Bescherming houdt niet op bij natuurgebieden Beschermende flora 1? 4 In de natuurgebieden streven de beheerders naar flora doelsoorten voor hun type landschap. Als daar zeldzame en beschermde planten voorkomen, betekent dat een succes en zijn de maatregelen voor beheer gericht op het behoud van de bijzondere soorten. Dit is een gezond mechanisme dat het voortbestaan van bijzondere soorten in deze gebieden in de hand werkt. Bij de reguliere werkzaamheden, zoals maaien en kappen, en zelfs bij minder reguliere werkzaamheden, zoals herinrichting in de natuurgebieden, wordt er rekening gehouden met zeldzame en beschermde soorten. Anders kan het vergaan in de overige gebieden van de groene ruimte, gebieden die niet wettelijk als 'natuurgebied' zijn bestempeld, maar vooral een andere functie hebben, zoals woongebied, infrastructuur, industriegebied, akker, produktiebos, recreatiegebied of een ander commercieel doel. Activiteiten en werkzaamheden in deze gebieden gebeuren met een ander doel. Het behoud van zeldzame en beschermde soorten in deze gebieden krijgt daarbij soms niet de aandacht die het verdient. Ook ontbreekt in de meeste gevallen de routine om vooraf goed te controleren of er bijzondere soorten aanwezig zijn. Toch eist de Natuurwet dat met name beschermde soorten overal beschermd worden, ook in de gebieden die niet als natuurgebied bestempeld zijn. In 2021, het jaar waarin De Steltkluut z'n 65-jarig bestaan viert, is nog steeds natuurbescherming nodig om de v/ettelijk beschermde flora in Oost-Zeeuws- Vlaanderen te behouden, en dit vooral buiten de bekende natuurgebieden. Goed*: voorbereiding loont Dat het vaak mis gaat met beschermde soorten buiten de natuurgebieden blijkt uit incidenten, zowel met flora als fauna, leder incident met een beschermde soort is een wettelijke overtreding van de Natuurwet door de gebiedsbeheerders, maar erger dan de overtreding is vaak het gevolg: het verdere verlies van een reeds bedreigde soort. Betere preventie biedt hier een oplossing. De terreinbeheerders moeten goed werkende regels hebben die voorkomen dat beschermde soorten schade oplopen tijdens gebruik, onderhoud of wijzigingen aan hun terreinen. Maar in de praktijk van alledag gaat het daar vaak fout. Uit elk incident met een beschermde soort blijkt dat terreinbeheerders dergelijke regels nog onvoldoende toepassen of zelfs maar kennen. Daardoor is er onvoldoende de zorg voor de beschermde soorten, zelfs als de vindplaatsen gecommuniceerd zijn aan de beheerders. In juni 2021 ging het mis met een grote groeiplaats van de Bokkenorchis bij Axel. De exemplaren groeiden in de berm van de provinciale weg en werden vernield door werkzaamheden. De groeiplaats was slechts een jaar eerder ontdekt door een vrijwilliger uit onze vereniging en meteen bekend gemaakt bij de beheerder, dus zonder die ontdekking waren we ons niet eens bewust geweest van de vernieling van de groeiplaats. Bij de beheerder was er geen protocol om de werkplek vooraf te controleren op beschermde of zeldzame soorten. Daarmee was er ook geen interne verplichting om het registratiesysteem NDFF op beschermde soorten te raadplegen, laat staan dat er adequate maatregelen getroffen werden als er beschermde soorten aanwezig bleken. Bergnachtorchis. Foto: Peter Meininger De steltkluut herfst 2021 Bij dit soort werkzaamheden is het belangrijk dat altijd de vraag wordt gesteld:'Hoe zit het met de natuur op de plaats waar wij (ingrijpende) werkzaamheden gaan verrichten én moeten we onze werkwijze misschien aanpassen als er natuur beschermd moet worden?'