Kraoiochtigen Toon'aard Tekst en foto's Toon Hagenaar Het stukje over Mart, de ekster, deed me terugdenken aan de eerste kennismaking met een van de familieleden van de ekster. Het is voor mij ook gelijk de mooiste als het om zijn verenkleed gaat. Het was op een fietsvakantie samen met een vriend die ook van de natuur hield. Ik was ongeveer achttien jaar oud. Voor ons in het bos vloog een beigebruine vogel met kenmerkende blauwzwarte strepen in zijn verenpak. Het was de Garrulus Glandrianus. Beter bekend als de gaai. Een pracht van een vogel. Jarenlang heb ik een van die kenmerkende blauwzwarte veertjes in mijn portemonnee gehad tot het helemaal kapot was. De familie van de kraaiachtigen bestaat niet echt uit een bonte verzameling. Er springen er maar twee uit. Dat zijn de hierboven genoemde gaai en de ekster. De rest is zwart of heeft nog wat grijze tinten, zoals de bonte kraai. Verder komen in Nederland naast deze drie ook nog het kauwtje, de zwarte kraai en de roek voor. De raaf ook, maar in kleinere aantallen. Een paar jaar geleden was ik aan de kust van Frankrijk bij Cap Griz Nez. Daar zag ik een hele grote groep met kauwtjes, die net zoals spreeuwen kunnen doen in grote groepen heen en weer scheren in allerlei bochten. Het was een prachtig spektakel. Ook het geluid dat ze met zijn allen produceerden, zorgde ervoor dat het een heel andere beleving was dan met de spreeuwen. Vlucht kauwen In tal van sprookjes komen kraaiachtigen voor. Vooral de raaf en de zwarte kraai doen het goed. Of het nu Sneeuwwitje is of Doornroosje, er zijn er vele waarin ze hun opwachting maken. Ook de ekster ontbreekt niet. Iedereen kent de fabel van de vos en de raaf. Ik weet nog goed hoe het kinderprogramma De Fabeltjeskrant hiermee ooit begon. In de boom zit Crox, de raaf, met een stuk kaas in zijn bek. Beneden loopt Lowieke, de vos, rond. Hij kijkt verlekkerd naar het stuk kaas. Door zijn woorden weet de vos de raaf te paaien om zich nog mooier te maken. Vooral de stem van een prachtige vogel als de raaf moet nog mooier klinken dan zijn verenkleed. Kauw Hierop opent de raaf zijn bek. Het stuk kaas valt eruit en de vos gaat ermee vandoor. Er wordt gezegd dat kraaiachtigen intelligente dieren zijn. Alleen in deze fabel komt de raaf er niet zo intelligent van af. Van kraaiachtigen hebben we geen positief beeld. Het zijn geen vogels waar iedereen op zit te wachten. Ze worden omschreven als brengers van dood, ziekte en verderf. Eksters zouden munten stelen en raven zouden heksen vergezellen. Mijn zus had er een hekel aan als een groepje kauwen over hun tuin vlogen en dan voor in het parkje gingen krassen. Anderen hadden een hekel aan hun leefwijze. Klopt dat beeld dat we over kraaien hebben eigenlijk wel? Kraaien zijn de opruimers onder de vogels. Het zijn alleseters, ook wel omnivoor genoemd. Dat wil zeggen dat ze alles eten wat ze tegenkomen. Inclusief eieren en jongen van andere vogels. Uit onderzoek is gebleken dat ze dit wel doen, maar dat de aantallen heel veel meevallen. De huiskat neemt meer jonge of volwassen vogeltjes te grazen dan deze zwarte jongens. Wanneer er een kadaver op de weg ligt van een dier dat dood is gereden, schuwen kraaien het niet om dit nog verder uit elkaar te pluizen en op te ruimen. Het voedsel wordt soms met een poot vastgehouden, terwijl de snavel het voedsel uiteen scheurt. Een roek is een groot liefhebber van emelten, de larven Toon'aard Kraai van de langpootmug. Deze kunnen schadelijk zijn voor de veehouderij. Nestenbouwers zijn het bij uitstek, wier nesten na een jaar dankbaar