Wandeltips
0
Vergankelijke schoonheid
Vergankelijke schoonheid JP
j
Riet met baardmannetje. Foto: Carta Andre
In het vroege voorjaar worden de heel jonge scheuten geoogst
als zeer dure, maar heerlijke groente. De plant loopt daarna
gewoon opnieuw uit. Ook in de kruidengeneeskunde kent de
hop vele toepassingen, onder andere als rustgevend middel.
In de tijd dat hop nog met de hand werd geoogst, stonden de
mannen die dit deden op karren die voortgetrokken werden
langs de rijen hopplanten. De afgesneden planten gooiden ze
op de karren. Het was niet ongebruikelijk dat tegen het eind
van de dag de karren niet alleen vol hop lagen, maar dat ook
sommige van de mannen bovenop de oogst lagen te slapen.
In een niet te klein tuintje vormt deze ruwe snelgroeier een
aanwinst. Hij heeft prachtige drie tot vijflobbige bladen met
hartvormige voet en prachtige vrouwelijke bloemen en bellen.
De plant kan ook goed gebruikt worden om een minder fraai
hoekje aan het zicht te onttrekken. Vooral de takken met bellen
vormen in de winter een decoratief geheel.
Riet
Wie heeft nog nooit tijdens een winterse wandeling vol
bewondering gekeken naar rietpluimen in tegenlicht? Riet
of Phragmites australis is een zeer algemeen voorkomende
plantensoort. Door de enorme groeikracht is deze niet bij
Riet met baardmannetje. Foto: Carta Andre
Hop: in een niet te klein tuintje vormt deze ruwe snelgroeier
een aanwinst. Foto: Marian Sponselee
iedereen geliefd, maar toch is het een heel belangrijke plant
in onze natuur en cultuur. Riet kent vele toepassingen voor
de mens, denk maar aan rietdaken, muziekinstrumenten en
als helofytenfilter, een natuurlijke afvalwaterzuivering. Door
de groeikracht kan Riet heel veel voedingsstoffen opnemen.
Daardoor wordt zwaar vermest water weer zuiver en groeien
er minder algen in onze sloten waardoor ze weer een gezond
ecosysteem kunnen vormen.
Heel veel dieren maken gebruik van riet. Ze leggen er hun
eitjes op of in, zoals de nachtvlinders herfstrietboorder, rietvink
en rietgrasuil. Ook veel solitaire bijen en wespen gebruiken de
holle stengels om hun eitjes in te leggen. Libellen en juffers
gebruiken de stengels als uitkijkpunt, maar zetten ook eitjes
af op de delen onder water. In bijna alle insectenfamilies zijn
een of meerdere leden afhankelijk van riet. De ruwe, scherpe
bladeren bieden goede schuilplaatsen, vooral bij de overgang
van bladschede naar bladschijf, waar een tongetje van lange
haren staat.
Veel vogels zijn afhankelijk van riet, denk aan de rietgors,
het baardmannetje, de rietzanger, de kleine karekiet en de
blauwborst, maar ook verschillende soorten eenden, het
De steltkluut winter 2020
waterhoentje en de meerkoet. De bruine kiekendief is ook voor
zijn nest afhankelijk van rietvelden, leder heeft zijn eigen plek
in de rietkraag. Rietgors en rietzanger kiezen de plekjes met
dichte begroeiing, de kleine karekiet kan prima broeden in wat
dunnere rietkragen en de kiekendief heeft juist riet nodig waar
het water voldoende hoog staat.