. Deze vragen moeten ook gesteld worden bij werkzaamheden buiten de natuurgebieden, want ook daar groeien wettelijk beschermde soorten. De werkwijze mag niet afhankelijk zijn van een individuele uitvoerende werknemer of aannemer. In een organisatie moeten dit vaste vragen zijn voorafgaand aan werkzaamheden. Met name overheden die beheerder en eigenaar zijn van grote en wijdverspreide gebieden zouden deze manier van werken moeten borgen in hun processen omdat zij vaak (onderhouds-) werkzaamheden uitvoeren op hun terreinen. Zij hebben bij uitstek een voorbeeldfunctie als het gaat om het naleven van de wet. Over het vernielen van de groeiplaats van de Bokkenorchis bij Axel brachten De Steltkluut en Floron samen een persbericht uit. Daarnaast worden hierover vragen gesteld aan de Provincie. Blijkbaar is het in 2021 nog steeds nodig dat De Steltkluut (die weinig middelen heeft) met de overheid (die veel middelen heeft) in gesprek gaat over effectieve wettelijke bescherming. Waar staan nog beschermde soorten? Los van dit en andere incidenten zijn er nog plaatsen waar beschermde soorten groeien en die we voor onze samenleving wensen te behouden, zoals de intentie van de Natuurwet luidt. Zo staan de beschermde soorten Grote leeuwenklauw en Glad biggenkruid op het Braakman schiereiland, naast vele andere kwetsbare en zeldzame soorten. De soorten hebben zich in het gebied gevestigd dankzij het consistente maaibeheer in het recreatiegebied, dat zeer gunstig is voor de vestiging van deze zeldzame flora. Er zijn echter ontwikkelingen rond het Braakman schiereiland. Een projectontwikkelaar heeft plannen. Belangrijk is nu dat de kwetsbare natuur en de beschermde soorten die in en om dit gebied aanwezig zijn, beschermd worden. In de vergunningverlening moet hiervoor aandacht zijn en expliciete maatregelen moeten worden opgenomen ter bescherming van deze soorten. Dit kwetsbare gebied vergt beschermingsmaatregelen voor, tijdens en na de werkzaamheden. Als NBV De Steltkluut kunnen wij, anno 2021nog steeds middelen inzetten om incidenten met beschermde soorten te helpen voorkomen. Dit zijn: de vindplaatsen van beschermde soorten vastleggen, het adviseren over de bescherming, de vindplaatsen bekend maken bij de gebiedsbeheerders en het bespreken van de effectieve wijzen van bescherming met de gebiedsbeheerders. Beheerders en vergunningverleners blijven echter zélf verantwoordelijk. Daarom moeten ze een systeem hebben waarin geborgd wordt dat de Natuurwet wordt nageleefd. Die naleving kan niet tot stand gebracht worden door alleen de inzet van vrijwillige natuurbeschermers. In de Natuurwet staan 76 beschermde plantensoorten. Van deze soorten kwamen er vóór 1990 nog 11 soorten in Oost- Zeeuws-Vlaanderen voor. Dit decennium zijn in Oost-Zeeuws- Vlaanderen slechts 5 van deze beschermde plantensoorten in hun natuurlijke omgeving waargenomen. Deze sterk negatieve trend maakt des te meer duidelijk dat de bescherming van deze soorten serieus genomen moet worden. Slechts 5 beschermde soorten in onze regio Elk van deze soorten verlangt weinig actieve beheersmaatregelen, maar wel een gerichte bescherming tegen verwijdering en veranderingen aan de groeiplaats. Verplaatsing naar gelijkwaardige groeilocaties kan in strikt noodzakelijke gevallen én met deskundige begeleiding. Bergnachtorchis: Een soort die niet elk jaar verschijnt en bij verkeerd beheer, zoals het beschadigen van de bladrozetten, is er een kans dat deze niet meer terugkomt. Er is nog één bekende groeiplek in Hulst. Deze plek vraagt in de eerste plaats om afscherming en een aangepast maaibeleid. Er kan gemaaid worden voor de rozetfase, dus vóór april, en na volledige zaadverspreiding, dat is na augustus. Bokkenorchis: Deze soort is zeer locatiegebonden en komt vooral voor in zonnige bermen en op zuidtaluds van dijken, maar ook in natuurgebieden. Het lijkt er voorzichtig op dat de soort mogelijk aan het toenemen is. Anno 2021 zijn er 10 bekende groeiplaatsen, echter bij de helft ervan betreft het slechts 1 exemplaar op de groeiplaats. De groeiplaatsen van de Bokkenorchis vergen bescherming van het groeigebied tegen beschadiging en vroegtijdig maaien. De biotoop van deze orchis vereist een aangepast jaarlijks maaibeleid na volledige zaadverspreiding en voor het verschijnen van de nieuwe blad-rozetten. Verder dient er geanticipeerd te worden op behoud en uitbreiding van de soort, o.a. door het voorzichtig weghalen van concurrende houtopslag.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2021 | | pagina 6