worden ingenomen door roofvogels en uilen die zelf geen nest kunnen bouwen, zoals de torenvalk en de ransuil. Het is bijzonder dat kraaien behoren tot de zangvogels. Binnen Nederland is de raaf de grootste zangvogel. Wat je niet zou zeggen als je het gekras van deze vogel hoort. Dat is niet te vergelijken met het gezang van een klein zangvogeltje als het winterkoninkje. De roep van de vogels is vrij luid en scherp. Je hoort ze al van ver. Ook zijn ze heel goed in staat om de roep of de zang van andere vogels te imiteren. Kenmerkend voor deze familie is de grootte van deze vogels. Ze zijn gedrongen, ze hebben stevige poten en tenen en een dolkachtige snavel. De neusgaten zijn meestal rond en bedekt met borstelhaartjes. Er is geen verschil tussen de seksen. Ook is er geen verschil in het verenkleed te zien gedurende de verschillende seizoenen. Over het algemeen zijn het geen echte trekvogels, maar standvogels. Kraaien leven vooral in groepen. Broeden doen ze in kolonies, maar ook in kleinere aantallen. Het bijzondere is dat sommige soorten zoals de kauw een paartje vormen voor het leven. De familieleden van de kraaien zijn soms lastig uit elkaar te houden. Is het nu een kauwtje of een huiskraai, een roek of een zwarte kraai? Even wat kenmerken op een rij om al die zwarte schreeuwers uit elkaar te houden: De raaf is de grootste van het stel. Hij heeft een vleugelspanwijdte van 1 meter 20. De raaf is helemaal zwart, hoewel er een groen-paars-blauwe gloed over de veren lijkt te liggen. Het geluid klinkt als een vrij rauw kroa-kroa. Helaas heb ik deze vogel tot nu toe nog maar twee keer gezien. De zwarte kraai komt veel voor in Nederland. Ook deze kraai is geheel zwart, alleen zit er meer een groenige glans over zijn veren. Hij is kleiner dan de raaf. Het geluid dat ze maken is een laag, indringend krassen. De roek lijkt op de zwarte kraai. Groot verschil is de lichte kleur bij de snavelbasis, die ook nog kaal is. Het geluid lijkt op dat van de zwarte kraai, maar is lichter en nasaler. De kauw is de kleinste van het stel. Hij is duidelijk herkenbaar aan de grijze gloed in de nek en zijn heldere kraaloogjes. Hij heeft een stevige, relatief korte, donkere snavel. Kenmerkend is zijn geluid. Het is een vrij kort en explosief 'ka'. De bonte kraai lijkt op de zwarte kraai, alleen heeft hij nu een grijze trui zonder mouwen aangetrokken. De huiskraai is een exoot. Hij kwam uit Azië en heeft het hier erg naar zijn zin. Hij lijkt op de kauw, maar hij heeft een langere snavel en meer grijs op de hals en de buik. De ekster is gemakkelijk te herkennen aan het wit in zijn verenkleed en zijn erg lange staartveren. Deze zijn niet echt zwart. Let er maar eens op. Ze hebben allerlei metallicachtige kleuren. Het geluid dat hij voortbrengt, is een grote variatie van krassende en schorre geluiden. Er zijn ook voorbeelden van dat ze zacht kunnen zingen en andere vogels kunnen imiteren. De gaai is een beigebruine vogel met een licht gestreepte kruin, en een lichte keel en onderkant. Hij heeft een zwarte staart en een witte stuit. Opvallend zijn de lichtblauw gestreepte veertjes aan de zijkant die afgewisseld worden door zwart. De roep is een luide, hese schreeuw. Deze is in de buurt van bomen of een bos vaak te horen. Al met al een bijzondere familie. Eentje die door het schrijven van dit stuk voor mezelf ook weer in beeld verandert. Het zijn fascinerende vogels, die zeker het bekijken en bestuderen waard zijn. Bonte kraai 't stekkertje herfst 2020 t

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2020 | | pagina 14