De vermeerdering van riet gebeurt op drie manieren: door
wortelstokken, door uitlopers (bovengrondse horizontale
stengels, die op de knopen nieuwe planten kunnen vormen,
ook wel runners genoemd) en uit zaad. De uitbreiding van
de bestaande rietkragen gebeurt door de wortelstokken
en runners. Nieuwe rietvelden ontstaan uit zaad. De plant
bloeit van eind juli tot oktober. Zoals alle grassen is riet een
windbestuiver. De zaden zijn pas in december/januari rijp en
zijn zo klein datje ze niet met het blote oog kunt zien. Het
zaadje heeft een krans van lange haren die samen met het
kroonkafje als zweeforgaan dienen. Daardoor kan het zaad erg
ver verspreid worden. Ook vogels zorgen voor de verspreiding,
niet door ze te eten, want na de vertering is er niets van over,
maar door de rietpluimen in het voorjaar te gebruiken als
nestmateriaal komt het op weer heel andere plaatsen terecht.
Wilde cichorei
De Wilde cichorei of Cichorium intybus is een soort uit de
Composietenfamilie of Asteraceae die vooral voorkomt
in wegbermen en op grazige grond. Waarschijnlijk is ook
deze plant door de Romeinen meegebracht vanuit het
Middellandse Zeegebied vanwege zijn gunstige effecten op de
spijsvertering.
In de bermen valt de mooie blauwe kleur van de bloeiende
cichorei sterk op. De plant wordt 30 - 120 cm hoog en heeft
een stakige, sterk vertakte vorm. De stengels zijn dofgroen
en ruw behaard, de bladeren zijn verspreid zittend en
lancetvormig. De rozetbladeren lijken een beetje op die van
paardenbloem: gesteeld, langwerpig en veerdelig ingesneden.
De lichtblauwe bloemen van de wilde cichorei zijn alleen 's
ochtends geopend. De plant bloeit van juli tot augustus. De
vruchtjes zijn voorzien van kleine tandjes waarmee ze aan de
vacht van dieren blijven hangen. Gebruikten de Romeinen
wilde cichorei al vanwege de reinigende werking van de plant
op bloed, darmen en lever, vogels doen precies hetzelfde. Veel
vogels hebben regelmatig last van hun darmen, nieren en
lever en de meeste zaadetende vogels weten de zaden van de
cichorei dan ook erg te waarderen.
Eropuit
Met zoveel moois dat's winters te bewonderen valt, is het
niet moeilijk om eropuit te trekken. En lekker veel wandelen
heeft weer als voordeel datje niet in de verleiding komt om
je tuin eens goed op te ruimen, want laten we wel wezen:
rommelhoekjes in onze tuin zijn goud waard voor insecten en
vogels. Geniet van jullie winterwandelingen!
Voor wie zin heeft om de beschreven planten buiten te
gaan zien, volgt hier een aantal tips. Bosrank en hop vind je
veel op het Eiland van de Meijer tussen Terneuzen en Spui.
Start aan de ingang bij de Kraagdijk en volg het pad aan de
rechtse zijde langs de bronkreek. Bosrank en hop vind je
volop in de struiken langs dit pad.
Bij de bossen van Sint Jansteen was ooit een veldje vol
teunisbloemen ingezaaid, de soort staat er nog talrijk.
Parkeer je wagen aan de rotonde van Kapellebrug en loop
zo de bossen binnen. De weide is te vinden tegenover de
voormalige boswachterswoning.
In Oost-Zeeuws-Vlaanderen is een aantal mispels te zien
op Terhole, in een oude boomgaard, maar ook in het
voedselbos van de Voedselbron in Graauw en in Ossenisse.
Een groot aantal mispels vind je in de bosschages van
de Margarethapolder, oostelijk van Terneuzen. Start bij
het Margarethaplein en stap door de metalen poort het
gebied binnen. Als je het rechtse pad parallel aan de
Reuzenhoeksedijk volgt, vind je de mispels in de bosschages
aan de linkse zijde van het pad. Aan de westoever van de
Otheense kreek is mispel aangeplant, vlakbij de Kraagbrug,
en het pad langs de kreek vormt een mooie wandelroute
met zicht over de kreek.
Cichorei met huismus. Foto: Bert van Broekhoven