Noordwest thuis best, spectaculair Veel zeevogels op de Westerschelde
Insecten in de schijnwerpers
O
Noordwest
'W
Noordwest
4
Door Rob Remmerts
Van vrijdag op zaterdag 25 en 26 sep
tember 2020 raasde er een noordwes
ter over ons land, die de naam Odette
kreeg. Wat ik zelf ook niet wist is dat
uit onderzoek is gebleken dat wan
neer stormen een naam krijgen, dit bij
mensen het bewustzijn opwekt om zich
beter voor te bereiden op het komend
noodweer wat leidt tot minder schade.
Het was de zesde storm van het jaar
2020 na vier stormen in februari en 1
zomerstorm in augustus. Ik bevond mij
donderdag 24 september in de buurt
van Kats waar een heuse 2,5 meter
Lederschildpad in de Oosterschelde was
gezien. Ik was samen met mijn vrouw
onderweg naar de Utrechtse Heuvelrug
voor een hotel weekendje. Er stond
donderdag middag al een stevige bries.
Ik kwam Jaap Kolijn tegen op de dijk bij
Kats die ook de schildpad kwam spotten.
Hij voorspelde mij dat het een topweek-
end zou worden. Ik dacht: "Waarom
moet ik uitgerekend dit weekend weg?".
En ja, vrijdag nam de wind verder toe en
zwelde aan tot een storm in de avond.
Zeeuwse vogelaars stonden in de start
blokken want zaterdag zou het los gaan.
De 'diehards' gingen naar Westkapelle
'the place to be' bij een Noordwester.
Sommigen togen naar Breskens en
enkele namen hun kansen waar langs de
Westerschelde. Een ieder werd bediend
met meer of minder aantallen uitzonder
lijke gevederde verschijningen die nor
maal gesproken alleen op volle zee gade
geslagen kunnen worden. Jan-van-Gen
ten, 4 soorten Jagers, Pijlstormvogels,
een Rosse Franjepoot, Stormvogeltjes,
Drieteenmeeuwen, Vorkstaartmeeu-
wen en Dwergmeeuwen. Het was
een ornithologisch spektakel op de
Westerschelde. Normaal vliegen deze
zeevogels in het najaar noord - zuid en
niet persé dicht langs de kust, waar je
overigens maar een glimp ziet van het
totaal dat passeert. Meeuwen en Jan-van
-Genten volgen deze trekbeweging op
zoek naar mildere klimaatomstandig
heden waar hopelijk meer voedsel is.
Jagers duiken op waar meeuwen zijn.
Gespecialiseerd in het ontfutselen (en
dat kan er stevig aan toegaan) van eten
volgen zij meeuwen en sterns richting
het zuiden. Pijlstormvogels zijn op zoek
naar vis, inktvis en krill. Zij zeilen met stij
ve vleugels meest vlak boven het water
oppervlakte en maken optimaal gebruik
van wind en luchtstroom veroorzaakt
door het deinende en golvende water.
Stormvogeltjes zijn klein en onopvallend
en lijken mij eerder te dansen dan te
vliegen tegen de wind. Heel laag boven
het water steken zij hun pootjes uit,
watertrappelen soms zonder te gaan
zitten om wat voedsel van het waterop
pervlak te pikken. Wonderlijk dat zulke
teer uitziende schepselen die keiharde
zee overleven. Ook zij zoeken constant
naar kleine vis en krill. Franjepoten,
meest Rosse (sept, t/m dec.) en minder
vaak Grauwe (aug. t/m okt.), passeren
de telposten vaak in snelle vlucht.
Vermoeide beesten kunnen regelmatig
gezien worden op rustig vaak ook zoete
waterplasjes. Beide soorten kunnen
een hele winter op volle zee overleven
op zoek naar krill, visjes en kreeftjes
westelijk (Atlantische Oceaan (Rosse))
en oostelijk (Indische Oceaan (Grauwe))
van Afrika. Enkele van mijn vogelkijk-
vrienden stonden tussen 't Hellegat en
de Knuitershoek. Daar zag ik mijzelf ook
het liefste staan, maar ja, zoals gezegd, ik
had andere plannen gemaakt, 't Helle
gat - Knuitershoek is een stukje Wester
schelde oever dat noord-zuid ligt. Vanaf
deze oever zie je in westelijke richting de
monding van de Westerschelde, de ver
binding met de Noordzee en kijkje over
een enorme watermassa tot aan Bres
kens en Vlissingen. Bij deze Noordwester
werden de vogels voor de wind uit de
Schelde opgeblazen en schampen zij als
het ware deze oever. Op dat punt buigen
vogels iets noordwaarts af om over de
punt van Walsoorden te vliegen. Voor
de middag werden de tellers geteisterd
door keiharde wind en striemde regen.
Maar na tweeën werd het ook van tijd
tot tijd even droog, hoewel de wind flink
aanhield. Terwijl ik in het centrum van
Amersfoort liep, kwam na de middag
het ene app-bericht na de andere in de
'Birding Zeeuws Vlaanderen' app-groep,
waarin soorten werden genoemd die ik
Jan van Gent. Foto Henk Nijskens
nog nooit gezien had op de Westerschel
de. Overigens Jan-van-Genten geregeld
wel, vroeger in de eind jaren tachtig
ook Drieteenmeeuwen, maar de laatste
twee decennia noppes. Dwergmeeuwen
gelukkig jaarlijks maar vooral in het
voorjaar. De drie soorten jagers komen
wel eens de Schelde op. Meeste kans
uiteraard bij Breskens. Van de Middelste
Jagers is bekend dat zij geregeld passant
zijn in het voorjaar over de Westerschel
de in oost- west richting. Zij trekken in
het voorjaar over het Europese conti
nent. Maar Kleinste Jager, Vorkstaart-
meeuw, Vaal Stormvogeltje en Noordse
Pijlstormvogel over de Westerschelde is
toch wel echt uitzonderlijk en alleen bij
dit soort bijzondere weersomstandighe
den. Wellicht heeft een belangrijke rol
gespeeld dat deze storm woedde eind
september, vroeg in het migratieseizoen.
