52
-zullen daerof den rentmeester die weete doen "binnen
-den derden daghe, ende dan sal men den dooden ter
-eerden doen sonder misdoen.
-Ende of yment angesproken worde ende ter vierscare
-verwonnen van dat hy den lichame van den do ode up-
-genomen ende uuytgetogen hadde, anders dan voirscre-
-ven es, die sal verbueren tegens den grave tsestich
-pond.» Welverstaende dat hierinne niet begrepen en
-zijn liden, die hem zeiven dooden, dewelke bliven
-zullen ter plecke, tot daerof gedaen sal worden by
-den officier naer der gelegenthede ende alzoot
-behoort
Hierin (zie het eerste deel van het artikel) staat
dus niet, dat men de doden ter plaatse zou begraven.
Wel blijft in Thoisende de begrafenis op enkele
honderden meters van de kerk. Mogelijk was dat toch
nog op een uithoek van het kerkhof
De korte en lange schedeltypen zoud.en vóór 1500 en
misschien al vóór 1400 ongeveer evenvaak voor
komen. De menging van zuidelijk en noordelijk ras zou
dan ook niet in de eerste plaats te d_anken zijn aan
de Spaanse overheersing l
Omtrent de historie van Thoisende is weinig bekend.
Er is in 1405 een kerk met drie zijaltaren, waaronder
één ter ere van Sint Jacobus. Deze heilige apostel
werd vooral in de middeleeuwen als boerenpatroon aan
geroepen. Er was in Tholsend_e een kapel,^genaamd.
-Ramskapel", waaraan 2, mogelijk 5 vicariën verbonden
waren. Uit deze weinige gegevens en uit het voorko
men van zovele stenen funderingen, durven we opmaken,
dat Thoisende zeker niet een gehuchtje was? een Haags
antiquair, die elke zomer reeds tientallen jaren zeker
elke 14 dagen een keer op Thoisende snuffelt, onder
streepte onze mening aan de hand van verschillende
rijke vond.sten die er gedaan moeten zijn, vooral in de
vorm van bronzen kandelaars, vaatwerk en pijpaarden en
zandstenen beeldwerk. We hebben d.eze vondsten nimmer
gezien maar ook in Yerseke wordt door deze en gene
beweerd., dat er munten en be eindwerk, naast veel vaat
werk, ajn gevonden. (Wordt vervolgd)
KWADENDAMME A. DE B00
D_i v;AP_j±j.o VAD DE ZEEL v./SE GEMEENTEN
(Vervolg van blz. 38)
vr?:?chillende zijden ontving ik reacties or de
uiouruL.mng -'en lozanje". Het is ondoenlijk, alle
welwillende uiceenzettingen hier weer te geven,
doch laat ik volstaan met te bekennen, dat ik niet
goed- hebnagedacht i Immers, we moeten het woordje
en met opvaoten als een He der lands verbindings
woord^ doch als het Eranse "en", b.v. als ::en fa
milie", of en faced.
j'Sn^ lozanje" betekent dus geruit, ruitvormig.
Harte lijm dank aan allen, die de moeite hebben be
nomen, hun licht over deze kwestiete laten schi
ne n .f
Voor de heraldisch nie t-Inge wij den, die zich mis
schien afvragen; waarom die Eranse poesras, als e -
een goede Nederlandse uitdrukking voor bestaat?'fwil
ik er _nog aan toe voegen, dat het zofn dikke hoh-
aerd jaar geleden mode was om de wrapehbeschrijvinr
wat op te sieren met Eranse benamingen. Op die wijze
weraen we dan vergast op de volgend_e kolder; '"Een
lion van saoel, couronné van goud en armé van keelt'
?onï\de Sr0te waPeukundige J.B. Rietstap (1828 -
1891)5 een heraldicus van internationale bekend
heid, is daaraan^ een einde gemaakt. Maar in veel
secreoarieen^en in de registers van de Hoge Raad
van Adel oevinden zich nog beschrijvingen uit die
__Inde eerste aflevering van
varia Zeelandiae 1962, blz. 10,
beloofde ik de toren in de
Zeeuwse heraldiek een beurt te
geven, nl. in vergelijking mel
de burchten in het wapen, die
ook veel op een toren gelijken.
Veel torens bezitten we niet
inonze "wapens. De Zeeuwen
bliezen er niet hoog van 1
_—t wapen van-de gemeente
xiOeir vertoont er een (fn. 19)f
tijd
'f//,