in de ochtendsche- mer mijn boterhammen aan het klaar maken was, stond daar ineens een grote vos, hartstikke dichtbij. De vos bleef net als de poezen de meeste avonden en ochtenden terug komen om te jagen. In de ochtend bleef hij tot de zon bijna op kwam. Opvallend was dat de poezen tot vlakbij de vos durfden te komen. Zelfs onze eigen klein poesje Eddie... Brrr, dat vonden we toch wel een beetje spannend. De vos was wel een paar keer groter! Blijkbaar hadden ze het allemaal zo druk met de veldmuizen dat ze geen tijd voor elkaar hadden. Uitzicht vanuit het huis op de gerstakker Carola die vlak bij ons woont, heeft een goede fotocame ra en een fantastische joekel van een telelens. Daarom maar eens aan Carola gevraagd of zij een paar mooie fo to's van die vos kon maken. En jawel, de volgende morgen stonden we in de schemering aan de rand van de tuin. Zul je net zien dat dat beest niet komt opdagen. Zou die ons ruiken? Maar wat Carola wel hoorde was minstens zo bij zonder: een roepende kwartel! Wie had dat gedacht? En nog een verassing: direct achter de boerderij zagen we in de verte een ree lopen. Op vakantie naar de Ardennen hoeft eigenlijk niet meer... Vos langs de rand van een (andere) akker 't stekkertje herfst 2020

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2020 | | pagina 13