Schimmels
O
Toon'aard
Toon Hagenaar (tekst en foto's)
Witte ballonnen, sterren, bruine oren, grijze schalen,
oranje frutsels. Je kunt ze allemaal tegenkomen. De
meeste kans hierop heb je in de herfst. Het zijn fungi.
Dit is de Latijnse naam voor schimmels. Maar ook in huis
komen ze voor. Denk maar aan de gist in brood of dat rare
kaasje dat je vader eet met een witte laag eromheen. Of
de champignons in de soep van je moeder.
Natuurlijk is de schimmel in het verhaaltje van Mart
wel de mooiste. Alleen praten we dan niet meer over
schimmels maar over paddenstoelen. En bij paddenstoelen
denken we gelijk aan de vliegenzwam. Een rode hoed met
witte stippen erop.
Maar waarom is een paddenstoel een schimmel?
In de natuur kennen we verschillende rijken. Het
plantenrijk, het dierenrijk en het schimmelrijk. Het is al
bijzonder te noemen dat schimmels een eigen rijk hebben.
Dat betekent ook dat schimmels er heel verschillend uit
kunnen zien. Zelfs zo verschillend dat we die niet gelijk
die naam zouden geven.
Een schimmel kan eencellig zijn (zoals gisten) of
meercellig. Bij meercellige schimmels zien we vaak een
netwerk van lange draden. Deze worden schimmeldraden
genoemd. Ze bevinden zich in de grond. Dit netwerk
wordt een zwamvlok genoemd en kan heel groot worden.
Een moeilijke naam voor zwamvlok is mycelium.
Nu vraag je je waarschijnlijk nog steeds één ding af:
wat is een paddenstoel? Het grootste gedeelte van de
schimmel, de zwamvlok, die je niet kunt zien, bevindt
zich onder de grond. Uit de schimmeldraden groeit een
vruchtlichaam. En dat noemen we de paddenstoel.
Door hun snélle groeiwijze en grillige vormen en kleuren
kregen ze vreemde namen. Zoals elfenbankje, judasoor
of aardster.
Vroeger begreep men de natuur niet zo goed. Er werd ook
nog niet zo veel onderzoek naar gedaan. Zo begreep men
Judasoor
Trilzwam
ook niet hoe iets als een paddenstoel in één nacht zo snel
kon groeien. Daarom dacht men aan tovenarij. Een kring
van paddenstoelen werd al snel een heksenkring genoemd.
Hier zouden de heksen bij vollemaan in dansen. Wanneer
ze hun toverdrank maakten, gingen daar paddenstoelen
in. Ook hadden ze padden als huisdieren. Die moesten
ergens op zitten, dus werd dat vreemde ding met zijn
hoedje erop al snel een paddenstoel genoemd.
De meeste paddenstoelen zijn opgebouwd uit vier
onderdelen: de hoed, de steel, de ring en de beurs. De
hoed is eigenlijk het 'dak' van de paddenstoel. Hierin
zitten de zaadjes, die 'sporen' worden genoemd, verstopt
tussen plaatjes of in buisjes. Daaronder zit de steel.
Die draagt de hoed. Aan de steel zit een ring. Dit is een
overblijfsel waar de hoed eerst aan vast heeft gezeten.
De beurs is in het begin erg belangrijk. Het is namelijk
de bescherming van de kleine paddenstoel. Wanneer de
paddenstoel gaat groeien, barst deze beurs open en daar
komt de paddenstoel dan uit. Niet alle paddenstoelen
hebben deze vier onderdelen. Sommige missen een steel.
Schimmels planten zich voort met sporen. Dat kunnen ze
alleen doen of met zijn tweeën.
Een voorbeeld van de eerste soort is bijvoorbeeld fruit
dat te lang is blijven liggen. Wanneer je er wit pluis op
ziet, dan zijn dit de schimmeldraden. Aan het uiteinde
hiervan ontstaan de sporen.
Als ze het samen doen, moeten de schimmeldraden naar
elkaar toe groeien. Wanneer dat is gebeurd, groeien ze
aan elkaar vast.
Toon'aard
Dit kan uren, dagen, ja zelfs eeuwen duren.
De sporen zijn heel erg klein. We kunnen ze alleen maar
zien met een microscoop. Ze bevinden zich overal, in de
lucht of in het water. Daar blijven ze net zo lang tot
ze een plekje vinden waar ze het fijn vinden. Belangrijk
hierbij; is de vochtigheid en een hoge temperatuur.
Er zijn drie manieren waarop schimmels leven:
De eerste groep zijn schimmels die samen leven. Dit
doen ze met andere planten of bomen. De schimmel
zorgt ervoor dat zijn zwamvlokken samengroeien met de
wortels van de boom of plant. Wanneer dat is gebeurd,
kunnen ze elkaar voedsel geven. Deze vorm wordt
symbiose genoemd. Een voorbeeld hiervan is de bekende
vliegenzwam
De tweede groep schimmels verwerken afval. Deze
schimmels voeden zich met dood materiaal. Als ze dit
niet zouden doen, dan zou het bos vol liggen met dood
materiaal. Deze vorm noemen we saprofyten. Bijvoorbeeld
het elfenbankje.
De derde groep schimmels leeft ten koste van andere
planten of bomen. Vaak zie je deze schimmels op bomen of
stronken zitten. Deze vorm wordt parasitisme genoemd.
Een heel duidelijke is de echte tonderzwam.
Schimmels komen ook in ons lichaam voor. Je hebt goede
en slechte. De goede soorten zorgen ervoor dat slechte
Echte Tonderzwam
bacteriën stoppen met groeien. Andere zijn slechte
soorten. Deze vind je terug tussen bijvoorbeeld je tenen.
Wanneer je je tenen niet goed afdroogt, kun je daar last
van schimmel krijgen.
Ook in het eten vinden we schimmels terug. Ook hier
weer heb je goede en slechte soorten. De goede zitten
bijvoorbeeld in schimmelkaas. Een andere bekende
schimmel is de champignon. Slechte schimmels bederven
het eten. Kijk maar eens naar brood dat te lang in de
broodtrommel ligt. Dat wordt groengrijs van kleur. Niet
echt aantrekkelijk om op te eten. Ook al snijd je de
Ruig Elfenbankje
slechte stukken weg, het blijft vies smaken omdat de
zwamvlokken veel dieper in het brood zijn doorgedrongen.
Er zijn vele paddenstoelen die ik tijdens mijn vakanties
of gewoon tijdens een wandeling ben tegengekomen.
De doolhofzwam vond ik erg bijzonder. Hij stond
beschreven in een boekje met wandelingen op de Veluwe.
Ik ben hem gaan zoeken en warempel, hij stond er ook.
De vreemdste vond ik wel de reuzenbovist. Het was in de
buurt van Westdorpe. Aan de kant van de weg groeide
hij. We wisten niet wat het was. Ik duwde erop en hij
veerde gewoon mee. Selijk kwam er een fantasiefilm bij
me op. Net of er iets buitenaards was geland.
De laatste tijd zie ik steeds meer de kluif jeszwam en de
trilzwam in onze omgeving. Het lijkt soms ook dat wanneer
je eenmaal een soort hebt herkend en ontleed, je ze
vaker tegenkomt. Dat was vroeger bij mij zo met vogels,
en nu lijkt hetzelfde te gebeuren met paddenstoelen.
Ik ben benieuwd welke soorten ik deze herfst weer ga
ontdekken.
Doolhofzwam
'tstekkertje winter2021