Ontwikkelingen
in een boomnolte
Ontwikkeling van de wond
Ontwikkelingen in een boomholte V
Door: Luciën Cal Ie (tekst en foto)
In het bos in Sint Jansteen staat er direct naast een wandelpad een monumentale beuk, die een zogenaamde
plakoksel had. Plakoksels zijn vertakkingen van takken of stammen, waarbij twee redelijk gelijkwaardige
exemplaren tamelijk steil naast elkaar ingeplant zijn. Door de diktegroei drukken ze elkaar uit elkaar en ontstaat er
spanning op het hout van de beide takken. Plakoksels zijn vaak de plekken waar stammen afscheuren, waardoor enorme
wonden kunnen ontstaan. Dergelijke forse, maar verzwakte bomen direct naast een wandelpad kunnen risicovol zijn. We
hoopten dan ook dat de beuk in het bos bij Sant Jansteen het zou houden.
Eind november 2010 raasden enkele zware stormen over
Zeeland. En zoals bij iedere zware storm was er schade, niet
alleen aan huizen, maar ook aan bomen. Helaas bleek ook bij
de beuk het plakoksel opengescheurd, waardoor de enorme
beuk bijna de helft van zijn kroon verloor. Op een meter of 6
hoog was er een forse gapende wond. De wond was ongeveer
150 cm lang en 90 cm breed. Een volwassen persoon zou er
door naar binnen in de holle stam kunnen kruipen...
van afgrendelingszones, waar de zwam niet doorheen kan
groeien. De parasiet bleef tot tenminste 2021 aanwezig,
waarbij er jaarlijks vruchtlichamen gevormd werden. Op de
foto van 2012 is de zwam zichtbaar. Aan beide zijden is het
wondweefsel ca. 3 cm dik en eveneens al duidelijk zichtbaar.
Het callusweefsel kon echter nog niet aan de bovenzijde en
onderzijde aangemaakt worden, omdat daar te weinig vitaal
hout aanwezig was.
Boomveiligheidsconfrole
Een van de klusjes die ik voor Het Zeeuwse Landschap mag
doen, is bomen beoordelen op hun veiligheid in verband
met mogelijk vallend hout. Jaarlijks worden daarbij alle
risicobomen gecontroleerd volgens een daarvoor geldende
en gestandaardiseerde methodiek, leder jaar worden daarvoor
weer dezelfde bomen onderzocht. Door de gegevens van
de verschillende jaren met elkaar te vergelijken, ontstaat
er een beeld van de ontwikkelingen. Hoe jammer voor de
monumentale beuk het ook was, dit gaf wel een mooie
gelegenheid om de ontwikkeling van zo'n wond jaarlijks te
kunnen blijven volgen. Zou de beuk deze forse wond kunnen
overgroeien?
In februari 2011 is hiernaast staande foto gemaakt, kort na
het openscheuren. Zichtbaar is dat de boom ook voor het
afscheuren al hol was en dat er vooral aan de bovenzijde
veel verterend hout aanwezig was (beige-wit gekleurd). Aan
beide zijden is een wand van nog gezond hout zichtbaar, van
12-15 cm dikte. Direct in het eerste groeiseizoen begon de
beuk wondweefsel (ook wel callusweefsel genoemd) aan te
maken, zichtbaar als een smalle verse band van hout langs
de zijranden van de wond. Bomen proberen zo'n wond zo
snel mogelijk te overgroeien met extra sterk weefsel. In 2012
vestigde zich de parasitaire zadelzwam aan de binnenranden
van de wond. Vanaf dat moment ontstond een strijd tussen
de zwam, die nog levend hout kan verteren en de boom, die
zich daar tegen probeerde te wapenen door het aanmaken
7-2-2011, kort na het openscheuren
De steltkluut winter 2021
De besproken beuk in het bos van Sint Jansteen
Wanneer je de foto's van alle jaren achter
elkaar bekijkt, is te zien dat de wand met
gezond hout steeds zwakker wordt en
de rand met wondweefsel steeds dikker.
Eind 2021 is de callusrand ongeveer 10
centimeter breed. Aan de onderzijde
hebben de twee wanden voor het eerst
contact, zodat vanaf 2022 de onderrand
ook met callusweefsel overdekt kan
worden. Als de beide zijden weer aan
elkaar vast gegroeid zitten, geeft dat
al weer extra stevigheid. De diktegroei
van het wondweefsel is dus bijna één
centimeter per jaar. Als het overgroeien
in dit tempo doorgaat, zal het nog
ongeveer dertig jaren duren voordat de
wond weer helemaal dicht zal zitten. De
vraag is of deze oude boom (en ook de
schrijver van dit stukje) dat zolang gaat
volhouden...
Leven in de holte
Van boomholten is bekend dat die
vaak intensief gebruikt worden door
dieren. Er zijn voorbeelden beschreven
dat er zelfs meerdere soorten tegelijk
in huisden, zoals vleermuizen, die
aan de bovenwand hangen, wespen
die in het midden een nest hebben
en vogels die op de bodem broeden.
Zeker in bossen waar de beheerders de
verzwakte bomen opruimen, is er vaak
woningnood en wordt er geknokt om
iedere holte. In de bossen van Clinge
en Sint Jansteen doet de beheerder
(het Zeeuwse Landschap) haar best om
zoveel mogelijk oude en holle bomen
te laten staan. In deze bossen zijn in
2 7 -12-2012, beeld na 2 groeiseizoenen