Dit soort stormen zijn vaker in okto
ber wanneer al veel Arctische soorten
Nederland zijn gepasseerd. Tussen 14:00
uur en 15:30 passeerde een fikse bui en
wat ik van Henk Nijskens en Luc Bekaert
had begrepen werden de rariteiten voor
de bui uit geblazen. Dat leverde een in
drukwekkend lijstje op: Drieteenmeeuw
1Jan-van-Gent 6, Grote Jager 1Middel
ste Jager 1Kleine Jager 3, Roodkeeldui-
ker 1, Vaal Stormvogeltje 2. Huub Bun
had voor de middag bij 't Hellegatschor
een Noords Pijlstormvogel die keilend
passeerde richting de kust. 's Avonds
keerde hij (Huub) nog eens terug naar
Knuitershoek en pikte hij een verdwaal
de eerste kalenderjaar Vorkstaartmeeuw
op die noordoost de Westerschelde op
vloog. Ook op de Panoramaweg bij Bres
kens was het smullen net na de middag.
Henk Castelijns noteerde de volgende
bijzonderheden tussen 12:00 en 13:00
uur Vaal Stormvogeltje 6, Dwergmeeuw
15, Drieteenmeeuw 3, Vorkstaartmeeuw
1, Noordse Pijlstormvogel 3, Grote Jager
6, Middelste Jager 1Kleine Jager 4,
Kleinste Jager 1Jan van Gent 3. Op 26
en 27 september kon in de Braakman
noord bij de gluurmuur een Rosse
Franjepoot in winterkleed bewonderd
worden. Op 7 oktober, 11 dagen na de
storm, pikte ik toch nog een Noordse
Pijlstormvogel op bij Knuitershoek. Het
beest kwam tot vijf keer langs tussen de
rug van Baarland en de Slikken van Os-
senisse en verdween richting Terneuzen.
Ik wacht al op de volgende september-
storm. Ga in ieder geval geen plannen
maken tussen 15 en 30 september. Dit
waren heerlijke krenten in de pap. Pret
met Odette. Henk Castelijns, Luc Bekaert,
Henk Nijskens en Huub Bun bedankt
voor jullie commentaar en gegevens.
Een oproep op de groepsapp van de insectenwerkgroep om een voor de maker bijzondere foto (of foto's) van een insect te sturen, leidde
per direct tot inzendingen. Misschien niet zo verwonderlijk. Voor menig wild dier heb je een camera met telelens nodig om het mooi
op de foto te krijgen. Voor insecten volstaat een mobiel. Onder de insecten zijn het vaak de kleurrijke vlinders die de meeste aandacht
trekken. Maar wie eenmaal wat meer oog heeft voor alle andere klimmende, kruipende, springende en vliegende geleedpotigen, ontdekt
al snel hoe gevarieerd deze dierengroep is.-Helaas gaat het slecht met de insecten. De laatste dertig jaar is hun totale aantal met 70%
afgenomen. Reden te meer om ze in de schijnwerpers te zetten.
Nathalie De Somer
Rietvink op riet
Tijdens een flora
inventarisatie vielen
deze eitjes zo groot als
speldenknopjes op. Het leken
wel kralen op een grashalm.
Ik was verrast dat ze gewoon
te determineren waren. De
identificatie app gaf rietvink
als suggestie en dat bleek bij
controle correct. De rietvink
is een mooie, forse, rossige
nachtvlinder. Helaas gaan
veel van deze eitjes bij het
maaien van slootkanten
verloren. Gefaseerd maaien
van slootkanten, bijvoorbeeld
het ene jaar de ene kant en
het andere jaar de andere
kant, zou deze soort en veel
andere insecten helpen in
hun voortbestaan.
Brandnetel voor dagvlinders
Deze droge zomer waren we
drooggevallen kreekoevers in
de regio aan het monitoren.
Door de schemering vielen de
witte stipjes van deze rups van
de dagpauwoog extra op. De
Vlinderstichting had al gemeld
dat de aantallen dagpauwoog
flink waren gekelderd dit jaar.
Vooral daarom was het leuk om
deze knabbelende mooie rups
op een grote brandnetel te zien.
Deze plant is de waardplant
van veel vlindersoorten.
Atlanta, dagpauwoog, kleine
vos, gehakkelde aurelia
en enkele uiltjes zijn zelfs
volledig afhankelijk van de
grote brandnetel. Jammer dat
deze planten zo vaak worden
verdelgd.
Super Huismoeder
Dit vond ik bijzonder: de
inspanning van één insect
leidde tot honderden,
geordende eitjes op één
enkel rietblad. De foto
deelden we op de groepsapp
en Christine had al gauw
een hint. Deze eitjes zouden
van een huismoeder zijn,
een vrij algemene maar
forse nachtvlinder, die hier
geduldig aan de slag was
geweest met het leggen van
haar eitjes. Als de mini-rupsjes
uit de eieren breken blijft nog
een matje van lege huisjes
over.
De steltkluut winter 2020