e
Evaluatie stadsvogelonderzoek
Houtduif
Turkse tortel
Zanglijster
Zwartkop
Merel
Pimpelmees
Heggenmus
Winterkoning
Koolmees
totaal
aantal soorten
Figuur 5: dode merel als gevolg
van het usutuvirus (bron:
Vogelbescherming België)
Top 10
2018 t/m 2020
Figuur 4: top 10 stadsvogels wijk Katspolder en Zelden rust Terneuzen periode 2008 t/m 2010
In figuur 4 is ingezoomd op de top10 van de stadsvogels die
in de periode 2018 t/m 2020 zijn waargenomen. De koolmees
is vanaf 2018 de soort met de hoogste aantallen en neemt
sindsdien het stokje over van de merel. Met de merel is het
de afgelopen 3 jaar beduidend minder vergaan. In de'goede'
jaren (2009) bedroeg het aantal territoria 76. Na 2009 zien
we de soort jaarlijks afnemen met het laagste aantal in 2019
(19 territoria), een afname van 75%. De oorzaak van deze
afname is grotendeels toe te schrijven aan het usutuvirus dat
in 2016 de kop opstak in Nederland. Dit uit Afrika afkomstige
virus heeft de afgelopen jaren zijn tol geëist met name onder
de merels. In 2020 zit het aantal op 28 territoria. De eerste
waarnemingen 2021 wijzen uit dat het aantal weer afneemt.
De pimpelmees is de laatste jaren stabiel en schommelt tussen
20-27 territoria. De verhouding tussen het aantal pimpelmezen
en koolmezen bedraagt in deze periode 1:1,8.
De houtduif is de meest constante soort in de gehele
onderzoeksperiode. De aantallen schommelen de laatste 3
jaar (2018 t/m 2020) tussen 23-24 territoria. Dit geldt eveneens
voor de heggenmus. Ook deze soort is min of meer stabiel,
al laat het aantal territoria in 2020 een onverklaarbare dip
zien. De Turkse tortel is met 18-21
territoria eveneens een constante
soort. De zanglijster doet het
beduidend minder. De aantallen
van de afgelopen driejaar (6-8
terr.) staan in schril contrast met
de aantallen aan het begin van het onderzoek in 2008 (19
terr.). De aantalsverhouding tussen zanglijster en merel is in de
'goede'jaren 1:6,5. Na terugval van de merel is de verhouding
1:4. De zomervogels zwartkop en tjiftjaf zijn de hekkensluiters.
Voor beide soorten geldt dat het aantal territoria op gelijke
hoogte staat en schommelt tussen 4-11 territoria.
Ruimtelijke verspreiding en dichtheid
Alle territoria zijn vastgelegd op coördinaat (RD-Amersfoort)
middels een GPS (Garmin GPS60). Hierdoor leent de
verzamelde data zich bij uitstek om de waargenomen soorten
te koppelen aan het woning- en gebiedstype (openbaar
groen). In onderstaande figuren een analyse van de top5-
soorten voor de periode 2018 t/m 2020 en voor de merel een
vergelijking van de verspreiding in 2009 en 2019.
Merel
De hoogste aantallen komen voor rondom de vrijstaande
woningen, gevolgd doortwee-onder-een-kapwoningen
en het openbaar groen. Hierbij valt op de grote
aantalsschommelingen in de nabijheid van de twee-onder-
een-kapwoningen. In 2003 slechts 3 territoria. De laagste
aantallen treffen we aan rondom
de rijtjeswoningen. In 2020 zijn
hier zelfs geen merels meer
aangetroffen. De reden hiervan
is dat rondom de rijtjeswoningen
het leefgebied van de stadsvogels
de afgelopen jaren aangetast is
door het rigoureus verwijderen van
beplanting en het massaal plaatsen
van schuttingen met hiernaast het
aanbrengen van verharding in de
vorm van grind en/of betontegels.
Dit fenomeen doet zich ook meer
en meer voor rondom twee-onder-
een-kapwoningen (zie figuur
8). De aantalsfluctuaties in het
openbaar groen zijn het gevolg
van de regelmatige kaalslag van
groenstroken door de beheerder
trendverloop 2008 t/m 2020
Figuur 3: overzicht totaal aantal en soorten stadsvogels wijk Katspolder-Zeldenrust 2008 t/m 2020
De steltkluut zomer 2021
a merel 2020 (n=28)
merel 2019 (n=19)
merel 2016 (n=34)
woningtype
bungalow
I I groen
rijtjeswoning
1 speelweide
tweeonderlkapwoning
1 vrijstaande woning
I wegen
merel 2019 (n-14)
merel 2009 (n-76)
Figuur 6:
verspreiding merel 2018
t/m 2020
Figuur 7:
verspreiding merel 2008
t/m 2019
merel
2018
2019
2020
bungalow
4
3
5
openbaar groen
6
2
5
rijtjeswoning
4
2
0
twee-onder-een-kapwoning
6
3
9
vrijstaande woning
14
9
9
totaal
34
19
28
Tabel 2: aantal merels per woning/gebiedstype 2018 t/m 2020
(gemeenteTerneuzen, zie figuur 8). In figuur 7 zijn de territoria
2009 en 2019 weergegeven. Hieruit valt af te leiden dat in 2019
57 territoria minder zijn geteld dan in 2009, een afname van
67%. Opvallend zijn de zware'verliezen'in het gebied waar
vrijstaande woningen staan, terwijl hier het leefgebied van de
merel ogenschijnlijk het minst aangetast is. Ook rondom de
twee-onder-een-kapwoningen wordt een sterke achteruitgang
geconstateerd.
heggenmus
2018
2019
2020
bungalow
7
7
2
openbaar groen
1
3
4
rijtjeswoning
0
2
0
twee-onder-een-kapwoning
4
1
3
vrijstaande woning
9
10
7
totaal
21
23
16
Figuur 8: verschutting en kaalslag wijkZeldenrust Terneuzen
(foto: Alex de Smet 5 maart 2021
Tabel 3: aantal heggenmussen per woningtype/gebiedstype
2018 t/m 2020
a heggenmus 2020 (n=16)
O heggemus2019{n-23)
heggenmus 20lB (n=2l)
woningtype
bungalow
I I gtw
I rijtjeswoning
I speelweide
tweeonderlkapwoning
vrijstaande woning
I I ««oen
Heggenmus
De hoogste aantallen van de heggenmus
komen voor rondom de vrijstaande
woningen en de bungalows.
Het gebied waar de bungalows
staan kenmerkt zich door
het grote aantal coniferen en
laurierhagen (groenblijvers)
en is hiermee een geliefde
plek voor de heggenmus om
hier te vertoeven en jongen
groot te brengen. De twee-
onder-een-kapwoningen
zijn minder in trek bij de
soort. Rondom de vegetatiearme
rijtjeswoningen voelt de soort zich
niet thuis, hier schommelt het aantal
tussen 0-2 territoria. Voor het overige geldt
hetzelfde als bij de merel. De soort ondervindt
last van de overmatige kap van de groenstroken en
wijkt hierdoor uit naar nabijgelegen
particuliere tuinen rondom verspreiding heggenmus
bungalows en vrijstaande woningen. 2018 t/m 2020
Figuur 9: